83ste Gent-Wevelgem: het wordt sowieso een spektakel. Geniet ervan!
Windkracht zes uit het zuidwesten. Zet jullie vandaag tussen 10 en 16 uur dus maar schrap, want Gent-Wevelgem wordt een spektakel. Tom Steels, tweevoudig winnaar en intussen ploegleider bij Deceuninck-Quick-Step, en Jens Keukeleire, man van de streek en tweede in 2017, loodsen ons door de 248 kilometer met veel wind, veel hellingen en nog veel meer open vlaktes.
1. De start in Ieper
Sinds vorig jaar start Gent-Wevelgem niet meer in Deinze, wel in Ieper. Eerst wacht een lus van 50 km in oostelijke richting. “Er zijn meer open vlaktes in het begin dan vroeger”, zegt Steels. “Nu is de moeilijkheid dat je in het begin de keuze niet hebt om je 100 km te sparen. Je moet heel alert zijn, zodat je niet al na tien kilometer op achtervolgen bent aangewezen, zeker met de zuidwestenwind die er nu staat. Die zal bijna voortdurend vanuit de zijkant blazen.”
Keukeleire knikt. “Vanuit Deinze wist je dat je van oost naar west reed. Eén richting. Nu is het meer draaien en keren. Vroeger kon het één keer scheuren, nu kan dat altijd gebeuren.” Steels benadrukt dat er tussen kilometer 50 en 150 voortdurend gevaar is. “Soms is er weinig tactiek aan. Een waaier is een waaier. Je hebt gewoon geen keuze: je zit erin of je zit er niet in. Dat is het mooie aan een waaier, maar meteen ook het lastige. Jezelf sparen kan niet.”
2. De Moeren
Vanuit Ieper (km 50) gaat het noordwaarts naar Veurne (km 87) en Adinkerke (km 92) alvorens het peloton zuidwaarts De Moeren doortrekt en richting Poperinge (km 138) rijdt. “Vanaf het rondpunt in De Panne wordt het peloton uitgerekt, ideaal voor waaiervorming”, legt Steels uit. “Als je de brug overrijdt, begint het.” Keukeleire kent natuurlijk ook zijn pappenheimers. “Zeven tot acht kilometer in een open vlakte. Dat heb je niet vaak, maar daar dus wel. Zonder ook maar één flauwe bocht, want die kan al volstaan om waaiervorming te verstoren. Wind uit het zuidwesten is ideaal, maar zelfs als er in De Moeren geen wind staat, scheurt het. Al denk ik dat het ervoor al gebeurd zal zijn, maar misschien zien we daar een nieuwe schifting.”
3. De heuvelzone
Tussen kilometer 150 en 213 krijgen de renners elf hellingen, waaronder drie keer de Kemmelberg, en drie halfverharde stroken voorgeschoteld. “Met die Plugstreets is de heuvelzone nog zwaarder geworden”, vindt Steels. Die stroken maken het een stuk nerveuzer en lastiger. Er zijn nu veel meer punten waarop je bij de pinken moet zijn.”
Keukeleire reed Gent-Wevelgem al negen keer. “Eigenlijk maakt het niet uit in welke waaier je voor de heuvelzone zit, heb ik uit mijn vorige deelnames geleerd. Het is vooral zaak om zo zuinig mogelijk de heuvelzone aan te vatten. In de derde waaier zitten met enkele ploegmaats, kost veel minder energie dan mee te zijn met de eerste groep van twaalf renners en volle bak te koersen.”
4. De finale op de N8
Vanaf de derde en laatste passage door Ieper (km 225) tot de finish in Wevelgem (km 248) speelt de finale zich af op de N8. “Pas daar en net ervoor in de heuvelzone worden de grote verschillend gemaakt”, geeft Keukeleire aan. “Ik heb in deze koers nog nooit geweten dat de eerste waaiervorming beslissend is. De zuidwestenwind is ook ideaal om er een mooie finale van te maken: geen meewind of tegenwind, maar zijwind.” Steels benadrukt dat het in Gent-Wevelgem nooit gedaan is. Vanaf kilometer tien kan je deze koers verliezen, maar dat kan zelfs op vijf kilometer van de meet nog gebeuren. Het is een wedstrijd met veel valkuilen. Elk moment van onoplettendheid kan afgestraft worden. Energievretend. Door de stress vergeet je bijvoorbeeld al snel eens te eten. Eerst zijn er die waaiers, vervolgens de fysieke aftakeling en dan moet de finale eigenlijk nog beginnen. Geloof me, als er veel wind staat, is Gent-Wevelgem één van de lastigste koersen die er zijn.”
slot: De sterke blokken
Alpecin-Fenix (zonder Mathieu van der Poel), Trek-Segafredo (met Mads Pedersen en Jasper Stuyven) en vooral Deceuninck-Quick-Step (met Sam Bennett en Yves Lampaert) lijken de sterke blokken aan de start. “Vergeet ook Jumbo-Visma (met Wout van Aert, red.) niet”, zegt Steels. Keukeleire: “Ik verwacht een heel sterk Alpecin-Fenix met behalve Tim Merlier ook Jonas Rickaert en Gianni Vermeersch. Die jongens kunnen met de wind overweg. Ik acht Tim in staat om te winnen.”
Steels wacht liever af. “Wij hebben met Bennett een heel snelle man, maar volgens mij is de kans klein dat alle sprinters met de eerste groep naar Wevelgem zullen rijden. Ik wil daarmee niet zeggen dat Sam geen kans maakt. Wel wordt de finale van deze koers een mengeling van klassieke coureurs en één of twee sprinters die overleven. Renners van het type Kristoff. Maar wie deze Gent-Wevelgem wint, ik zou het echt niet durven te voorspellen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier