Na 116 medailles gaat Bart Swings voor nieuw succes op het WK allround schaatsen: “Neen, winnen went écht niet”
INZELL – Minder dan drie weken na zijn succes op het WK afstanden in Canada, streeft Bart Swings (33) alweer naar internationaal succes. Ditmaal mikt hij op het podium van het WK allround, in het Duitse Inzell. “Als het plannetje lukt op het moment van de waarheid, dan doet dat me zeker nog altijd iets.”
Op zondag 18 februari was Bart Swings nog de grote man, na een gouden medaille op het WK afstanden in Canada. Door die zege blijft hij regerend olympisch, Europees én wereldkampioen op de massastart. Lang nagenieten zit er echter niet in, want vanaf 8 maart begint er alweer een nieuw wereldkampioenschap. In het Duitse Inzell staat het WK allround op het programma. En uiteraard start Swings ook hier met de nodige ambitie. “Het zijn compleet verschillende kampioenschappen”, licht Swings toe. “In Calgary was er een aparte wedstrijd per afstand, nu in Inzell worden de resultaten opgeteld. Het komt er dus op aan om vier wedstrijden op rij, over afstanden van 500 tot 10.000 meter, goed te presteren. Eén mindere prestatie en je eindklassement komt in het gedrang, een beetje vergelijkbaar met de tienkamp in de atletiek. Ik stond eerder al tweemaal op het podium van het WK allround en dat is ook nu sowieso mijn ambitie. Eenvoudig wordt het echter niet. Zo heeft de jonge Amerikaan Jordan Stolz bijvoorbeeld ook een doel gemaakt van het WK allround. Hij won recent goud op drie verschillende afstanden, dan weet je dat je met een erg groot talent te maken hebt.”
116 medailles
Wie Swings hoort spreken over zijn volgend doel, hoort geen greintje decompressie in zijn stem. Nochtans was zijn gouden WK-medaille in Canada een hoogtepunt. Zelfs na 116 internationale medailles, verdeeld over het schaatsen en skeeleren, blijft het eeuwige vuur branden. “Het is een cliché, maar winnen went écht niet. Ook nu was mijn overwinning op de massastart een grote opluchting. Ik heb niet mijn allerbeste seizoen achter de rug en was enkele keren ziek. Als het plannetje dan toch lukt op het moment van de waarheid, dan doet dat me zeker nog steeds iets. De massastart is dan wel mijn specialiteit, het blijft een nummer dat je moeilijk kan controleren. We schaatsen er door elkaar, waardoor er veel meer tactiek en positionering bij komt kijken. De andere afstanden zijn tijdritten. Als je daar goede tijden neerzet, kom je automatisch op je plaats terecht. Dat onvoorspelbare karakter maakt de ontlading na een geslaagde massastart nog net iets groter.”
Olympische Winterspelen
Onvoorspelbaar of niet, nu al lijkt duidelijk dat Swings ook op de Olympische Winterspelen in 2026 topfavoriet zal zijn op de massastart. Daar krijgt hij de kans om zichzelf op te volgen en zo nog prominenter de geschiedenisboeken binnen te schaatsen. “Ik word 35 tijdens die Spelen en hoewel ik daar zo weinig mogelijk aan denk, besef ik ergens wel dat het wellicht mijn laatste Winterspelen zullen zijn. Op dit moment heb ik echter het gevoel dat ik daar de beste versie van mezelf kan zijn. Misschien nog iets sterker dan nu, want ik mik ook nog op andere nummers dan de massastart. Daarnaast kijk ik zeker niet op tegen het hoofdstuk na mijn topsportcarrière en heb ik nog veel mooie toekomstplannen samen met mijn vriendin Annelyn. Maar op dit moment is dat nog niet aan de orde.”
Sterk op de fiets
Tussen beide wereldkampioenschappen bleef Swings even weg van het ijs, maar maakte hij wel tijd voor zijn tweede passie. Fietstrainingen maken namelijk standaard deel uit van het trainingsschema van de topschaatser, maar Swings blijkt er wel erg goed in te zijn. Een kleine referentie: in het televisieprogramma De Container Cup klokte hij destijds een snellere fietstijd dan ene Remco Evenepoel. En in januari werd hij in Spanje gespot op training met collega-wereldkampioen Mathieu van der Poel.
Ik heb niet mijn allerbeste seizoen achter de rug”
“Naar mijn prestatie in De Container Cup heb ik toen wijselijk niet verwezen”, lacht Swings. “Enerzijds omdat Mathieu ook deelnam en een halve seconde sneller was dan ik, anderzijds omdat ik wou vermijden dat ze bergop even zouden doortrekken. Het was wel erg fijn om eens met wielrenners van dat kaliber te kunnen trainen. Een gelukje dus dat zijn in Dénia in hetzelfde hotel verbleven. Naast Mathieu waren ook Jasper Philipsen en Quinten Hermans van de partij. Ze toonden veel interesse in mijn sport, maar helaas vergaten we af te spreken om ook eens samen te schaatsen.” (lacht) “Op het ijs is het moeilijk om voldoende duurvermogen te trainen, waardoor ik erg vaak fiets. Meer nog: ik zit vaker op de fiets dan dat ik op het ijs sta. Ook nu voor het WK allround, waar we vier nummers afleggen in één weekend, zal dat duurvermogen een belangrijke factor worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier