Ontbijtbabbel met radiopresentatrice Roos Van Acker: “Ik wilde weer kriebels voelen”
Na meer dan 25 jaar bij Studio Brussel had Roos Van Acker (47), in een vorig leven nog een veelgevraagd tv-gezicht, nood aan verandering. Een frisse wind (of misschien beter: ether) dreef haar naar radiozender Willy, waar ze eind augustus aan de slag gaat. “Ik heb het heel moeilijk met loslaten, maar het moet nu. Het was tijd om nog eens een grote sprong te wagen.”
Vijftien jaar gevuld met BV-interviews, maar nooit eerder sprak ik Roos Van Acker. Het is een opmerkelijke vaststelling, die nochtans een reden heeft: Roos had lange tijd niks te promoten. Geen nieuw tv-programma, geen reünie van haar band Eden. Ze ploegde rustig voort op StuBru, waar ze De Tijdloze uiteindelijk tot een volwaardige zender schopte. Maar ook tijdloosheid blijkt eindig, of toch voor de goedlachse radiopresentatrice, die haar aangekondigde vertrek naar radiozender Willy moest bekopen met een onmiddellijk afscheid bij de zender die meer dan een kwarteeuw haar leven domineerde. “Tuurlijk doet me dat verdriet. Ik heb geen afscheid kunnen nemen van de StuBru-luisteraar. Van zodra ik mijn vertrek aankondigde, moest ik niet meer terugkomen. Heel jammer, maar ik snap het wel.”
Hoe ziet jouw ideale zondag eruit?
“Met de zon die in mijn gezicht schijnt terwijl ik langzaam wakker word. Op een ideale zondag rol ik uit mijn bed wanneer ik zin heb, drink ik een koffie of drie, lees ik online de krant in mijn pyjama en bel ik met mama. Als het echt mooi weer is, knal ik naar Cadzand of Nieuwvliet, en neem ik mama mee. Of ik spreek hier in Mechelen af met een vriendin om wat bij te kletsen. En ’s avonds ga ik graag lekker uiteten.”
Wie mag er op zondagochtend aan je ontbijttafel aanschuiven?
“Sting! Ik wil dan gewoon luisteren naar zijn prachtige stem. Ook de drummer van Tool, Danny Carey, mag mee aan tafel. Een heel aimabele man die kan drummen als een beest. (lacht) En ik zou ook nog graag Herman de Coninck erbij hebben. Ik ben nog steeds zot van zijn poëzie.”
Tijd voor de biechtstoel: waar bezondig jij je aan?
“Er vanonder muizen op een feestje zonder goeiedag te zeggen. Of een zak snoep soldaat maken. Mijn zus en ik kregen vroeger nooit frisdrank of snoep. Daardoor gebeurt het nu wel eens dat ik een zak snoep opentrek terwijl ik een mooie film kijk of een goed boek lees. Er is nu niemand die zegt dat dat niet mag. Foert, ik doe mijn goesting. (lacht) Ik heb ook wel iets met fastfood. Quick, McDonalds, Burger King, ik ben er vaste klant. Ook de bezorgers van Uber Eats en Takeaway.com kennen me veel te goed. (lacht)”
“Ik hield van mijn tv-werk, maar op een gegeven moment werd het allemaal wat te veel”
Over naar de actualiteit en die luidt als volgt: je gaat naar Willy.
“Klopt. Ik heb met spijt in het hart afscheid genomen van StuBru, maar ik kijk enorm uit naar wat komen gaat. Ik wilde iets nieuws, ik wilde weer kriebels voelen. Bij Studio Brussel had ik gerust tot mijn pensioen kunnen blijven, maar ik was bang om ‘vast te roesten’. Ik ga richting de 50, dit is misschien de laatste professionele sprong die ik nog kon maken.”
Wat ga je er precies doen?
“Dat mag ik nog niet zeggen. Wat ik wel kan zeggen, is dat ik de rock-’n -roll hoog wil houden. Zo sta ik ook in het leven. Ik heb geen man, geen kinderen, mijn huis is een puinhoop. Mijn moeder noemt dat ‘bohémien’, ik noem het rock-’n-roll. Nochtans speelde ik als kind met de poppen en had ik letterlijk een roze brilletje. Maar mijn leven is haast automatisch die rock-’n-rollkant uitgegaan. Ik werkte voor TMF, ik was zangeres in een succesvolle band, ik ging naar Studio Brussel en plots mocht ik ook Expeditie Robinson presenteren. Ik mocht de wereld zien dankzij mijn werk. Ik denk dat ik uiteindelijk voor mijn werk heb gekozen in plaats van voor een traditioneel leven.”
Het tv-werk is op een gegeven moment wel gestopt. Waar lag dat aan?
“Ik hield van mijn tv-werk; ik deed het met ontzettend veel overgave, maar op een gegeven moment werd het allemaal wat te veel. Ik kwam thuis van opnames voor Peking Express, presenteerde twee dagen later de slotshow van Expeditie Robinson en deed dan nog de avondspits op StuBru. Ik heb dat een tijdje volgehouden, maar het was veel. Ik durfde op een gegeven moment ook niet meer buiten te komen wanneer ik op tv was. Ik had het moeilijk met mensen die naar me staarden. Ik was misschien iets te bekend en herkenbaar. Door op een gegeven moment voor alleen maar radio te kiezen, verbeterde dat. Begrijp me niet verkeerd: ik deed dat tv-werk ontzettend graag, maar alles wat erbij kwam kijken, hield ik niet van. Zelfs interviews vond ik niet leuk. Al valt dit interview goed mee. (lacht)”
We hadden het net al even over de grote stap in je radiocarrière, maar ook op muzikaal vlak gebeurt er wat. Om precies te zijn: Eden maakt een comeback!
“Verwacht voor komende zomer nog niet te veel. We spelen waarschijnlijk maar één keer dit jaar, in CC De Herbakker in Eeklo, ergens in september. Maar het klopt dus wel dat we Eden nieuw leven inblazen. Dertig jaar geleden, in 1994, zijn we gestart, en zes jaar later ben ik uit de band gestapt. Maar na al die jaren hadden we nog steeds goed contact met elkaar. Een paar jaar geleden merkten we namelijk dat er nog wat geld op de rekening van Eden stond. Een soort slapend potje, waarmee we elk jaar gaan uiteten. Dat deden we ook afgelopen januari weer, en het klikte opnieuw zo goed. We leken ook allemaal nood te hebben aan een revival van de band. En plots waren we opnieuw aan het repeteren. Mijn stem is door de jaren heen wat lager geworden, dus we hebben wel wat tijd nodig. (lacht) Maar in 2025 willen we er staan.”
Je bent nu 47, blik je wel eens terug op een bijzondere carrière?
“Ik kijk liever vooruit, maar af en toe moet je wel eens stilstaan bij het verleden. En ik mag fier zijn op dat verleden. Sofie, mijn collega-zangeres bij Eden, zei ooit tegen mij: jij hebt ongelooflijk veel bereikt, en wat heb ik? Ik geef les op de school waar ik zelf zat. Maar zij heeft een pracht van een gezin, en dat heb ik dan weer niet. Ach, iedereen doet waar hij of zij het gelukkigst van wordt. En zo vliegen de jaren rap voorbij.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier