Het best bewaarde geheim van Frankrijk, op ontdekking in de Vallée du Loir

Rarara, waar gaan we deze week naartoe? De tips: een Frans fietsparadijs, een prachtige rivier én een overvloed aan kastelen. De Loirevallei zegt u? Bijna juist! We genieten van een midweek in de Loirvallei, het kleine zusje van de bekende Loirevallei en een van de best bewaarde geheimen van Frankrijk.

De Loirevallei is nog altijd een van de grootste trekpleisters van Frankrijk, maar wij houden net iets eerder halt, in de bijna gelijknamige Vallei van de Loir. Een onbekend stukje Frankrijk, dat net als haar grote zus prat gaat op haar rivier en haar kastelen. Hoog tijd dus om op verkenning te gaan. En dat doen we met de fiets. Wie wil, kan de volledige Loir af fietsen van de bronnen bij Illiers-Combray tot in Angers goed voor 320 kilometer fietsplezier maar wij laten ons leiden door de zes fietslussen die de Dienst voor Toerisme ontwikkeld heeft. Beginnen doen we in La Flèche, waar de boucle Loir et Vergers ons langs de mooiste plekjes van de regio leidt. We starten in La Flèche zelf, waar langs de rivier tal van prachtige gebouwen te zien zijn, zoals de molen van la Bruère, het kasteel des Carmes dat nu als stadhuis dienst doet en de indrukwekkende brug des Carmes met zicht op twee oude molens. We fietsen door de velden tot in Bazouges-sur-le-Loir, waar een indrukwekkend kasteel alle aandacht opeist. Helaas is het kasteel gesloten, maar op zoek naar het beste plekje om het kasteel te fotograferen ontdekken we wel een prachtige oude wasplaats bij de rivier. Heel bijzonder: de vloer kan omhoog en omlaag, zodat zelfs bij laag water de was gedaan kon worden. Wat verder, in een bocht van de Loir, houden we opnieuw halt en gaan we op verkenning in het moeras van Cré-sur-Loir. Het educatief parcours, inclusief een bord waarbij je vogelgezang aan de juiste vogel kan koppelen, is een echte aanrader.

Drakenbloed en mummies

Na de inspanning is het tijd voor wat ontspanning, en dus trekken we naar de Zoo van La Flèche. Giraffen, olifanten, leeuwen, mangoesten, ara’s… Hier leven zowat 1.500 dieren samen op een reusachtig terrein, vol groen. Dat de zoo steevast uitstekend scoort in de ranglijst van de mooiste zoos van Frankrijk kunnen we best wel geloven.

Bezoek je de Loirvallei met kinderen, dan is ook het kasteel van koning René in Baugé-en-Anjou een aanrader. Hier treed je binnen in het dagdagelijkse leven van ‘le bon roi’, die hield van feestjes geven, van jagen en van schrijven. Ook de architectuur van het kasteel en de bijhorende tuin zijn de moeite waard, net zoals de nabijgelegen Apothicairerie de Baugé. Hier ontdekken we niet alleen het leven in dit voormalig armenziekenhuis, maar ook een prachtige oude apotheek met meer dan 650 originele flessen en dozen vol vreemde geneesmiddelen. Van rozenwater over drakenbloed tot stukjes mummie, die ooit vermalen werden en in zalfjes werden gebruikt. Gefascineerd luisteren we naar de vele verhalen over dit fotogenieke stukje verleden.

Limburgse kasteelvrouw

Ook de volgende dag duiken we het verleden binnen, met een bezoekje aan het Château du Lude. Voor mij meteen het mooiste stukje Vallée du Loir die er is. Al is dat er niet meteen aan te zien wanneer we Le Lude binnenrijden. In het piepkleine dorpje zien we eerst maar een stukje van het kasteel, tot we de hoek omslaan en beter zicht krijgen op het immense gebouw, dat zowat 700 jaar geschiedenis omvat, van de middeleeuwen tot nu. We krijgen een rondleiding in het prachtige kasteel, dat nog altijd bewoond is door de familie de Nicolaÿ.

Een wijnboer die meer bezoekers wou, toverde deze kelder om tot een echte pleziergrot”

Van de adembenemende inkomhal gaat het langs kamers waarin vroegere tijden opnieuw tot leven komen, over een indrukwekkende bibliotheek, tot in de woonvertrekken van de familie. We bewonderen de indrukwekkende lusters, zien onszelf al zitten in een van de riante salons en ontdekken zelfs onze eigen prins Laurent op een van de talrijke familiefoto’s die het interieur sieren. Eindigen doen we in de middeleeuwse keukens, waar trouwens regelmatig ‘Journées gourmandes en potagères’ worden georganiseerd en je ter plekke kan ontdekken hoe vroeger gekookt werd. Al is dit maar het einde van het eerste deel van ons bezoek. Na de begeleide rondleiding in het kasteel mogen we nu op eigen houtje de prachtige tuinen verkennen. Rozentuinen, twee labyrinten, een moestuin, de romantische ‘Jardin de la Source’ inclusief een kiosk en een grot… Hier zouden we uren kunnen rondlopen. Meer dan 1.000 verschillende planten kregen een plekje op het domein, waar jaarlijks ook tuindagen georganiseerd worden. Misschien niet zo verwonderlijk als je weet dat kasteelvrouw Barbara afkomstig is van het Kasteel van Hex in Limburg, wereldberoemd omwille van de tuindagen…

Kathedralen van bomen

Na de aangelegde tuinen trekken we de wilde natuur in, naar het bos van Bercé. Maar eerst maken we een tussenstop in Jupilles, waar we in Carnuta al een eerste bosbad krijgen. In dit ‘huis van de mens en het bos’ ontdekken we alles over het leven in het woud, van de dieren die er een thuis hebben tot de verhalen van de mensen die er werken. We krijgen er ook de tip om het reusachtige bos te ontdekken vanaf La Futaie des Clos, een van de emblematische sites van het bos met tal van reusachtige eikenbomen, die tussen de 270 en 350 jaar oud zijn. We bewonderen de wintereik Boppe 2, die maar liefst 47 meter hoog is. Zijn voorganger, Boppe 1, was nog hoger, maar werd in 1935 gekapt nadat hij ziek was geworden. Zijn indrukwekkende tronk blijft achter als stille getuige. Een tip: download voor je naar hier komt de app La Futaie des Clos. Deze app leidt je langs een 500 meter lang parcours vol bijzondere plekjes waar je kan kijken, luisteren en ontdekken. Het parcours is ook toegankelijk voor rolstoelen en kinderwagens.

Geneesmiddelen uit een ver verleden: de Apothicairerie van Baugé staat er vol van. (foto Sébastien Gaudard)
Geneesmiddelen uit een ver verleden: de Apothicairerie van Baugé staat er vol van. (foto Sébastien Gaudard)

Pleziergrot

Onze laatste dag in de Loirvallei beginnen we opnieuw met een fietstocht. Dit keer in de Vallei van de Dême. Nog voor we vertrekpunt La-Chartre-sur-le-Loir goed en wel uit zijn, worden we een eerste keer verrast: op een veldje vlakbij het fietspad doet een kudde herten zich tegoed aan de restanten van de oogst. Muisstil bewonderen we de elegante dieren, tot een voorbijkomende auto ze het nabijgelegen bos injaagt. De tweede verrassing volgt in Beaumont-sur-Dême, waar we na wat zoeken de tuinen van de Pieuré de Vauboin ontdekken. Hier snoeit Thierry Juge al jarenlang aan zijn eigen kleine paradijs. De wat excentrieke tuinier neemt ons mee op de steile helling achter zijn huis, waar hij jaar na jaar en dag na dag bomen en struiken in allerlei vormen snoeit. “Alles gebeurt heel organisch, mijn tuin verandert voortdurend”, aldus de man, die het liefst van al zijn snoeischaar voor hem laat spreken. Na de fietstocht stoppen we ook nog bij het kasteel van Poncé, waar nog zo’n ‘jardin remarquable’ te vinden is. We bewonderen de strakke Franse tuin, ontdekken een labyrint van bomen en genieten van de wat intiemere Italiaanse tuin. We mogen ook binnenkijken in de trappenhal van het kasteel, een heel bijzonder staaltje van renaissance-architectuur. Onze reis beëindigen we in Marçon, waar we een bezoekje brengen aan het wijndomein de Cézin. Amandine Fresneau leidt ons rond in de tufsteenkelders, die niet alleen wijn verbergen. “Eén van de vorige eigenaars wou meer bezoekers naar zijn wijnkelders lokken en deed dat door heel bijzondere kelders uit te graven. Het resultaat was een echte pleziergrot”, lacht Amandine, terwijl we van de best wel lekkere wijnen proeven en terugblikken op een heel plezante reis.

Praktische info

De bestemming: De Vallée du Loir ligt op zowat 560 kilometer van Brussel. De regio ligt in de driehoek tussen Le Mans, Angers en Tours. Info: www.vallee-du-loir-com

Overnachtingen:

  • Een aanrader is Chambre d’hôtes La Templerie, een prachtig 18de-eeuwse woning in het centrum van La Flèche. De kamers zijn prachtig ingericht, vol snuisterijen en schilderijen uit die periode. Andere troeven zijn de grote tuin, het zwembad met sauna én het luxueuze ontbijt. Info: latemplerie-chambre-hote-la-fleche.fr
  • Ook Chambre d’hôtes de La Varenne in La Flèche is getest en goedgekeurd. Ook hier maakt het prachtige gebouw en de grote tuin met zwembad indruk. De kamers zijn ruim, maar moderner ingericht. Info: leschambresdelavarenne.fr
  • In Poncé-sur-le-loir is het zeer aangenaam verblijven in La Poncé Secrète, waar uitbaatster Nicole je tal van verhalen over dit bijzondere domein kan vertellen. Slapen doe je er in je eigen minihuisje.
  • L’Hotel de France in la Chartre-sur-le-Loir heeft de 24 uren van Le Mans als rode draad. Een hotel met geschiedenis, en een restaurant waar het heerlijk eten is. Info: www. lhoteldefrance. fr

Eten

  • La Table de Laurene in La Flèche: traditionele gerechten met lokale producten en een innemende gastheer die altijd in is voor een babbel en een grapje. Info: latabledelaurene.com
  • Vernieuwend en van hoog niveau: in Silex in Chahaignes tonen de jonge chefs Maïté en Florent hun kunnen met lokale producten en een zero waste-aanpak. Info: silex-restaurant.fr

We maakten deze reis op uitnodiging van Atout France en Tourisme de la Vallée du Loir.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier