Getest: intermittent living

Hoewel we stress direct als iets negatief zien, is het dat niet altijd. Meer nog: we hebben stress nódig, op voorwaarde dat het acuut en kortstondig is. Enter: intermittent living, een wetenschappelijk onderbouwde levensstijl die je lichaam en geest uitdaagt met korte stressprikkels als honger, dorst, warmte en koude. Het klinkt allerminst aanlokkelijk, maar het zou je dus wel sterker, energieker en gezonder maken.

Of ik graag een week lang enkele laagdrempelige oefeningen wil uitproberen volgens de intermittent levensstijl? Eerlijk? Neen. De term hangry – waarbij je bij honger lichtelijk agressief wordt – is me op het hongerige lijf geschreven.

Ik kan ook niet goed tegen de koude of de warmte en volgens mij heb ik nú al dorst. Maar de resultaten van intermittent living klinken wel veelbelovend. Wie zijn lichaam en geest regelmatig blootstelt aan kortstondige stressprikkels, heeft meer energie, een sterker immuunsysteem, minder stress en ontstekingen, betere slaap en meer focus. Bovendien kan je bij intermittent living zelf kiezen welke stressprikkels je implementeert. Je hoeft niet én honger én koud én dorst te lijden.

Meer nog: om effectief te zijn, is het essentieel dat de stress kortstondig en onverwacht is. Intermittent-livingcoach Siebe Hannosset: “Kortstondige koude, hitte, dorst, honger, intensieve beweging, cognitieve uitdagingen onder tijdsdruk of zuurstofprikkels hebben een bewezen effect. Maar als je de stressprikkels te lang ervaart, wordt het ongezond. Als je elke dag op dezelfde manier gaat vasten of elke dag een ijsbad neemt, is het geen prikkel meer en verliest het zijn effect.”

Vasten

Het meest gekende voorbeeld binnen de methode van intermittent living is uiteraard het periodiek vasten. Daarbij eet je 16 uur niet (inclusief nachten) en acht uur wel, om je lichaam voldoende rust te bieden. Na enkele dagen zou je je al energieker en mentaal sterker moeten voelen.

Om hiermee te beginnen, kan je wachten met ontbijten tot tien uur. Ik ben hier één keer in geslaagd zonder iemand de kop af te bijten. Want ’s avonds eet ik vaak al om 18 uur en om 9 uur ’s ochtends ben ik al ruim twee uur wakker, langer kan ik niet wachten om te ontbijten.

Die ene dag waarop ik het haalde tot 10 uur, had ik dan ook pas tegen 14 uur voldoende honger om te lunchen. Niet haalbaar voor wie zich aan vaste lunchtijden moet houden of een kind heeft dat ten laatste om 18 uur wil eten. Je kan uiteraard op andere tijdstippen eten dan je collega’s of je kroost, maar dat is niks voor mij.

Intermittent cold

Een andere manier om je lichaam kortstondig te prikkelen, is om je ‘sochtends kort af te douchen met koud water. Ik geef al mee dat het niet helpt om jezelf in te beelden op een tropisch eiland. Mijn brein liet zich niet bedriegen met die onzin: het was koud en dus zeer onaangenaam. Toegegeven, nadien voelt het wel alsof je de wereld aankan. Misschien vooral omdat het dát overleefd heeft.

Wie nu denkt: ‘Ochere, vijf minuten afdouchen met koud water is niks’ heeft wellicht overschot aan gelijk, maar míjn lijf is het niet gewoon en was dus compleet in shock van mijn sadomasochistische daad. Mijn brein overigens ook. Dat verklaart misschien waarom het niet geweldig goed meewerkte bij de oefeningen op intermittent cognitive pressure, waarbij je onder tijdsdruk cognitieve uitdagingen aangaat.

Het moderne leven en al zijn technologieën maakt het ons brein te gemakkelijk, waardoor de kneedbaarheid van onze hersenen onvoldoende wordt geprikkeld en we die verliezen. Ik maakte er een spelletjesavond van met de kinderen. Op het menu? Het 5-seconden spel, waarbij je binnen de 5 seconden antwoordt op vragen als: ‘Geef drie namen van leerkrachten uit het lager onderwijs’. Het deed me oprecht twijfelen of mijn diploma wel verdiend was. Mijn brein werd wel getriggerd, gezien het ná het spel plots veel sneller op van alles wil reageren. Beter laat dan nooit?

Geen zittend gat

Een week is wat te kort om te kunnen spreken over verandering in mijn energieniveau, maar het heeft wél al invloed op mijn mindset. Vergelijkbaar met het gevoel na een sportsessie. ‘s Ochtends koud afdouchen is niet mijn ding, maar: ik was wel metéén wakker.

Wat wel een blijver is, zijn de actieve pauzes tussen het neerzitten door. Zitten is een dooddoener, letterlijk. Er is een directe relatie tussen langdurig zitten en vroegtijdig sterven, tot wel 49% meer kans. Bij intermittent excercice ga je idealiter elk uur zittijd doorbreken met een aantal minuten je hartslag de hoogte in te jagen door te dansen op je favoriete nummer – zoals ik deed – of de trap enkele keren op en af te lopen. Dat doet me eraan herinneren dat het tijd is om nog eens een dansje te placeren.

Intermittent living? Onze redactrice deed de test!

tekst Sabrina Bouzoumit foto Leen Van den Meutter/Getty

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier