Binnenkijken in een geslaagde metamorfose van een industrieel pand: Woning aanpasbaar in tijd en ruimte
Zelfstandig interieurarchitect Steven Van Compernol gaf een vervallen industrieel pand een nieuw leven. Hij richtte de witte doos met zwarte ramen, zoals hij zijn huis in essentie omschrijft, in als een ronduit gezellige woning waarin hij samen met zijn gezin leeft en werkt. In de voormalige melkerij in Ruddervoorde verzoent hij open ruimte met huiselijkheid. Zo gaf hij het vervallen industriële pand een heel nieuw leven.
(Tekst: Nancy Boerjan / Foto’s: Joke Couvreur)
1/5
2/5
3/5
4/5
5/5
1/5
2/5
3/5
4/5
5/5
Toen het jonge gezin van Steven Van Compernol rond de eeuwwisseling uit hun huisje in centrum Brugge groeide, begonnen Steven en Bieke een zoektocht naar een ruimere woning. Hij keek uit naar een ligging langs een van de Brugse uitvalswegen – wat de vele verplaatsingen die hij als interieurarchitect maakt, zou vergemakkelijken – en koos er bewust voor om geen nieuwe bouwgrond in te nemen, maar een bestaande woning te renoveren.
“Het werd een hele zoektocht”, blikt hij terug. “Tot mijn vrouw Bieke na alweer een vruchteloze zondag huizen kijken, toch nog eens op het internet surfte en op een vervallen industriepand in Ruddervoorde botste. Ik reed er die avond nog heen en het was coup de foudre. Ik zag er meteen het potentieel van in. Op maandag ging ik al terug, samen met de aannemer, en toen ook hij het zag zitten, zijn we er voluit voor gegaan.”
Ruimtegevoel
Wie de foto’s van het industriepand anno 2003 ziet, kan zich de coup de foudre van Steven nochtans moeilijk voorstellen. In het gebouw werd van 1933 tot1960 een melkerij ondergebracht, nadien werd het gebruikt door een metaalverwerkend bedrijf. Het volledige terrein was volgebouwd, het ene hokje na het andere. Die dienden allemaal afgebroken te worden. “We hebben hier wel honderd containers stenen afgevoerd.” De ondergrond rondom het centrale pand werd onthard en vervangen door waterdoorlatende bodembedekkers, zoals gras en grint. Het karkas van het industriële pand werd behouden. De gevel bleek te zeer aangetast om nog hersteld te kunnen worden en werd in nieuwe stenen heropgebouwd.
“Enerzijds vond ik het jammer dat we de oude, gele stenen niet konden behouden. Anderzijds konden we daardoor wel de ramen gemakkelijker aanpassen aan onze noden en de buitenschil extra isoleren”, aldus Steven. Binnenin werd de open ruimte ingedeeld in kleinere entiteiten, waarbij het oorspronkelijke ruimtegevoel behouden bleef. Steven speelde daarbij de grote hoogten in het gebouw optimaal uit. Resultaat: een grote, open woning waar zich voorin Stevens kantoorruimte bevindt – op zich naargelang het gebruik ervan aan te passen door middel van schuifwanden – en een woongedeelte dat een mooi evenwicht tussen samen leven en privacy biedt.
Sint-Antonius blijft
Een eigentijdse woning werd het, waar het verleden nog zacht doorheen ademt. “Ik hou ervan om te bouwen met respect voor het verleden, maar met het oog op vandaag en de toekomst”, vertelt Steven. “Dat verleden vind je hier nog terug in het behoud van de betonplafonds op de bovenverdieping en de industriële schouw die destijds een kolengestookte machine van de melkerij draaiende hield.” En niet te vergeten: het Sint-Antoniusbeeld dat vorige eeuw vanop een nis in de gevelhoek uitkeek op de wijde omgeving. Vandaag kijkt hij je aan vanop een sokkel in Stevens kantoorruimte. Als verwijzing naar de vroegere nis, werd op dezelfde plaats in de gevel een hoekraam ingewerkt.
Maar bovenal woont en werkt hier een gezin van deze tijd. Achter een metershoge deur in ruw steigerhout ontvouwt zich een moderne, gezellige living met loftallures. “En dat is ook de sfeer die we hier willen oproepen”, legt Steven uit. “Maar leven in een open structuur met een gezin met kinderen, vraagt tegelijk om voldoende mogelijkheden tot privacy. Samen leven is prettig, maar iedereen heeft ruimte voor zichzelf nodig.” De loungeruimte op de bovenverdieping, die uitkijkt op de living beneden, werd zo opgevat dat televisie kijken of muziek luisteren de bewoners beneden niet stoort. Er werd ook een bureau voorzien, waaraan Bieke haar lessen voorbereidt terwijl ze toch verbonden blijft met haar gezin. De slaap- en badkamers kunnen wel allemaal afgesloten worden.” Die van Steven en Bieke vind je zonder aanwijzing zelfs niet zo gauw terug. Je komt er via een lange dressing en aansluitende badkamer, waar een grote wandspiegel de slaapkamerdeur blijkt te zijn. Die slaapkamer kijkt dan weer door een groot raam uit op het hele huis. “Doorgaans blijven de lamellen daarvan gesloten. Maar mocht iemand ooit een langere tijd in bed moeten blijven, dan creëert dat uitzicht opnieuw verbondenheid met de rest van het gezin.”
Zuivere lijnen
Steven baseerde de inrichting van de woning op zuivere lijnen. De muren zijn wit, op de vloeren kwam polybeton, omwille van het industriële, onderhoudsvriendelijke karakter ervan. Die op zich vrij strakke structuur vult hij in met warme materialen, zoals hout en bruin marmer in de keuken, en met subtiele kleuren en texturen. Het huis is aanpasbaar in ruimte, maar ook in de tijd.
“Een gezin met kleine kinderen heeft andere noden dan een gezin met jongvolwassenen. Ik vind het dus ook belangrijk dat je de ruimtes kunt aanpassen aan een nieuwe invulling doorheen de tijd. De zithoek en eettafel in de eetruimte wisselen bijvoorbeeld regelmatig van plaats naargelang de gelegenheid. In diezelfde optiek hebben we destijds ook de tuin sober aangelegd. Met een groot gazon om op te ravotten en weinig sierbeplanting, en met een wand van bergruimtes waarin speel- en tuinmateriaal wordt opgeborgen. Nu de kinderen groter zijn, overwegen we om bloemborders aan te leggen. Op die manier groeit het huis voortdurend met ons mee, en dat is waar wonen volgens mij om draait”, besluit Steven.
Woonfiche
– Steven Van Compernol (53) en Bieke Reynaert wonen samen met hun kinderen Zsazsa en Mauro sinds 2007 in een tot gezinswoning en kantoor omgebouwde melkerij in Ruddervoorde.
– Steven is zelfstandig interieurarchitect; hij studeerde interieurarchitectuur aan het Sint-Lucas Instituut in Gent. Bieke geeft les in het duaal onderwijs (CLW Brugge)
– Bewoonbare oppervlakte: 300 vierkante meter
– Vloerverwarming in alle ruimtes, zodat het overal even warm aanvoelt. Nu gasgestookt, binnen een paar jaar zal worden overgeschakeld op geothermie.
– Zonnepanelen
– Zo weinig mogelijk verharde oppervlakte buiten. Alleen het terras achteraan werd verhard.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier