Kersvers filmacteur Jelle De Beule: “Geen last van faalangst, maar kritiek raakt me wel”

Vanaf aanstaande woensdag kunnen filmliefhebbers naar ‘The Best of Dorien B.’, de debuutfilm van Anke Blondé en meteen ook het filmdebuut van Jelle De Beule, die als acteur heel ambitieus is. “Ik heb nooit actief een acteercarrière geambieerd, maar die ambitie is er in de loop der jaren wel ingeslopen.”

In een uiterst hippe koffiebar in de Gentse Zuidstationstraat, op een boogscheut van de arthouse cinema Studio Skoop, zit Jelle De Beule – met een grote glimlach – aan de cappuccino. De tv-maker en comedian heeft redenen genoeg om vrolijk te zijn, want woensdag maakt hij zijn debuut als filmacteur in de dramatische komedie ‘The Best of Dorien B.’. “Ik heb natuurlijk wel al vaker op een set gestaan. Series als De dag of Callboys zijn zo professioneel gemaakt dat de sets ook wel op filmsets lijken. Een camera op mijn smoel is dus niets nieuws, maar het wordt wel de eerste keer dat die smoel op zo’n groot scherm geprojecteerd zal worden. (lacht)”

The Best of Dorien B. is wat men tegenwoordig een ‘dramedy’ noemt, een komisch drama over de ironie van het dagelijkse leven.
Ik zou het zelfs een kwalitatieve romcom durven noemen, al klinkt romcom een beetje fout. Het is een film over een jonge vrouw die vast zit in een druk bestaan en probeert om haar huisdierenpraktijk, twee kinderen en haar succesvolle maar niet zo loyale echtgenoot te combineren. Het Best of Dorien B. is een krachtig portret, vol herkenbaarheid, kleinmenselijkheid en ietwat pijnlijke humor. Ik zie er op humoristisch vlak wel wat van ‘In de gloria’ in. Het is een slimme film, met amper plot, maar met personages en emoties die volledig kloppen.

Hoe komt de regisseur bij jou terecht? Het is ergens toch een risico om iemand zonder filmervaring – bovendien iemand uit de comedy – een hoofdrol te geven.
Ik heb uiteraard ook gewoon auditie moeten doen, maar Anke (Blondé, red.) had ooit wel al laten vallen dat ze mij wel in die rol van overspelige echtgenoot zag. Tijdens de auditie moest ik één scène spelen, die – zo bleek achteraf – niet eens uit deze film kwam. Maar de toon zat blijkbaar goed. Dat ik eerder uit de comedywereld kom, maakt dan weinig uit. Ik besef dat mensen daar nog een verschil in zien. Een comedian zou geen dramatische rollen kunnen spelen. En comedy wordt niet gezien als echt acteren. Maar dat is onzin. Het is gewoon een andere aanpak.

Zou je zelf eigenlijk een film kunnen schrijven? Liggen daar ook nog ambities?
Ik ben momenteel een komische reeks aan het schrijven voor VIER, samen met Rik Verheye en Koen De Poorter van Neveneffecten. Daar zijn wij al dik anderhalf jaar fulltime mee bezig. In februari beginnen we te draaien. En uiteraard heb ik mezelf ook een rol gegeven, dat is nu eenmaal de makkelijkste manier om een rol te scoren (lacht). Maar veel meer mag ik daar helaas nog niet over zeggen.

Ben jij iemand die wel eens last heeft van faalangst? Want zo’n comedyreeks kan natuurlijk ook heel slecht uitdraaien. Het is een enorm moeilijk genre.
Ik heb geen faalangst, maar ik kan wel moeilijk met kritiek overweg. Ik moet me daarvoor wapenen als ik weet dat het eraan zit te komen. Zoals nu dus met mijn filmdebuut. Ik ben geen acteur van opleiding en ben dus nog onzeker over mijn acteerprestaties. Bij het schrijven van comedy heb ik daar minder last van, omdat ik na al die jaren wel een zeker metier heb. Maar als ik nu als acteur neergesabeld word, zou dat wel flink op me inhakken.

Hoe ziet jouw ideale zondag eruit?
Mijn vrouw laat mij in het weekend altijd uitslapen en dat is een godsgeschenk, zeker met drie kinderen. Als ik een drukke week heb gehad, wil ik het weekend liefst niet te veel het huis uit. Mijn zetel staat daar, daar wil ik dan ook wel eens gebruik van maken. Maar blijkbaar moet je tegenwoordig altijd iets met je kinderen gaan doen. En dus slenteren wij wel eens graag door Gent. Of gaan we bij de ouders of schoonouders op bezoek, waar gelukkig ook een zetel staat (lacht). Ik wil niet te veel speciale dingen doen, al moet ik met tegenzin toegeven dat mijn oudste net beginnen voetballen is. Ik heb zelf niks met sport en zeker niet met voetbal. Maar ik ga dan wel mee naar de wedstrijd op zaterdag. Een paar weken geleden was dat een heel tornooi, waardoor heel mijn zaterdagvoormiddag en een deel van de namiddag om zeep was. Gelukkig heeft mijn jongste zoon duidelijk mijn genen. Die wil niet gaan voetballen, maar wil kok worden. En ik ga in het weekend liever naar een fancy restaurant dan naar een voetbalwedstrijd (lacht).

The Best of Dorien B., vanaf woensdag 11 september in de bioscoop.