Spectaculair economisch herstel in 2021: Covid krijgt economie niet klein
BRUSSEL – Een recordaantal nieuwe starters, een abnormaal laag aantal faillissementen en meer bedrijven die er beter voorstaan dan voor de crisis. Het economisch herstel na de eerste coronaklappen was het voorbije jaar enorm. Zo groot dat Burt Riské, algemeen directeur van Trends Business Information, het woord ‘spectaculair’ in de mond neemt. De enige kanttekening: te late betalers.
Om van een economie ná corona te spreken, is het nog te vroeg. Daarvoor moeten we nog minstens eerst die omikrongolf doorspartelen. Maar nu we een punt hebben gezet achter het tweede covidjaar, is de tijd wel rijp om een analyse van de crisis te maken. En die oogt op zijn zachtst gezegd bijzonder positief. Dat zegt Burt Riské, algemeen directeur van Trends Business Information, de sterke handelspoot binnen Roularta. “Op macro-economisch vlak was 2021 absoluut het jaar van de bevrijding”, klinkt het. “Zeker nadat de lockdown in het voorjaar werd losgelaten, was het effect op de economie meteen merkbaar. Het economisch herstel in België was simpelweg spectaculair. Onze bedrijven hebben de zware klappen uit 2020 en de coronaschok meer dan doorstaan. We zien zelfs dat de economische bedrijvigheid in de laatste maanden van 2021 hóger ligt dan wat eind 2019.”
Record aan starters
Uit cijfers die Trends verzamelde, blijkt immers dat er in België nog nooit zoveel ondernemingen actief waren als vandaag. “Het gaat om maar liefst 1.578.810 ondernemingen”, aldus Burt Riské. “Zo’n 130.000 daarvan zijn nieuwkomers, wat van het voorbije 2021 een topjaar voor starters maakt. Met die 130.000 nieuwkomers, goed voor een groei van net geen 6 procent, kloppen we alle voorgaande records.”
Vooral in de kleinhandel werden nieuwe ondernemingen opgestart, met dank aan de boost die de webshops en e-commerce kregen. Evenmin verrassend is het feit dat er minder mensen met een nieuwe horecazaak zijn begonnen. Het aantal starters daar viel met bijna een kwart terug in vergelijking met het pre-coronajaar 2019. Ook in de immosector en bij huisartsenpraktijken lag het aantal starters lager.
Minder stoppen, minder failliet
Naast het hoge aantal starters springt ook het lage aantal bedrijven dat stopte of failliet ging erg in het oog. “Het aantal spontane stopzettingen lag 12 procent lager dan in 2020, een jaar dat het op dat vlak ook al aanzienlijk beter deed”, zegt Burt Riské. “Nog abnormaler zijn de faillissementscijfers: jaarlijks gaat dat in normale economische omstandigheden om zo’n 10 à 11.000 bedrijven. In 2020 waren dat er amper 8.010 en dit jaar zullen we afsluiten met iets meer dan 7.000 uitgesproken vonnissen. Enkel in de laatste maanden van het jaar zien we de cijfers weer naar een normaal niveau stijgen.” Opmerkelijk is dat zowel de horeca- als de cultuursector minder falingen kenden dan in 2019. “De overheidssteun voor die sectoren spelen hier natuurlijk een belangrijke rol”, aldus Riské nog.
In die optiek is het dan ook belangrijk om naar de financiële gezondheid van ondernemingen op korte en lange termijn te kijken. Dat deed Trends bij de meer dan 450.000 balansplichtige bedrijven. De twee belangrijkste parameters – solvabiliteit voor de lange termijn en liquiditeit voor de korte – zijn opvallend hoopgevend. “Er zijn meer bedrijven dan voor de crisis met een sterke kredietwaardigheid en het aantal bedrijven met een negatieve solvabiliteit – eigenlijk virtueel failliet – is gedaald”, schetst Burt Riské. “Daarnaast zien we dat de situatie op vlak van liquiditeit (kan een bedrijven de kortlopende betalingen aan?, red.) zeker voor grotere bedrijven gunstig is geëvolueerd. Voor kleinere ondernemingen is de achteruitgang beperkt.” (Olaf Verhaeghe)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier