Ontbijtbabbel met VRT-journalist Riadh Bahri: “Alles went, zelfs aangevallen worden”
Turbulente maanden zijn het voor VRT-journalist en piloot-in-opleiding Riadh Bahri, die onlangs in het huwelijksbootje stapte, en twee weken geleden (nogmaals) slachtoffer werd van homohaat. “Ik had ooit al zoveel moeite om uit de kast te komen, nu proberen sommige inwoners van Brussel mij er terug in te duwen.”
Op een gezellig terrasje aan het Brusselse Rouppeplein, niet ver van de plek waar hij werd aangevallen, wachten Riadh Bahri en Puk – zijn ruwharige teckel – me op met een voorzichtige glimlach en heel wat gekwispel. Hier in de Kaffabar werd Riadh opgevangen, nadat hij opnieuw slachtoffer werd van homohaat. “Ik was met mijn hond op vaste ronde om half tien ’s morgens, toen een jongeman aan het Anneessensplein op me afstapte en de weg vroeg naar het noordstation. Op zich al een vreemde vraag, want we zitten hier dichter bij het zuidstation. Na mijn uitleg wilde hij mij een vuistje geven. Of dat dacht ik toch. Maar hij greep me bij de keel en met zijn vuist begon hij op mijn borstkas te kloppen. Ik viel, de leiband scheurde, mijn hond zette het op een lopen, ik werd nog een paar keer getrapt en hij riep ‘vuile homo’.”
En dit was niet de eerste keer. Hoe ga je daarmee om?
“Hoe absurd het ook klinkt: alles went. Door de jaren heen heb ik wel een preventiemethode ontwikkeld om geen last te krijgen. Ik denk meestal na over welke kledij ik aantrek, zodat je zeker niet van ver al kunt zien dat ik homo ben. Ik let op hoe ik wandel, ik zal nooit mijn partner een hand of kus geven op straat. Als we ’s avonds laat nog op pad moeten, stippelen we de veiligste route uit. Al raak ik soms nog verrast. Een paar weken geleden stak ik de straat over en kwam een auto iets te agressief mijn richting uit. De raampjes gingen naar beneden en ik werd uitgescholden, door de chauffeur én door zijn vrouw, voor vuile homo. Ik schrok toch even, het was de eerste keer dat ik een vrouw dat hoorde roepen. Maar ook dat went weer. Ik ben al in elkaar geslagen, bespuugd, achtervolgd, ik word niet dagelijks maar toch zeker maandelijks uitgescholden.”
Je woont al meer dan tien jaar in Brussel. In jouw situatie zouden al heel veel mensen het hebben opgegeven en verhuisd zijn.
“In mijn hoofd was het heel lang ondenkbaar om ergens anders te wonen dan in Brussel. Maar eerlijk: nu geef ik het nog twee jaar. Op een gegeven moment is de grens bereikt. Ik kan begrip opbrengen voor mensen die vanuit cultureel of religieus standpunt een probleem hebben met mijn seksualiteit, maar ze moeten me wel gerust laten. Uitgescholden worden, daar kan ik nog mee leven. Bespuugd worden ook nog net. Maar op mijn bakkes krijgen, dat gaat te ver. Gelukkig verandert de stad wel langzaamaan, ten goede. In vergelijking met tien jaar geleden is het veel aangenamer en leefbaarder. Dus ik wil Brussel wel nog kansen blijven geven. Ik was trouwens aangenaam verrast dat de Brusselse politie mij heel serieus nam. Ook dat was tien jaar geleden wel anders.”
Even wat positieve vibes: je bent onlangs in het huwelijksbootje gestapt. Was die trouw alles waar je van droomde?
“Iedereen was oprecht gelukkig, iedereen glunderde, het was zo’n feestje zoals je er in 2019 had. Maar dan op een berg in Frankrijk, drie dagen lang. Na dag 1 was alle drank al op. (lacht) Normaal gezien waren we vorig jaar al getrouwd. Het was heel zuur om dat met een jaar uit te stellen. Maar uiteindelijk was het fantastisch, ja.”
Ook op je werk gaat het je voor de wind. Ik heb je afgelopen zomer toch in veel Journaals zien opduiken. En je bent tegenwoordig ook op de radio te horen. Hoe ambitieus ben je?
“Tien jaar geleden, toen ik bij de VRT begon, was ik heel onstuimig, gulzig en ambitieus. Te onstuimig, gulzig en ambitieus. Nu ben ik dat iets minder. Ik heb een bepaalde rust gevonden in het leven. Mijn geluk hing tot een paar jaar geleden volledig af van mijn werk. De VRT was toen mijn lief. Als dat dan eens tegenviel, had dat een enorme weerslag op mijn mentale toestand. Nu is het anders. Ik doe het op mijn manier en blijf zoveel mogelijk trouw aan mezelf. De tijd dat VRT-journalisten kleurloos en smaakloos moesten zijn om geloofwaardig over te komen, ligt gelukkig achter ons.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier