Na de bestseller ‘Mijn Parijs’ tipt Bent Van Looy zijn favoriete adressen in Amsterdam: “Altijd gehoopt dat dit een heuse reisboekenreeks zou worden”

Na het succes van ‘Mijn Parijs’ trok muzikant Bent Van Looy opnieuw op citytrip. Dit keer naar Amsterdam, de stad die hij al zo goed kende maar hem nog steeds wist te verrassen. “Parijs is de stad waar ik tien jaar heb gewoond, Amsterdam is de stad waar ik heel graag tien jaar zou wonen.”

Sinds afgelopen donderdag ligt Mijn Amsterdam in de boekhandel, het vervolg op het zeer succesvolle Mijn Parijs, het reisboekendebuut van muzikant/kunstenaar Bent Van Looy. In Mijn Amsterdam trekt Bent er opnieuw op uit om met een rijkelijk gevuld adressenboek terug te keren. Of je nu wil weten waar in Amsterdam de beste vaasjes geserveerd worden, welk kraam de beste haring verkoopt of waar je ’s zomers zomaar het IJ in mag duiken, Bent toont je de weg. “Amsterdam was al een thema in mijn kindertijd; het was de enige stad waar mijn ouders naar toe wilden. Het werd voor mij een mythische plek, de woonplaats van Ramses Shaffy en Jan Wolkers. Mijn ouders vertelden me dat Amsterdam op palen was gebouwd, waardoor die stad als een soort paaldorp begon te leven in mijn verbeelding. De eerste keer dat ik er kwam, had ik het gevoel dat ik de stad al kende. Ik had er al zoveel over gelezen en gehoord. De hele essentie van Amsterdam zat al in mijn hoofd.”

Wat is er zo bijzonder aan Amsterdam?

“Amsterdam is een eerlijke stad: what you see is what you get. Het tempo ligt er hoog, hoger zelfs dan in Parijs. Om de twee seconden kun je in Amsterdam doodgereden worden door een fietser die door de stad jakkert. (lacht) Er stroomt adrenaline. Dat hoor je in de taal van de Amsterdammers. Amsterdam is een soort rovershol: gesticht om geld te verdienen en handel te drijven. Dat heeft iets heel eerlijks. En het heeft het gezicht van de stad bepaald. Zulke prachtige grachtenpanden bouw je immers alleen met ontieglijk veel geld.”

Je hebt hier twee jaar aan gewerkt, met ontelbaar veel bezoekjes aan Amsterdam. Heeft de stad je alsnog verrast?

“Absoluut! Ik kende Amsterdam natuurlijk al heel goed. Zelfs toen ik in Parijs woonde, kwam ik er vaak om vrienden op te zoeken, die me buurten leerden kennen waar je als toerist of muzikant zelden komt. Toch heb ik nog ontzettend veel nieuws ontdekt. Ik had vooraf wel een arsenaal aan adresjes dat zeker in het boek moest, maar als je eenmaal begint te wandelen in een stad, ontdek je telkens weer nieuwe dingen. Amsterdam is natuurlijk – net als Parijs – platgewalst door massatoerisme; toch vind je in mijn reisgids alleen maar adresjes voor bezoekers die buiten de gebaande paden willen treden. Er staan geen stroopwafelwinkels of frietkramen in waar TikTokkers uren voor in de rij gaan staan.”

Je hebt nu ‘Mijn Parijs’ en ‘Mijn Amsterdam’. Dat lijkt op het begin van een hele reeks. Welke steden volgen nog?

“Ik heb altijd gehoopt dat dit een heuse reisgidsenreeks zou worden. Steden bewandelen is iets wat ik heel goed kan, wat ik ook al heel lang doe. Zo’n gids maken is een fantastisch excuus om je helemaal onder te dompelen in zo’n stad. Maar wat na Mijn Amsterdam? Ik heb met heel veel steden nog een sterke band. Ik heb met Das Pop twee jaar in Londen gewoond, ik heb in Los Angeles een paar platen opgenomen, ik kom heel vaak in Zürich, waar mijn vrouw vandaan komt. We zullen wel zien wat het wordt; eerst duim ik dat Mijn Amsterdam een succes blijkt.”

Een boek maken neemt heel wat tijd in beslag. Tijd die je ook had kunnen stoppen in nieuwe muziek of nieuwe schilderijen.

“Klopt. Het is zonde dat er maar 24 uur in een dag zijn. Maar Mijn Parijs is ontstaan tijdens corona, toen ik toch niks anders te doen had. Ik zat opgesloten, maar kon op reis in mijn hoofd. Uiteindelijk vond ik het zo leuk om dat boek te schrijven dat ik dacht: dat wil ik nog wel eens doen. Oké, het neemt veel tijd in beslag, maar het is de moeite waard.”

‘Mijn Amsterdam’ (uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts) ligt sinds donderdag in de boekhandel.