Eilandhoppen in de tuin van Eden: droomreis naar de Seychellen
Veel bestemmingen worden omschreven als een ‘paradijs op aarde’, maar wat de Seychellen betreft, gaat dit cliché echt wel op: de meer dan honderd eilanden in de Indische Oceaan kunnen pronken met parelwitte koraalstranden, de zee is er prentkaartblauw en de flora en fauna is er heel bijzonder. Voor de échte tuin van Eden moet je hier zijn.
De Seychellen staan traditioneel bekend als the place to be voor honeymooners, maar of de eilanden ook meer te bieden hebben dan luxe en romantiek op het strand? Ik ontdekte het tijdens mijn bezoek aan de Seychellen. Net zoals de meeste reizigers die naar deze eilanden afzakken, beperkte ik mij tot de drie belangrijkste en hopte ik van Mahé (bergachtig en goed voor meer dan 60stranden) naar la Digue (wereldberoemd omwille van de roze granietrotsen) en Praslin (palmbomen in overvloed). Drie verscheiden eilanden met elk een eigen karakter, maar alle drie oogverblindend mooi en – jawel – paradijselijk.
Mahé, groene oase
Wie de Seychellen bezoekt, doet dat automatisch vanuit de internationale luchthaven van Mahé, het grootste en dichtstbevolkte eiland, al moet je je daar niet teveel bij voorstellen: Mahé is amper 154,7km² groot en telt 72.000 inwoners. Er was mij een overvloed aan wuivende palmbomen in een paradijselijke omgeving beloofd, en dat is precies waarop ik getrakteerd word. Alleen al de route van de luchthaven naar het hotel lijkt een groene oase waar weelderige tropische planten elkaar verdringen, alsof je meteen gedropt wordt in de tuin van Eden.
Mahé kan uitpakken met ruim 65 stranden, een bergachtige binnenland en het Morne Seychellois National Park, het grootste nationale park van de Seychellen. Ook het pittoreske hoofdstadje Victoria is een bezoekje meer dan waard. Hoewel heel klein – naar onze normen niet meer dan een dorp – heerst er in Victoria een gezapige Creoolse ambiance: een kleurrijke bevolking, prachtige koloniale gebouwen, charmante kleine shops en vooral: geen stress.
Praslin, op zoek naar de Coco-de-mer
Van Mahé naar Praslin hoppen, dat doen we met een klein propellervliegtuigje. Tip: als het even kan, zorg voor een plaatsje aan het raam, het zicht op de vele eilandjes die omringd worden door azuurblauw water is adembenemend.
Praslin heeft als bijnaam de ‘Gardens of Eden’ en was ooit een geliefde schuilplaats voor piraten. We begrijpen goed waarom; Praslin zou de mooiste stranden ter wereld hebben en staat op de Unesco werelderfgoedlijst. Maar de stranden zijn niet de enige reden waarom we naar Praslin afzakken: dit piepkleine eiland is een van de twee plaatsen ter wereld waar de Coco-de-mer nog in het wild voorkomt, en het best kun je deze bewonderen in het natuurreservaat Vallée de Mai. De Coco-de-mer is een palmboom waar de zogenaamde zeekokosnoot aan groeit, de grootste kokosnoot ter wereld met bovendien bijzonder attractieve looks: ze lijkt namelijk op welgevulde vrouwelijke billen!
Ik baan mij een weg door het weelderige groen en vergaap me aan de grootste palmen ooit. De weelderigheid en uitbundigheid van de natuur zoals die ooit geweest moet zijn, het doet zowaar een beetje denken aan Jurassic Park. “Het Vallée de Mai is nog echt een primair regenwoud, met flora en fauna zoals die er eeuwen geleden was”, aldus de gids. “Behalve de Coco de Mer vind je hier ook een groot aantal endemische diersoorten, zoals de zwarte papegaai, de enige plaats ter wereld waar je deze nog kunt vinden.”
De zwarte papegaai hield zich helaas verborgen, maar ook zonder dit bijzonder exemplaar te spotten, is Praslin een pareltje.
La Digue, de mooiste stranden ter wereld
Als Mahé en Praslin de lat behoorlijk hoog leggen wat tropische pracht betreft, dan brengt La Digue mij nog een beetje meer in vervoering. Dit is een eiland waar je meteen verliefd op wordt. Er wonen amper 2.000 mensen, er rijden nauwelijks auto’s en het belangrijkste vervoermiddel is de fiets. De enige tegenliggers die je de weg kunnen versperren, zijn de reuzenschildpadden die zich hier zomaar vrij rondbewegen, en daar alle tijd voor nemen. Net zoals de eilandbewoners zelf trouwens.
La Digue is wereldberoemd om het strand Anse Source d’Argent, dat een mix is van een vlakke, turkooisblauwe zee, wit zandstrand en prachtige granieten kliffen. Een strand dat als een van de mooiste ter wereld beschouwd wordt en terecht: de plek lijkt zo uit je tropische dromen te komen. Geen wonder dat dit strand vaak het decor vormt bij het draaien van Bounty-perfecte reclamefilmpjes (denk onder andere Bacardi). Maar net als dat geval is met zoveel andere mooie plaatsen op deze wereld, moet je deze natuurpracht delen met vele andere toeristen die hier komen pootje baden. Wil je het strand voor jou alleen (of toch met veel minder bezoekers), ga er dan ofwel ‘smorgens vroeg heen of net tegen zonsondergang. Hoe dan ook is La Digue een mooi voorbeeld van wat de Seychellen zijn: een natuurpracht waarvan je hart sneller gaat kloppen, oogverblindende droomstranden en Creoolse gemoedelijkheid. Voorwaar een tuin van Eden.
Praktisch
• L’Escale Resort Marina & Spa (Mahé lescaleresort.com): lid van de Small luxury hotels of the World.
• Les Lauriers Eco Hotel & Restaurant (Praslin les-lauriers-eco-and-restaurant.praslintophotels.com): kleinschalig maar heel sympathiek, uitgebaat door een Belgische vrouw die haar hart verloor aan de Seychellen
• Constance Lémuria Seychelles (Praslin constancehotels.com): elegant resort met een fantastische golf course.
• Constance Ephelia Seychelles (Mahé constancehotels.com): luxe in het kwadraat met diverse villa’s en een onberispelijke service. The place to be voor de jetset.
• We vlogen met Ethiopian Airlines van Brussel naar Mahé, met een tussenstop in Addis Abeba. De maatschappij hanteert scherpe prijzen en wanneer niet alle business seats verkocht zijn, worden deze via online veilingen aan een interessante prijs aangeboden. Info: ethiopianairlines.com
• Meer info over de Seychellen: seychelles.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier