Professor Hendrik Vos blikt vooruit op belangrijk Brits referendum: “Brexit is een reële optie”
Donderdag trekken de Britten naar de stembus. De vraag die voorligt, is even eenvoudig als cruciaal: in de Europese Unie blijven, remain, of die verlaten, leave. Na de ‘Brexit-moord’ op het Europees gezinde parlementslid Jo Cox donderdag schorsten beide kampen hun campagne op. Volgens de peilingen kan het referendum alle kanten uit. Hoe dan ook zal de uitkomst een impact hebben op het leven van ons allemaal. Professor Hendrik Vos schetst de precaire situatie.
Dat de Europese Unie in het slop zit, is een eufemisme. “De euforie van 25 jaar geleden is helemaal verdwenen”, weet professor Hendrik Vos. “De bevolking is niet meer mee. Zij ziet vooral veel geploeter en denkt dat het systeem niet meer werkt. Dat is niet juist. De EU zet wel degelijk stappen vooruit, maar dat gebeurt op een trage manier. Je moet nu eenmaal rekening houden met 28 nationale belangen. Dat vraagt compromissen. Maar Europa is nog altijd een unieke plek in de wereld: een bevolking van 500 miljoen mensen die zo welvarend en sociaal zo goed beschermd is, dat zie je nergens.”
Toch durven de politieke leiders Europa niet meer te verkopen.
Dat klopt. Je ziet in elk land dat politici zich laten opjagen door eurosceptici. Nochtans kun je de uitdagingen van vandaag niet meer oplossen als apart land. Denk aan terrorisme, vluchtelingen, klimaatuitdaging of belastingontduiking. Je moet dat samen doen.
Is dat slap leiderschap?
Dat zal inderdaad zo zijn. Maar die angst zal als een boemerang terugkeren. De Britse premier David Cameron voelt dat nu al. Hij heeft jarenlang afgegeven op Brussel, maar nu hij beseft wat er op het spel staat, is hij helemaal geflipflopt. Cameron is niet achterlijk.
Wordt dat Brexit-referendum een mijlpaal in de geschiedenis?
Dat staat hoe dan ook binnen vijftig jaar in de geschiedenisboeken. Groot-Brittannië heeft vlak na haar toetreding in 1973 al eens een referendum gehouden, maar voor de Europese Unie in haar huidige vorm is het de eerste keer dat een bevolking deze vraag krijgt. Natuurlijk hoopt iedereen in Europa, waarmee ik de leiders en de instellingen bedoel, dat de Britten ‘remain’ stemmen. Maar de kans is reëel dat het een Brexit wordt.
De jongeren hebben donderdag de sleutel in handen. De vraag is óf zij gaan stemmen.
Wat zouden de gevolgen van een ‘remain’ zijn? Groot-Brittannië zou dan alvast een speciaal statuut genieten.
Ja, maar dat is nu al het geval. Op veel domeinen doen zij al beperkt of helemaal niet mee. Denk aan de euro of het asiel- en migratiebeleid. Veel zal dat statuut niet veranderen. Voor de transparantie is dat niet goed, maar het werkt wel.
Welke gevolgen zou een ‘leave’ hebben?
Dat is moeilijk te voorspellen. Het Verdrag stelt alleen dat een land eruit kán stappen. Hoe dat moet gebeuren, zal veel improvisatie vragen. Andere landen zullen dit niet prettig vinden. Een Unie zonder Groot-Brittannië is een geamputeerde Unie. De Britten zijn misschien lastige onderhandelaars, maar vaak ook constructieve voortrekkers, bijvoorbeeld in het klimaatdebat. Bovendien: als je als Europa een rol wil spelen in de wereldpolitiek, heb je hen nodig. Je kan geen Europese defensie bouwen op de fundamenten van het Belgisch en Luxemburgs leger.
Volgens het Internationaal Monetair Fonds loopt Groot-Brittannië in het geval van een Brexit risico op een zwakkere economische groei.
De meeste studies wijzen die richting uit, ja. Nu, hoe dan ook zal dan een economische deal gesloten worden. Als de Britten één iets willen behouden, is het ongelimiteerde toegang tot onze interne markt, zonder extra tarieven. Europa is hun belangrijkste afzetmarkt. Maar dan zal Europa wel eisen dat zij voldoen aan onze kwaliteitsnormen en regels. En dat wordt dan het grappige: als de Britten eruit stappen, zullen ze aan dezelfde regels moeten voldoen als nu, én ze zullen niet langer mee beslissen over die regels.
Kan een Brexit een domino-effect veroorzaken?
Dat zal sowieso voor euforie zorgen bij eurosceptische partijen, maar ik denk niet dat veel regeringscoalities staan te springen voor dergelijke avonturen. De meeste leiders beseffen goed wat de Unie waard is. Velen zullen afwachten welke deal de Britten in dat geval uit de brand slepen.
Een boegbeeld van de ‘leave’-campagne is Boris Johnson, een merkwaardig man. Wie is dat?
De vroegere burgemeester van Londen, en heel populair in linkse én rechtse kringen. Johnson is een charismatisch figuur die goed kan praten. Maar in deze campagne streeft hij een eigen politieke agenda na. Binnen de Conservatieve partij woedt een interne strijd. Johnson wil premier worden.
Politici laten zich opjagen door eurosceptici. Die angst zal als een boemerang terugkeren.
Ten koste van partijgenoot Cameron die het boegbeeld van de ‘remain’-campagne is. Kan het nog gekker?
Neen. (lacht) Als Cameron het referendum verliest, lijkt het mij inderdaad onmogelijk dat hij kan aanblijven als premier. Zijn geloofwaardigheid is nu al gereduceerd tot nul. Hij realiseert zich dat ook.
Johnson die de doelstellingen van de EU vergelijkt met die van Hitler, Cameron die waarschuwt voor een Derde Wereldoorlog, wordt dat debat eigenlijk ernstig gevoerd in Groot-Brittannië?
Neen. En dat zegt iets over het onderwijs en de media daar. Dat deze statements zo belangrijk gevonden worden, wijst erop dat de basiskennis over de EU afwezig is. Nu, dat is niet alleen in Groot-Brittannië zo.
Waar komt die Britse afkeer van Europa vandaan?
Winston Churchill zei al: ‘We are with Europe, but not of Europe’. Dat gevoel is altijd gebleven. De idee dat Groot-Brittannië ooit een wereldrijk is geweest, die fierheid op de Britse natie, blijft sterk leven. En dat in combinatie met een eilandmentaliteit, dat gevoel van anders te zijn, voedt die afkeer. Let op: de jongere generatie heeft dat minder. Zij zijn ook eerder geneigd om ‘remain’ te stemmen. De vraag is óf zij gaan stemmen. Zij hebben de sleutel in handen.
Hoe leest u de gematigde uitspraken van Europees president Donald Tusk? Hij zegt dat een Europa zonder natiestaten een utopie is.
Hij wil het Britse publiek geruststellen. Maar hij negeert de realiteit. Een terugkeer naar de oude staatsorganisaties, de negentiende-eeuwse natiestaten, zal nooit gebeuren. De geschiedenis keert nooit terug op haar stappen.
President Tusk zou moeten zeggen waar het op staat. Ik vind dat hij in crisissituaties soms te laat in actie schiet.
Hoe doet Tusk dat als opvolger van Herman Van Rompuy?
Ik vind dat hij het minder verstandig aanpakt. Hij zou moeten zeggen hoe de situatie echt in elkaar zit. En in crisissituaties schiet hij soms heel laat in actie. Die toestand rond Griekenland bijvoorbeeld: hij liet dat over aan de lagere echelons omdat het hem minder interesseerde. Van Rompuy zou dat nooit gedaan hebben.
Hoe geraakt Europa uit het slop? Guy Verhofstadt pleit voor een Unie met twee snelheden. Is dat realistisch?
Ja en neen. Ja, in de zin dat een Europa in twee snelheden wel degelijk werkt. Je ziet dat nu al. Je hebt de kernlanden, grosso modo de eurolanden, die het voortouw nemen, en daarnaast landen die niet overal aan meedoen. Maar Verhofstadt pleit ervoor dat die kernlanden een grote sprong voorwaarts maken. En hij meent dat zonder die sprong het project in elkaar zal stuiken. Dat klopt niet. De Unie is weerbaarder dan dat. Maar de richting die hij aangeeft, is wel de juiste: stapje per stapje richting één federatie.
Europa dat zijn morele principes overboord gooit door een vluchtelingenakkoord te sluiten met een land als Turkije, is dat niet veel gevaarlijker voor zijn voortbestaan dan een Brexit?
Dat is misschien wel juist. Europa is in dat vluchtelingendebat zo in een kramp geschoten dat de Turkse president Erdogan alles kreeg wat hij wou. Dat is plat op de buik gaan. Die waardensokkel, – vrijheid van meningsuiting, scheiding kerk en staat, gelijkheid man en vrouw – is nochtans het enige wat alle Europese landen bindt en ons doet onderscheiden van de rest van de wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier