Op verkenning in Curaçao, het eiland van de eeuwige lach
“Bon bini dushi, welkom schatjes!” We hebben nog maar net voet op Curaçao gezet, en we worden al enthousiast verwelkomd door Tirzah, onze immer vrolijke gids voor de komende dagen. De energieke spring-in-‘t-veld heeft een dubbele missie: ons verliefd laten worden op haar eiland en tonen dat dit stukje Koninkrijk der Nederlanden ook veel meer is dan enkel zon, zand en zee.
Al zal onze ontdekkingstocht nog even moeten wachten. Na een vlucht van een kleine 10 uur staat vandaag enkel nog platte rust op het programma, en dus voert Tirzah ons rechtstreeks van de luchthaven naar het hotel. En wat voor hotel. Het Avila Beach Hotel is niet alleen het oudste hotel op Curaçao, het is ook het favoriete stekje van prinses Beatrix, de vroegere koningin der Nederlanden, telkens ze het eiland bezoekt. En we ontdekken al vlug waarom: alles straalt stille luxe uit. Hier pronkt men niet, maar geniet men wel. En dat doen we ook. Na een verkwikkende douche zoeken we het parelwitte strand op, om er van de laatste zonnestralen van de dag en de eerste cocktail van onze reis te genieten. We worden beloond met een magische zonsondergang.
“Bon bini dushi!” Tirzah staat de volgende ochtend duidelijk te popelen om ons het eiland beter te leren kennen. Terwijl we richting de Handelskade trekken – de kaai met de felgekleurde huizen die hét iconische beeld van Curaçao vormen – vertelt ze honderduit. We leren dat dushi schatje betekent, maar dat je dat niet alleen tegen je partner kan zeggen, maar tegen iedereen. En dat je het ook kan gebruiken in de betekenis van lekker en mooi… “Voor alles wat fantastisch is”, vat Tirzah samen. Het is een woord in het Papiaments, de moedertaal van de Curaçaoënaars en naast Nederlands en Engels een van de officiële talen van het eiland.
Swinging Old Lady
Bij de Handelskade bewonderen we de Koningin Emmabrug, die door de inwoners liefkozend de Swinging Old Lady wordt genoemd. Even later zien we waarom: wanneer er een schip passeert, draait de drijvende pontonbrug helemaal open. Een prachtig schouwspel, waarbij vlaggen aanduiden hoe lang de brug open zal blijven. Wordt de blauwe vlag gehesen en je moet dringend naar de overkant, dan wandel je best tot aan de wat verder gelegen ferry, want dat betekent dat de brug zowat 40 minuten open zal blijven. Wij hoeven het water echter niet over te steken, want wat verder staan enkele tuktuks op ons te wachten. De ideale manier om Willemstad, de hoofdstad van Curaçao en Unesco-Werelderfgoed, te verkennen. We rijden door Punda, de wijk met de Handelskade, het Gouverneurshuis en heel veel street art. We bewonderen de imposante huizen van de Joodse wijk. “Al klopt de naam niet helemaal: ooit was dit inderdaad een Joodse wijk, maar toen hier vlakbij een militaire basis werd geopend, werd dit een wijk van plezier. De Joden zijn verdwenen, de meisjes zijn gebleven”, knipoogt onze gids.
Na een tussenstop bij de kunstenaarswoning van Francis Sling (de kunstenaar wiens street art overal in Willemstad te zien is, red.) maken we de oversteek naar Otrobanda, de wijk aan de overkant van het water. Niet via de Swinging Old Lady, maar via de 56 meter hoge Koningin Julianabrug. Goed voor een prachtig uitzicht over Willemstad, maar ook voor klamme handjes: onze tuktuks lijken niet echt voor deze brug gemaakt. Maar we komen veilig aan in Otrobanda, waar we vergast worden op nog meer fantastische straatkunst. Na de tour trekken we opnieuw naar Punda, naar Plasa Bieu. Deze ‘Oude Markt’ is een food market waar authentieke lokale gerechten verkocht en gegeten worden. Tussen de vele locals genieten we van een resem lokale gerechtjes bij Zus, zoals galina di smor (kippenstoofpot), arroz moro (bonen), karni (rund) en de beruchte ‘slijmsoep’ giambo, gemaakt van okra. We sluiten af met de bekende arepa di pampoena, pompoenpannenkoekjes, en awa di lamunchi, limoenlimonade.
Snorkelfestijn
Na dit eetfestijn is het tijd voor wat actie. We rijden naar de Caracasbaai, waar we naar Fort Beekenburg wandelen. Dit fort werd in 1703 gebouwd om de Caracasbaai en het achtergelegen Spaanse Water te beschermen tegen indringers. We krijgen een rondleiding van Mayrond, die ons even later meeneemt naar Tugboat Beach, een van de meest bezochte snorkel- en duikspots van Curaçao. Gewapend met een snorkel duiken we het zilte sop in, naar het wrak van een sleepboot dat nu een thuis is geworden voor ontelbare vissen en koralen. Papegaaivissen, engelvissen, trompetvissen … We komen ogen tekort. Zelfs clownvisje Nemo zwemt voorbij. Minstens even mooi zijn de vele koralen. We spotten zelfs een elkhorn coral, die, zoals de naam het zegt, eruit ziet als de hoorns van een eland.
De volgende ochtend willen we Bándabou verkennen, het landelijke, westelijke deel van het eiland dat enkele van de mooiste stranden van de Caraïben bezit. Maar eerst houden we halt bij Hòfi Pastor, een park met een gigantische kapokboom van meer dan 400 jaar oud. We wandelen langs cactussen, banen onze weg door struiken en kruipen zelfs op handen en knieën onder takken vol venijnige stekels. Het is duidelijk een tijdje geleden dat hier nog iemand is voorbijgekomen, maar de boom zelf is zo’n kruippartij meer dan waard. De gigantische boom met de bijzondere plankwortels, die als feeërieke sluiers ogen, is ronduit prachtig.
Volgende stop is Kas di Pal’i Maishi, een klein plantagehuis dat nu dienst doet als museum. De vele gebruiksvoorwerpen gunnen ons een blik op het leven van de plattelandsbevolking (en slaven) vroeger, maar het is vooral gids Nadira die indruk maakt. Ze zingt, demonstreert, lacht, grapt… Dit is zonder twijfel de meest gepassioneerde museumgids ooit.
“Nadira zingt, demonstreert, lacht en grapt… Dit is de meest gepassioneerde museumgids ooit”
De storm na de stilte
Vooraleer we nog enkele van de 34 publiek toegankelijke stranden van het eiland gaan ontdekken – er is voor elk wat wils, van klein en familiaal tot groot en levendig stoppen we bij Hofi Mango voor de lunch. Dit was ooit een mango- en suikerrietplantage, maar wordt nu door de bekende comedian en acteur Jandino Asporaat omgetoverd tot een prachtig natuurpark. Het bijhorende restaurant Kultura Kòrsou, dat uitpakt met ‘Creoolse keuken met een twist’, is een aanrader.
’s Avonds ruilen we de rust van het Westenpunt in voor het partygedeelte van het eiland, ten oosten van ons hotel. Op Mood Beach schepen we in op een catamaran, voor een sunset cruise, inclusief drank à volonté en hapjes. We sluiten de avond af in het Zest Beach Café, dat uitgebaat wordt door Limburger Greg Jordens. “15 jaar geleden heb ik mijn lief leren kennen. Ik werkte toen nog in Hasselt, maar toen mijn bazen er de brui aan gaven, hield niets me nog tegen en ben ik naar hier gekomen”, aldus Greg.
De volgende ochtend gooien we het over een gezondere boeg, met een bezoek aan Den Paradera Herb Garden. De kruidentuin van wijlen Dinah Veeris, die zich meer dan 30 jaar lang inzette om de kennis van de geneeskrachtige en verzorgende kruiden van het eiland te bewaren. Zoon Shastri neemt ons meer op een tocht door de tuin, die meer dan 300 soorten kruiden bevat. Voor elk probleem is er wel een kruid, zegt hij terwijl hij halt houdt bij de potentietuin, vol middeltjes om recht te krijgen wat soms slap blijft hangen. “Of het werkt? Mijn moeder zei alleszins van wel, maar zelf heb ik er geen ervaring mee”, knipoogt hij.
’s Namiddags besluiten we het centrum van Willemstad, op wandelafstand van ons hotel, nog wat te verkennen. In Punda dwalen we door de kleurrijke straatjes vol kunstgalerietjes en leuke bars. We brengen een bezoekje aan de drijvende markt, die eigenlijk gewoon op de kaai plaatsvindt, maar zijn naam kreeg omdat de verkoopwaren met boten worden aangevoerd, en wandelen een laatste keer over de Old Swinging Lady. We sluiten onze reis af in Kura Hulanda Village. Een dorp in de stad, vol Nederlands koloniale gebouwen uit de 18de en 19de eeuw, die nu omgetoverd zijn tot winkeltjes, restaurants, hotels, huizen en een antropologisch museum. Bij Caleo Crudos y Parilla toosten we een laatste keer met Tirzah. Dushi, missie meer dan geslaagd!
Praktisch
De reis
Wij maakten deze reis op uitnodiging van TUI, dat diverse pakketreizen met een divers hotelaanbod naar het eiland aanbiedt. Sinds november vliegt luchtvaartmaatschappij TUI fly twee keer per week van Brussel naar het Caribische eiland, op dinsdag en zaterdag. Meer info op www.tui.be
Voor je afreist, dien je een Curaçao Immigration Card in te vullen. Dat kan op dicardcuracao.com/dicard/ Deze moet je tonen bij het binnenkomen van het land, zorg dus dat je een print of digitale kopie bij de hand hebt.
Het land
Curaçao bestaat uit de eilanden Curaçao en Klein Curaçao en ligt in de zuidelijke Caraïbische Zee, net voor de kust van Venezuela. Het is een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, maar valt niet onder het grondgebied van de EU.
De lokale munteenheid is de Antilliaanse gulden. Wij betaalden in Amerikaanse dollar, of via onze betaalkaart.
Meer toeristische tips vind je op www.curacao.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier