De natuur en de lokale koeien blijven ons verbazen. (foto Innsbruck Tourismus/Eye5 - Jonas Schwarzwälder)

Onthaasten in Innsbruck: genieten van spectaculaire bergwandelingen, uitzonderlijke architectuur en fantastische natuur in Oostenrijk

Innsbruck heeft geen wild imago. Dat is helemaal perfect. De stad in Oostenrijk staat voor een levensstijl waar natuur en buiten zijn centraal staan. In weer en wind, zomer of winter, in het weekend gaat de Innsbrucker de bergen in. Om te skiën, hiken of in de regen paddenstoelen te plukken. Wij gingen drie dagen wandelen en berglucht savoureren.

Het is zonnig wanneer we op het einde van de zomer landen in Innsbruck. Met de bus zijn we binnen twintig minuutjes in het centrum van de stad. We zien gezellige pleintjes, met volgeladen terrasjes, omringd door kronkelende straatjes met huizen in klassieke Tirolerstijl. En een adembenemend zicht op de bergen. De grote markt kreeg een golvend betonnen bouwwerk op de oppervlakte, in het ontwerp een knipoog naar de skyline, vandaag vooral vertier voor de skatende jeugd. Overal zijn bomen, parkings zitten ondergronds. De auto is hier geen prioriteit, de natuur is dat wel. “Wij hebben geen olie of gas, onze rijkdom is het water”, aldus de gids. “Specifieker nog, het bergwater. Dat is zo gezond omdat het vol met mineralen zit op het moment dat het langs de bergflanken naar beneden gelopen is.”

“Het hoeft echt geen vlekkeloos weer te zijn voor een wandeling in de bergen”

De gids, en haar stadsgenoten, zijn trots op hun bergdorp, op de natuur en wat die hun te bieden heeft. Zoveel is duidelijk. “Hier, anders dan in andere steden, loopt de stad leeg in het weekend. Iedereen, twintigers tot tachtigers en alles ertussenin, trekt de bergen in. Die hebben elk seizoen iets te bieden. Tijdens de winter is er sneeuw, tijdens de herfst gaan de locals er paddenstoelen plukken om te verkopen op de markt, in de lente ontwaakt de natuur met prachtige geuren en kleuren en in de zomer is het heerlijk fris boven.

Zaha Hadid

In de straten van Innsbruck is de Iraaks-Britse sterarchitecte Zaha Hadid overal. In 2002 ontwierp ze de Olympische schans ‘Bergisel Ski Jump’, maar ook de ‘schelp en schaduwstations’ van de Nortkettenbahnen. Architecturale parels die deel uitmaken van de stadse skyline en met hun melkkleurige en golvende vormen verwijzen naar de gletsjers. De Nordkettenbahnen is de kabelbaan die ons omhoog brengt richting Hungerburg, waar we van een treintje overstappen op de gondel en van een prachtig zicht op de omliggende Alpen kunnen genieten. Nog hoger klimmen kan vanaf daar richting Hafelekar voor een zicht op het Karwendelgebergte.

Het is heerlijk struinen door Innsbruck. (foto Innsbruck Tourismus/Markus Mair)
Het is heerlijk struinen door Innsbruck. (foto Innsbruck Tourismus/Markus Mair)

Na een eerste kennismaking met de bergen, gaan we eten bij Ottoburg, een authentiek restaurant met kleine houten raampjes en robuust donker meubilair, knal in het centrum. De keuken is zout, zwaar en voorspelbaar. Goulash en rösti. Niet mijn voorkeur, maar wel ideaal na een stevige natuurwandeling en voor een vroege diepe slaap. Of toch nog eentje dan? Van de gids kregen we alvast een fijne tip: boven de winkeletalages in de shoppingstraten zitten de pubs verstopt. Een gegroeide traditie van de locals om de toeristen te misleiden en toch een beetje hun favoriete cafeetjes te houden.

Wandelen in de regen

Op de volgende ochtend, de dag waarop we onze stevige wandeling gepland hebben, lijkt het weer niet mee te zitten. Het druppelt en is vooral erg mistig. Wat maakt dat we een heel rustig beginstation aantreffen en een vertwijfelde gids. “Gaan jullie omhoog?” Zolang het om veiligheidsredenen niet verboden is, trekken we gewoon een regenvest aan, zetten een pet op en houden ons aan het initiële plan. Via de Patscherkofelbahn nemen we de kabelbaan omhoog naar het laatste bergstation waar we de beroemde Zirbenwegwandeling aanvatten. We wandelen 7,5 kilometer, tussen de alpendennen en langs prachtige uitzichten die steeds talrijker worden. Ondanks de mist blijft het een fenomenale wandeling, waarop we slechts één enkele levende ziel op blote voeten en een tiental loslopende koeien kruisen. Een warme koffie en dito apfelstrudel zitten er pas in helemaal op het einde van de wandeling, nadat we drie gesloten berghutten probeerden. Blijkbaar gaat de Innsbrucker toch niet zo graag wandelen in de regen. Ach, het was een prachtige dag. We onthouden dat het echt geen vlekkeloos weer hoeft te zijn voor een wandeling in de bergen. Die zijn altijd interessant. We eindigen onze wandeling moe en met een frisse blos op onze wangen. Waarna we tevreden in de sauna van het hotel ploffen.

De Zirbenwegwandeling over de top van de Patscherkofel is altijd spectaculair. (foto Innsbruck Tourismus/Eye5 - Jonas Schwarzwälder)
De Zirbenwegwandeling over de top van de Patscherkofel is altijd spectaculair. (foto Innsbruck Tourismus/Eye5 – Jonas Schwarzwälder)

Tijd voor een aperitief. We wandelen door de kronkelende straatjes tot we een klein wijnzaakje vinden waar we een aperitiefbord met Tiroler speck, hert, beef, gepekeld zwijn en gerookte bergkaas bestellen. Nu weten we het zeker, de Tirolers zijn geen op-het-eerste-zicht-vriendelijke-mensen, wél hartelijk nadat ze een beetje opgewarmd zijn. Een beetje zoals de Vlaming. Gereserveerd in het begin, wel lief nadien.

Snijden, prakken en rollen

Op de tweede ochtend van ons verblijf gaan we een toertje door de stad lopen. Door het grote Rapoldipark, langs het water en de bergen heen, via de terrassen. Met verse berglucht in onze longen is het alweer tijd voor een volgende activiteit. Met de bus reizen we naar het Familien-landhotel Stern waar we ontvangen worden door Elfi. Met haar trekken we de bergweide in om kruiden te plukken terwijl ze ons vertelt over deze bijzondere plek. Een familiehotel met een ongelofelijk oog voor duurzaamheid en ecologie nog voor het een noodzaak en een trend werd. Buiten, op de boerderij met kippen, konijnen en geitjes spelen er kinderen, de andere helft wordt binnen geëntertaind met een knutselproject. Wij plukken zurkel, duizendblad en weegbree terwijl Elfi aardappelen kookt in haar buitenkeuken. We maken verse gnocchi met een saliebotersausje. Samen snijden, prakken en rollen schept een band en verjaagt alle stressresidu die nog in ons lijf zit. Heerlijk.

Op dag drie nemen we de bus naar de Olympische schans ontworpen door Zaha Hadid. Innsbruck met het openbaar vervoer ontdekken is fantastisch. Om de tien minuten zijn er bussen, trams en kabelbanen. Een tip is om bij aankomst onmiddellijk een Innsbruck Card en een Welcome Card te kopen. Zo reis je de regio met het openbaar vervoer rond aan een voordelig tarief en krijg je bij verschillende bezienswaardigheden kortingen. En of de schans een bezienswaardigheid is! Op het moment dat wij er zijn, ligt er geen sneeuw, maar dat houdt de springers niet tegen om te oefenen. Het blijft indrukwekkend hoe die, lijf opgespannen, ski’s omhoog, 250 meter de diepte in duiken. En opnieuw beginnen. Na een tijdje collectief verwonderde kreetjes te slaken met de rest van de aanwezige toeristen, is het tijd om onze trip af te sluiten. Dat doen we in restaurant Lichtblick, een restaurant op de rooftop van een shoppingcenter in het hartje van de stad, die zoals de naam doet vermoeden, een zicht biedt hoog boven de daken en over de hele stad. We eten er een verzorgd en verfijnd menu, werelds met een vleugje streekallure. De perfecte samenvatting van Innsbruck en zijn inwoners. Ze zijn trots op hun stad, maar vooral op hun natuur en wat die te bieden heeft. Hier wordt niet luid geroepen hoe fantastisch het er is, maar graag gefluisterd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier