Wannes Cappelle: “Wie na Tom komt, heeft grote schoenen te vullen”
Sommige platen worden geboren uit vreugde, sommige uit verdriet. Toen bandlid Tom Pintens een terminale diagnose kreeg, besloot Het Zesde Metaal samen met hem zijn eindspurt in te zetten. Met de betreurde gitarist aan het roer maakten ze ‘Het langste jaar’, misschien wel de beste plaat die Wannes Cappelle ooit schreef.
Het Zesde Metaal stond op pauze. Was Toms diagnose de aanleiding om toch opnieuw een groepsplaat te maken?
“Ja. Ik had op dat moment toch al twee liedjes min of meer geschreven toen Robin (Aerts, bassist, red.) aan mijn mouw trok of we toch nog eens iets gingen maken. Er was geen plan voor een groepsplaat, maar toen dat nieuws kwam, besloten we vrij snel om toch weer bij elkaar te komen. In het najaar van 2022 zat ik toch tussen twee scenario’s en had ik drie maanden niets te doen. Ik heb in die periode veel geschreven en gespeeld, maar zonder resultaat. Het was pas in januari, toen duidelijk werd dat het waarschijnlijk niet goed zou komen met Tom, en de tijd dus echt drong, dat het snel ging. Tom had aangegeven dat hij de plaat graag wilde producen, we spraken af dat we twee weken later zouden beginnen repeteren. Plots had ik een heel concrete deadline. Zo zijn we aan de slag gegaan, met een heel strak schema. Telkens Tom een chemosessie achter de rug had, en wat was bekomen, hadden we twee dagen om te repeteren. En ik moest zorgen dat we dan genoeg materiaal hadden. Zo had ik telkens ongeveer twee weken om wat te schrijven. Dat klinkt misschien zwaar, maar het viel wel mee. Tom was eigenlijk heel erg vrolijk. Hij was van de ene dag op de andere gestopt met roken en drinken en was erg helder. Hij was strijdvaardig, vastbesloten het beestje te verslaan.”
“Ik was me er van bewust dat ik schreef aan een plaat die waarschijnlijk pas zou uitkomen als Tom al gestorven was”
Je schrijft alleen maar onder druk, zeg je, maar dit leek me wel extreem veel druk.
“Ja, en toch werkte dat op de één of andere manier. De stress was niet het probleem, wel dat mijn schoonbroer twee jaar geleden ook is overleden. Als ik over hem schreef, ging dat als vanzelf ook over Tom. Terwijl hij nog niet dood was. We hoopten allemaal dat hij er door zou komen, zelfs al wisten we dat de kans klein was. Maar niets was definitief, dus het was raar om in maart vorig jaar bijvoorbeeld Het langste jaar voor de groep te brengen, en te voelen dat iedereen dacht dat het net zo goed over Tom kon gaan. En dan Tom, opgewekt: ‘Waarover gaat het?’. Je kunt dan moeilijk zeggen dat het misschien over hem ging, binnen enkele maanden. Ik was me er van bewust dat ik schreef aan een plaat die waarschijnlijk pas zou uitkomen als Tom al gestorven was.”
Tom was in Het Zesde Metaal zowat je rechterhand geworden. Die ben je nu kwijt. Moet de band veranderen nu hij weg is?
“Daarover hink ik nog wat op twee gedachten. Ik vind dat we nu moeten brengen wat we met Tom gemaakt hebben, dus voor de komende tour komt Kasper Cornelus zijn partijen spelen. De vraag is wat we doen als we een volgende plaat maken, want Tom was ook arrangeur. Het kan zijn dat we dan met Kasper spelen, maar het kan ook zijn dat we een volstrekt andere instrumentalist betrekken. Wie na Tom komt, heeft grote schoenen te vullen. Ik weet niet of we exact hetzelfde paar schoenen moeten zoeken, want dan ga je altijd het gevoel hebben dat het vorige beter paste. We hebben geen nieuwe Tom Pintens nodig, maar wel gewoon een vijfde groepslid.”
‘Alles moet veranderen, als je wil dat alles ‘t zelfde bluft.’ Een wijsheid waar je al langer mee rondloopt.
“Met dat nummer liep ik al lang rond. Ik had er een schets voor, maar kreeg het niet rond. Iemand op de radio deed de uitspraak ‘als we willen dat alles hetzelfde blijft, moet alles veranderen’, en dat bleef hangen. Ik vond echter niets dat rijmde op ‘veranderen’. Daar heb ik drie jaar op lopen kauwen, tot ik een laatste poging deed, en plots besefte dat als ik de zin omdraaide, ik op ‘bluft’ kon rijmen. Het is een geweldige waarheid; tegenstrijdig, en tegelijk is het de essentie van het leven op aarde. Onze genen planten zich voort, en het is pas als ze zich veranderen, en er foutjes in sluipen, dat we vooruitgang maken. Maar wij willen graag alles bij hetzelfde houden, maar net daarom moeten we dus meegaan in de verandering.”
In ‘De storm’ kaart je opnieuw de vluchtelingenproblematiek aan. Heb je in dit kille Vlaanderen niet het gevoel dat je langzamerhand roept in een woestijn?
“Als ik zie wat Vluchtelingenwerk Vlaanderen of Een Hart voor Vluchtelingen in Gent doet, dan ben ik gelukkig nog altijd niet alleen. Dat is op zich een troost. Maar ja, je voelt dat mensen schrik hebben, stress krijgen over de wereld die – soms letterlijk als we het over het klimaat hebben – verandert. De maatschappij is nog nooit zo snel geëvolueerd, en dat maakt ons angstig. En als een mens bang is, trekt hij de rolluiken naar beneden. Dan staat hij niet open voor een klop op de deur van iemand in nood. Dat is ongelooflijk onrechtvaardig, maar ook begrijpelijk. We moeten daar niet aan toegeven, maar het is wel belangrijk dat we de stemmen horen van die mensen die bang zijn. Om ze vervolgens misschien wel gerust te stellen, en er op te wijzen dat vluchtelingen niet het probleem zijn. Die zijn het gevolg van de problemen. En ja, ik hou mijn hart vast voor wat de verkiezingen zullen brengen. Maar tegelijk bedenk ik dat zelfs als het Vlaams Belang veertig procent haalt, dat wil zeggen dat er nog altijd zestig procent is die er niet op stemt. Zolang er leven is, is er hoop, denk ik altijd maar.”
‘Het langste jaar’ is nu uit op Unday Records.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier