Bashir Abdi én Koen Naert, over hun ambities, vriendschap, de Spelen én hun afscheid: “België is een echt marathonland geworden”
ROTTERDAM – Al meer dan 40 jaar noemt de organisatie van de Rotterdamse marathon zichzelf ‘De Mooiste’, zoals dat enkel kan met een stevige portie Nederlandse branie. In België zijn we vooral benieuwd hoe onze marathontoppers vandaag presteren. Zowel Bashir Abdi als Koen Naert, respectievelijk derde en tiende op de laatste Olympische Spelen, liepen eerder hun persoonlijk record in Rotterdam. Records die ze vandaag graag van de tabellen vegen.
Terwijl Koen Naert (33) zich voorbereidde op hoogtestage in het Keniaanse Iten, vertoefde Bashir Abdi (34) de voorbije weken in de buurt van Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Tijdens onze gezamenlijke videocall zien ze elkaar voor het eerst in een hele tijd terug. En dat weerzien is erg hartelijk.
Koen Naert: “We zijn van hetzelfde jaar en lopen elkaar dus al van bij de junioren tegen het lijf. Het is leuk dat die jonge gastjes van toen doorgegroeid zijn van het regionale naar het olympische niveau. Al heeft Bashir de voorbije jaren natuurlijk wel veel grotere stappen gezet.”
Bashir Abdi: “Je moet weten dat Koen echt dé atleet was naar wie ik altijd opkeek. Destijds was de cross het allerbelangrijkste en daarin was hij duidelijk de betere. Nu zijn de rollen misschien omgekeerd op de weg, maar de verstandhouding bleef wel hetzelfde. We inspireren elkaar en tillen elkaar naar een hoger niveau. Het feit dat ik aanwezig was op Koen zijn huwelijk zegt eigenlijk alles over onze uitstekende band.”
Jullie zijn samen gestart in de cross en schitteren nu op de weg. Mogen we jullie de Wout van Aert en Mathieu van der Poel van de atletiek noemen?
Naert: “Op financieel vlak alvast niet.” (lacht uitbundig)
Abdi: “Als marathonloper kan je tenminste nog goed je brood verdienen, zodra je tijden rond de 2u08’ loopt. Ik kom van de korte afstanden op de piste en daar is de situatie veel erger.”
Naert: “Zoals de Olympische Spelen voor Bashir een belangrijk kantelpunt waren, was mijn Europese titel in 2018 dat voor mij. Tot dat moment heb ik altijd moeten investeren in mijn carrière, pas sindsdien heb ik wat opzij kunnen zetten. Je mag het natuurlijk niet vergelijken met de toppers in het wielrennen of bepaalde andere sporten, maar dat begrijp ik ook. Zij komen veel meer in beeld en het zijn grote professionele teams.”
Misschien geen riant loon, maar jullie bekendheid is wel serieus toegenomen na de recente topprestaties. Moet er tegenwoordig al eens een selfie gemaakt worden in de supermarkt?
Abdi: “Vooral in mijn thuisstad Gent kan ik nergens meer anoniem rondlopen, denk ik. Daar is alles begonnen voor mij en ze kennen mijn volledige achtergrond, van de vlucht uit Somalië tot in België. Die reacties zijn natuurlijk fijn, al kan de toegenomen bekendheid ook best gênant zijn. Een tijd geleden had ik mijn wagen fout geparkeerd en kreeg ik een boete. Ik had de boete letterlijk nog in mijn hand toen iemand een selfie kwam vragen. Die persoon zal een unieke foto hebben.”
Vertrouwen tanken voor de Spelen in Parijs is eigenlijk het allerbelangrijkste” – Bashir Abdi
Naert: “Vreemd genoeg overkomt het mij vaakst in pretparken. ‘Hé, dat is die loper’, hoor je dan plots fluisteren. Maar veel frappanter is het als ik naar een frituur durf te gaan. ‘Mag jij dat wel eten?’, vragen ze dan. Iedereen zegt dat ik zo scherp sta en dan zou ik geen frietjes mogen eten.”
Nu denken jullie volop aan de marathon in Rotterdam en nadien de Olympische Spelen in Parijs. Maar die straffe derde en tiende plaats in Tokio, mogen we daarop nog even terugblikken?
Naert: “De Keniaanse nummer vier van de Spelen is intussen geschorst na dopinggebruik, dus eigenlijk is het kleine België het enige land met twee lopers in de top tien. Voor de buitenwereld zeggen die statistieken misschien niet veel, maar in zo’n mondiale sport is het toch echt speciaal. Het niveau in België ligt momenteel zó hoog, ook naast Bashir en mezelf. Kijk bijvoorbeeld naar het geslaagde debuut van Michael Somers en volgende week verwacht ik ook veel van Simon Debognies. We lijken er goed in te slagen om de marathonmicrobe aan andere mensen door te geven.”
Abdi: “België is een echt marathonland geworden. Tokio heeft voor mij natuurlijk heel veel veranderd. Wat de wedstrijd zelf betreft, was het voor mij enorm inspirerend dat ik vanaf de start tot kilometer 30 naast Koen kon lopen. Ik herinner me nog zo goed dat ik zat te sukkelen bij iedere bevoorrading tot Koen zei: neem je drank en ga meteen naar links. Dat deed ik bij de volgende bevoorrading en plots lag daar een zee van ruimte. Dat hij mij advies gaf, tijdens zijn olympische marathon, zal ik nooit vergeten.”
Dus ook vandaag in Rotterdam kunnen jullie veel voor elkaar betekenen?
Naert: “Helaas niet. Op een kampioenschap blijft de groep relatief lang samen en barst het op het einde pas open. In een stadsmarathon werkt het helemaal anders. Daar lopen we in verschillende groepen, afhankelijk van het tempo. Voor mij zal de eerste groep met Bashir te snel zijn, dus zien we elkaar na één of twee kilometer wellicht niet meer terug.”
Abdi: “Wat echter ook belangrijk is, dat is de aanloop naar de wedstrijd. Het is altijd heel leuk om de dagen voor zo’n grote wedstrijd met Koen door te brengen. We maken grapjes, spreken ook over zaken zoals de familie. De tijd gaat daardoor sneller, we denken niet constant aan de wedstrijd en zo gaan we beter met de druk om. Als je helemaal alleen in een hotel zit, is dat een stuk moeilijker.”
Nochtans durven jullie de druk soms wel op te voeren. Zo gaan jullie vandaag uiteraard voor de olympische limiet van 2u08’10, maar mikken jullie eigenlijk nog hoger?
Naert: “De ervaring leert me dat het moeilijk is om concrete doelen te stellen, maar het missen van die limiet zou wel erg ontgoochelend zijn. Al staat die scherper dan ooit. Nu moet je liefst drie minuten sneller lopen om je te kwalificeren dan destijds voor Tokio. Voor mij is het ideale plaatje alvast duidelijk. Enerzijds wil ik mijn persoonlijk record van 2u07’39” verbeteren, anderzijds zou ik graag de tweede Belg aller tijden worden. De recordtijd van Bashir is voor mij onmogelijk, maar de 2u07’19” van Vincent Rousseau moet kunnen.”
Abdi: “Mijn Belgisch record op de halve marathon in Gent vorige maand was alvast een goede test. Als de weersomstandigheden meezitten, hoop ik wel een gooi te doen naar mijn Europees record van 2u03’36” en een nieuwe overwinning. Maar daarvoor moet echt alles in de juiste plooi vallen. Net zo belangrijk is het gevoel dat ik aan de wedstrijd overhoud. Het is bijvoorbeeld mijn eerste marathon met de schoenen van mijn nieuwe sponsor. Vertrouwen tanken voor Parijs is eigenlijk het allerbelangrijkste.”
Naert: “Ik heb nu elf of twaalf marathons gelopen – ik ben zowaar zelf de tel kwijt – en heb nog maar één keer meegemaakt dat alle omstandigheden nagenoeg perfect waren. Goed weer, snel parcours, hazen tot diep in de wedstrijd en een topgevoel. Er zijn zoveel factoren die meespelen en na twee uur lopen is de impact groot. Mensen mogen dat niet onderschatten.”
Rotterdam noemt zichzelf ‘De Mooiste’, maar jullie zitten met jullie hoofd toch al grotendeels in Parijs. Is er nog ruimte voor een marathon tussenin?
Abdi: “Alles wat wij doen tussen nu en de Olympische Spelen van Parijs staat in het teken van die ene wedstrijd. Er zijn natuurlijk wel tussentijdse ambities, maar de ultieme focus ligt daar. Olympische Spelen die zo dicht bij huis plaatsvinden, het voelt aan als een halve thuiswedstrijd. Geen jetlag zoals in Japan, niet die extreme vochtigheid en hopelijk héél veel Belgische supporters.”
Naert: “Mijn plan is om na Rotterdam ook aan te treden op het WK, dat in augustus plaatsvindt in Boedapest. Daarna wil ik even rust nemen om vervolgens helemaal naar Parijs toe te werken. Een andere marathon is niet in de planning opgenomen of het zou moeten zijn dat ik mijn plaats in het team nog moet veroveren in het voorjaar.”
Abdi: “Het WK sla ik dit jaar over, om de warmte in de zomer te vermijden. Bij mij is het allemaal nog wat minder concreet. Ik denk wel dat ik nog een najaarsmarathon loop, wellicht in New York of Chicago. Zeker New York heeft een zwaar parcours en het is ook zonder hazen, zoals op een kampioenschap. Aangezien het in Parijs ook niet zo vlak is, zou dat een mooie test kunnen zijn. Volgend voorjaar loop ik zeker nog een halve marathon en misschien ook nog een volledige, maar die zou dan heel vroeg op het jaar moeten vallen. De marathon van Tokio op 3 maart is bijvoorbeeld een optie, maar het is nog te vroeg om daarover de knoop door te hakken.”
Op de Olympische Spelen zullen jullie respectievelijk 34 en 35 jaar zijn. Durven jullie nog verder vooruit te kijken?
Naert: “Door de combinatie met het gezin en de impact op het lichaam denk ik daar wel al over na. Los Angeles in 2028 zal wellicht niet meer aan mij besteed zijn. Het jaar na de Spelen zou ik sowieso nog lopen en het liefst zou ik afsluiten met het EK in 2026. Misschien kunnen we daar met een goed team aan de start staan. Een teammedaille halen met België op de marathon zou de max zijn, maar dan moeten we wel met een A-ploeg lopen. Wat denk je, Bashir?”
De recordtijd van Bashir is voor mij onmogelijk, maar de tijd van Vincent Rousseau moet kunnen” – Koen Naert
Abdi: “Staat genoteerd! Een teammedaille hebben we allebei nog niet en het zou mooi zijn om op ons cv te zetten. De echte vraag is echter hoe lang ons lichaam deze belasting kan volhouden. Ik loop een 200-tal kilometer per week en voel hier en daar toch wat slijtage. Voorlopig denk ik dus nog niet aan de carrière na Parijs. Pas op dat moment zal ik evalueren wat er nog mogelijk is in de toekomst.”
Naert: “Na Parijs mogen we wel bij de masters deelnemen. Misschien liggen daar mogelijkheden?”
Abdi: “Helaas was Kipchoge al 37 en dus master toen hij zijn wereldrecord van 2u01’09” liep!” (lacht)
Niet alleen in de aanloop naar Rotterdam, maar ook daarnaast vertoeven jullie vaak op hoogtestage in het buitenland. De hoogte van 2.400 à 2.500 meter is dan wel ideaal voor de opbouw van de conditie, maar hoe pijnlijk is het om jullie echtgenote en kinderen in België achter te laten?
Abdi: “Zo’n zes maanden per jaar zit ik in het buitenland, dat is natuurlijk erg veel. Mijn kindjes zijn 5, 3 en 1 en dus mis ik veel van hun groeiproces. Via videogesprekken hoor en zie ik ze wel vaak, maar bij thuiskomst valt het toch altijd op hoeveel nieuwe woordjes ze kennen of hoeveel vlotter ze alleen kunnen eten. Zolang alles goed gaat thuis, lukt dat. Het is uiteindelijk nodig om te kunnen presteren. Maar als het thuis eens moeilijker gaat, dan voel je je natuurlijk erg schuldig dat je er niet bent. Na mijn carrière haal ik dat gemis graag in.”
Naert: “Bij mij zijn de kindjes nu 6 en 2. Dat tijdsbesef is nog wat moeilijk, maar mijn zoontje Finn kan op de kalender wel zien wanneer ik terugkom. Voor dochtertje Jade is dat nog moeilijk. Zij roept blijkbaar nog telkens ‘papa’ als de bel gaat. Als ik naar huis bel, dan moet mijn vrouw Elise scheidsrechter spelen. Ze zouden bij wijze van spreken vechten om met papa te mogen spreken. Je mist veel en dat is natuurlijk spijtig, maar het kan niet anders. Om op dit niveau te presteren kan ik het me niet veroorloven om geen hoogtestages te houden.”
Jullie tijd met het gezin is beperkt, maar toch vinden jullie het allebei belangrijk om ook tijd vrij te maken voor verschillende goede doelen. Kennen jullie elkaars initiatieven?
Naert: “Door zijn resultaten heeft Bashir een ruim platform gekregen om anderen te inspireren en met zijn kamerbrede glimlach is hij daar ook de perfecte persoon voor. In zijn acties voor het UZ Gent en zijn vzw Sportaround steekt hij erg veel energie, wat hem echt typeert als persoon. Ik kan alleen maar hopen dat we allebei ook na onze carrière een inspiratiebron kunnen blijven.”
Abdi: “Wat Koen vergeet te vertellen, is dat hij zelf sterk betrokken is bij onze vzw Sportaround. Sowieso is hij in mijn ogen meer dan een loper. Zo is hij peter van de Diabetes Liga en steunt hij tal van andere goede doelen. Hij toont in de praktijk zelf wat een sportman hij is, maar koppelt er ook de theorie aan dankzij zijn universitaire studies. Een betere ambassadeur kan je gewoon niet vinden.”
Naert: “Gelukkig viel mijn wifi eventjes weg. Een mens zou blozen bij zoveel mooie woorden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier