
Eiland vol smaak. Baleareneiland Menorca is een paradijs voor natuurliefhebbers, rustzoekers, levensgenieters én foodies
“Ah, Mallorca, bedoel je?” Als je het over je vakantie in Menorca hebt, mag je er zeker van zijn dat je die reactie een paar keer zal krijgen. Het derde eiland van de Balearen is een stuk minder bekend dan Mallorca en Ibiza, maar dat is volledig onterecht. Azuurblauwe zee, idyllische strandjes en baaien, ongerepte natuur … Menorca heeft het allemaal, en dan kan je er nog fantastisch lekker eten ook.
Eerlijk: van de Menorcaanse keuken wist ik niéts voor ik vier dagen naar het 99.000 inwoners tellende eilandje trok. En nu kan ik er simpelweg mijn mond niet meer over houden (vraag het aan al mijn vrienden: ze zijn het kotsbeu). In 2022 was Menorca de European Region of Gastronomy, en sindsdien wint het eiland steeds meer aan bekendheid als foodie destination. Het geheim van de lokale keuken? Kraakverse ingrediënten van eigen bodem, van superieure kwaliteit en met bakken liefde bereid. De eilandbewoners zijn trots op hun streekproducten, waardoor horecazaken er ook zo veel mogelijk mee werken.
Agrotoerisme
Een uitstekende manier om kennis te maken met die lokale producten is een bezoek brengen aan een lloc, een traditionele Menorcaanse boerderij. Heel wat llocs stellen hun prachtige domeinen open voor toeristen, om hen niet alleen te leren over de artisanale wijze waarop ze kaas en worst maken, maar uiteraard ook volop te laten proeven. Zo krijg je via Sa Cooperativa del Camp niet alleen een interessante blik achter de schermen, maar je krijgt ook een meer dan uitgebreid traditioneel Menorcaans ontbijt voorgeschoteld. Zowat alles dat er op tafel verschijnt, van de verschillende soorten kaas, ham en worst tot het brood, de honing en de jam, is zelfgemaakt of komt van een lokale producent.
“Menorca is de ideale plek voor wie er even tussenuit wil om te onthaasten”
Springt er sowieso uit: de kaas van het eiland, Queso de Mahón-Menorca. Die heeft een heerlijk volle smaak dankzij de zoute zeelucht en de immer aanwezige mediterraanse zon. De jonge versie is zacht en smeuïg, de belegen variant een bommetje vol smaak. Je kan de kaas zelfs grillen voor een soort halloumi. Het traditionele ontbijt wordt op zon- en feestdagen vaak afgesloten met een zelfgebakken ensaïmada: een soort ronde brioche die je in verse chocolademelk doopt. Geloof me: in Menorca ga je nóóit met honger van tafel.
Praktische info:
We maakten deze reis op uitnodiging van Turespaña en Menorca (www.menorca.es).
Menorca is zo’n 695 km² groot en vormt samen met Mallorca en Ibiza de Balearen. Je vliegt er in 2 uur en 10 minuten heen vanaf Brussel of Charleroi. De hoofdstad is Mahón (Maó in het Catalaans).
Men spreekt er Spaans (met een sterk Balearisch accent) en Catalaans, al kunnen de meeste locals zich ook goed uitdrukken in het Engels of Frans.
We verbleven in Hotel Rural Alcaufar Vell in het dorpje Sant Lluis, op een kwartier rijden van de luchthaven. Een aanrader!
Lekker eten doe je onder andere in Torralbenc (in Alaior), Ses Culleres de Maó (in Maó), Llucasaldent Gran (in Son Bou), Tarambana (in Es Castell) en El Rais (in Maó).
De makkelijkste manier om alle delen van het eiland te bezoeken is met een huurauto. Je kan ook een scooter of fiets huren, maar weet dat het centrale deel van het eiland behoorlijk heuvelachtig is. Daarnaast loopt er eigenlijk maar één grote weg over het eiland, van het oosten naar het westen. Langs de kustlijn kan je niet rijden, omdat die beschermd is.
Het agrotoerisme wordt op het eiland vaak gecombineerd met logies, voor ieders budget. Je kan bijvoorbeeld terecht bij Sant Joan de Binissaida, een olijfolieboerderij waar je niet alleen heerlijk kan slapen én tafelen, maar ook degustaties van olijfolie en honing kan bijwonen. Wie echt alle registers wil opentrekken, boekt een paar nachten bij Llucasaldent Gran. Het tientallen hectare tellende domein biedt niet alleen adembenemende uitzichten, maar ook twaalf luxueuze kamers en studio’s, elk met eigen terras, en verschillende infinity pools. Je kijkt er uit op meer dan 7.000 wijnranken en 800 olijfbomen en wordt culinair verwend van ontbijt tot diner. De zonsondergang is er niet minder dan spectaculair te noemen, zeker als je daarna ook een begeleide sterrenkijksessie boekt op hun panoramische heuvelterras. Menorca is niet voor niets uitgeroepen tot een officiële Starlight-bestemming, waar de omstandigheden perfect zijn om jezelf te verliezen in de eindeloosheid van de sterrenhemel. In Llucasaldent Gran kan dat bovendien op een comfortabel ligbed, met een deken en een glaasje bubbels erbij. ¡Salud!
Authentieke kustlijn
De twee steden op het eiland, Mahón (Maó) en Ciutadella de Menorca, zijn bruisende plekken vol winkels, eet- en drinkgelegenheden en charmante steegjes en pleinen, maar voelen nooit zo druk en toeristisch aan als de steden op Ibiza en Mallorca. Menorca is het rustigste eiland van de Balearen, dat daarom vooral geliefd is bij gezinnen op zoek naar ontspanning en koppels die van de romantiek willen genieten. Engelsen durven het al eens ‘buggy island’ te noemen, omdat er zoveel kinderwagens te zien zijn, maar daarbij vermeld ik ook graag dat er heel wat adult only hotels zijn, voor wie minder zin heeft in de soundtrack van Frozen op repeat bij het zwembad.
Menorca is de ideale plek voor wie er even tussenuit wil om te onthaasten. Je vindt er geen feestvierders, kilometers hoogbouw en overbevolkte zeedijken, maar wel smalle wegen door het platteland, kleinschalige accommodaties en stilte. Ontspannen kan je op een van de tientallen idyllische strandjes die het eiland rijk is. De Menorcaanse kustlijn is beschermd, waardoor er geen gigantische hotel- en appartementsgebouwen staan. Geen hippe beach bars, honderden ligbedden met parasols of lelijke ijskarren, maar ongerepte natuur, azuurblauw water en in het noorden van het eiland prachtige roodkleurige rotsformaties, die kleine baaitjes vormen waar je met een beetje geluk het rijk volledig voor jezelf hebt.
Menorca gaat zeer bewust om met haar natuurlijke rijkdom. Al meer dan twintig jaar is het eiland een biosfeerreservaat: een groot gedeelte is beschermd natuurgebied. Zelfs vanuit het vliegtuig zie je vooral groen. Je kan van al die natuurpracht genieten via de Cami de Cavalls, een natuurpad van 180 kilometer, maar er zijn nog veel meer wandelpaden. Ook het natuurpark Albufera d’Es Grau is een aanrader, met wilde bloemen en bijzondere vogelsoorten.
Maar niet te vergeten: eten
Had ik al gezegd dat je geweldig lekker kan eten in Menorca? Sta me toe mezelf dan nog even te herhalen. Een typisch Menorcaanse lekkernij is bijvoorbeeld buñuelos de sobrasada y queso. Het is een van de lekkerste dingen die ik tijdens mijn reis heb geproefd, al had ik dat op basis van de omschrijving allesbehalve verwacht: een soort oliebol gevuld met Menorcaanse worst en kaas, gedoopt in honing. Geloof me: móét je proberen. Ook van het pan de cristal had ik kilo’s kunnen eten als mijn reisgenoten me niet hadden tegengehouden. Dit typische ‘glazen brood’ is een Catalaans bijgerecht van uiterst fijn en krokant zuurdesembrood dat geserveerd wordt met verse tomaten en knoflook.
Wist je trouwens dat mayonaise is uitgevonden op Menorca en wel in Maó, waar direct ook de naam vandaan kwam? De moeite waard dus om te proeven. Verder is er ook een lokale gin, een overblijfsel uit de tijd dat de Engelsen de plak zwaaiden op het eiland. Locals mengen het graag met limonade tot een drankje genaamd ‘Pomada’, dat zo lekker is dat het zelfs mensen die doorgaans niet van gin houden (zoals ondergetekende) kan bekoren. Kortom: er is meer dan genoeg te zien en te proeven op Menorca, maar ga vooral als je grote honger hebt. (door Talitha Dehaene)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier