Stand-upcomedian, tv-maker en docent bedrijfseconomie Kamal Kharmach: “Hoe dikker ik word, des te meer ik wil bereiken”
Kamal Kharmach, de eindejaarsconferencier des vaderlands, heeft heimwee naar het podium. Maar in plaats van op te treden, verbetert hij nu – met bijna evenveel goesting – examens bedrijfseconomie van tweedezitstudenten. “Weinigen weten dat ik al heel mijn leven gepassioneerd ben door economie en ondernemen.” Kwam dat even goed uit voor de VRT, die hem prompt een eigen realityshow over ondernemingen in nood gaf.
Als je als kind al ‘den boekhouder’ wordt genoemd, is de kans bestaande dat je carrière ook die richting uitgaat. Kamal Kharmach werd uiteindelijk geen boekhouder, maar wel econoom en docent bedrijfseconomie en economische vorming aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. “Voor ik komiek werd en voor televisie begon te werken, was ik al assistent economie aan de unief. Ik ben daar dan mee gestopt, maar ik miste het zo hard dat ik weer les ben gaan geven. En nu zit ik dus volop in de tweede zittijd. Gelukkig hebben de meeste van mijn studenten het er wel behoorlijk vanaf gebracht. Het lesgeven op afstand was dankzij mijn tv-ervaring een stuk makkelijker. Sommige studenten vonden mijn online lessen zelfs beter dan mijn ‘normale’ lessen (lacht).”
Je ervaring als tv-maker en die als econoom en ondernemer komen nu samen in een eigen tv-programma, genaamd Andermans zaken.
Klopt. In Andermans zaken help ik zes Vlaamse ondernemingen in nood. Ik liep eigenlijk al langer rond met zo’n tv-idee over ondernemen, en toevallig was de VRT al langer op zoek naar een programma over ondernemen. Een ideale match dus. Voor ik het wist, mocht ik een pilootaflevering maken, die zeer goed onthaald werd. En plots is er dus een programma. Afijn, het is er al langer, het had eigenlijk in april al op de buis moeten komen, maar door corona was dat onmogelijk.
Ben je tevreden met het resultaat?
Het is beter geworden dan ik had gedacht. Eerlijk gezegd had ik schrik voor die andere rol. Mensen kennen me als de vrolijke komiek, maar niet als reality tv-figuur die advies geeft over ondernemen. Dus daar was ik wel wat zenuwachtig voor. Maar vanaf het moment dat het over de cijfertjes begon, ging de knop om in mijn hoofd. Niet dat ik dan een Gordon Ramsay werd, maar ik kon mijn expertise wel inzetten om mensen te helpen. Uiteindelijk was ik heel blij toen ik de montage zag. Ik kom over zoals ik ook echt ben: zachtaardig en empathisch, maar strenger als het over de cijfertjes gaat. Ook de reacties die ik al heb gekregen van de VRT-top zijn overweldigend. Ondernemen is misschien niet het meest sexy onderwerp voor een tv-programma, maar ik ben heel fier op wat we gemaakt hebben.
Wat doe je eigenlijk het liefst: een tv-programma maken, op het podium staan met comedy, of voor een klas staan?
Wat een gemene vraag. Ik ga dan voor de combinatie. Ik ben niet gemaakt om voor de rest van mijn leven voltijds hetzelfde te doen. Ik heb te veel last van FOMO (Fear Of Missing Out), angst om iets te missen. Lesgeven zie ik bovendien als hobby, niet als werk, dus dat zou ik echt niet kunnen loslaten. Ik mag babbelen over mijn grootste passie en krijg daar ook nog voor betaald. Met comedy en ondernemen heb ik net hetzelfde. Toch besef ik wel dat ik momenteel iets te veel hooi op mijn vork neem en dat ik eigenlijk wat zou moeten afremmen. Dat gevoel is er pas gekomen na de geboorte van mijn dochtertje in januari. Als ik nu een voorstel krijg voor een nieuw project, vraag ik me eerst af of dat mijn tijd wel waard is. Want hoe meer tijd ik daarin investeer, hoe minder tijd er is voor mijn dochtertje. Geld is plots minder een waardemeter.
Hoe bevalt het vaderschap eigenlijk?
Een kind krijgen is als een soort smoothie van gevoelens. Er zit van alles in: veel twijfel – kan ik dit wel? – en angst, maar vooral heel veel blijdschap, liefde en amusement. In een echte smoothie zitten soms ook ingrediënten die niet zo lekker zijn, zoals zeewier of spinazie, waarvan je weet dat ze goed voor je zijn. Mij mogen ze alles afpakken, behalve mijn smoothie (lacht).
Sinds vorig jaar ben je de eindejaarsconferencier van de openbare omroep. Sta je wel eens stil wat je op 28-jarige leeftijd al allemaal bereikt hebt?
Ik sta daar te weinig bij stil. Natuurlijk gaat het allemaal beter dan ik ooit had durven dromen. Ik ben de eindejaarsconferencier van de VRT, ik ben docent aan een hogeschool, ik heb binnenkort een tv-programma in primetime. Dat is niet niks. Toch sta ik daar niet zo bij stil. Het klinkt misschien raar, maar hoe dikker ik word, des te meer ik wil bereiken. Alsof ik het feit dat ik me slecht in mijn vel voel wil compenseren met carrièresucces. Daarom zal ik ook nooit de persoon zijn die van zichzelf vindt dat hij het gemaakt heeft. Succes is ook relatief. Mijn moeder heeft nooit een dag gewerkt, maar heeft wel zes kinderen opgevoed. Ik vind haar daarom succesvoller dan ik ooit zal zijn. Net als mijn buurman met vier kinderen die zich kapotwerkt in een fabriek om zijn kinderen een beter leven te geven. Dat is pas succesvol.
Dus gewicht blijft een gigantisch issue in je leven.
Gewicht overheerst mijn leven. Vraag me nog eens of ik vind dat ik succesvol ben wanneer ik dun ben. Misschien dat ik dan wel ja zeg. Ongelukkig ben ik zeker niet – ik heb een fantastische carrière en een geweldig dochtertje – maar ik loop wel altijd rond met het gevoel dat er iets beter kan. En in plaats van te werken aan mijn gewicht, vind ik het makkelijker om me in mijn carrière te storten. Zolang dat emotionele gat niet gedicht is, zal ik het blijven vullen met andere dingen. Dat doe ik al heel mijn leven. Het neveneffect daarvan – een succesvolle carrière – is positief, maar het is natuurlijk allemaal compensatiegedrag. Weet je dat ik altijd het gevoel heb gehad dat ik jong zou sterven? Dat hebben ze me ook vaker gezegd. Dan wilde ik op die korte tijd op aarde toch zoveel mogelijk beleefd en bereikt hebben. Die gedachte, over dat jong sterven, is een tijdje weggeëbd, maar ik voel dat ze nu terugkomt. Ik voel ook de fysieke impact van mijn gewicht. Ik voel de pijn in mijn knieën en in mijn rug.
Ligt die somberheid ook niet aan het feit dat je nu niet op de bühne kunt?
De enige reden waarom ik nog niet cynisch ben geworden in deze coronatijden, is mijn dochter. Ik ben het aan mezelf en aan haar verplicht om hoop te blijven hebben voor een betere samenleving. Die hoop wil ik trouwens ook meegeven in mijn oudejaarsconference. Als er ooit een jaar is waarin we de lach nodig hebben, dan is het dit jaar toch wel. In februari dachten we nog dat storm Ciara het ergste was dat ons kon overkomen. Dan was er ook nog bijna een Derde Wereldoorlog, de bosbranden in Australië, het hele Black Lives Matter-gebeuren, … Er is dit jaar al genoeg gebeurd om een aantal eindejaarsconferences mee te vullen. Het grote probleem is dat ik die conference normaal gezien zestig keer voor een volle zaal uitprobeer. Aan de respons van het publiek weet ik waar ik nog moet bijschaven. Dat kan nu dus niet, al ga ik wel nog proberen om zoveel mogelijk voor een klein publiek te spelen. Die conference moet nu eenmaal goed zijn. Ik wil niet dat er straks alleen maar grappen in zitten waar alleen ik om kan lachen. Om eerlijk te zijn, heb ik tot vorige week getwijfeld om die conference te doen, maar het is nu meer dan ooit nodig.
Andermans zaken, binnenkort te zien op Eén.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier