Carl Hoefkens en Club Brugge, op zoek naar de vierde titel op rij: “Natuurlijk zie ik ook wat bij Antwerp gebeurt”
BRUGGE – De Supercup was alvast een opsteker, vandaag begint het helemaal voor echt voor Carl Hoefkens, debuterend als hoofdcoach bij Club Brugge, op jacht naar een vierde titel op rij – alleen Racing Club de Bruxelles (1900-1903), Union (1904-1907) en Anderlecht (1964-1968) deden blauw-zwart dat voor. Maar: “Antwerp, Anderlecht en Gent spreken ook over de titel.”
Zijn eerste officiële match als T1 won Carl Hoefkens alvast – meteen een prijs, 1-0 in de Supercup tegen AA Gent. Opwindend was de prestatie niet, onvoldoende ook niet. Ook zonder Charles De Ketelaere lijkt Club gewapend: achterin lijkt de teruggekeerde Otasowie plots een concurrent voor Nsoki, jonkies Mbamba en Nusa zouden wel eens revelaties kunnen worden, voorin zullen Jutgla en Larin – noemt zijn ex-coach Francky Dury beter dan Bas Dost – wel voor trefkracht zorgen. En Casper Nielsen was (voorlopig) nog het belangrijkste wat Club ontbrak en die is er nu ook – met als gevolg: véél weelde op het middenveld.
Voor de 43-jarige Hoefkens, die zich naar verluidt redelijk maniakaal op zijn nieuwe job heeft geworpen, was de Supercup alvast een opstekertje, “maar er mogen nog wel een paar prijzen”, klonk achteraf. Een vierde landstitel op rij, in eerste instantie. Daar moet vandaag worden aan begonnen, met het bezoek van Wouter Vranckens Racing Genk. Niet evident – al lijken de Limburgers misschien wel het grootste vraagteken van de traditionele titelkandidaten Club, Antwerp, Gent, Anderlecht en Genk. Waarvan dus alleen AA Gent dit seizoen niét start met een nieuwe coach die opnieuw moet bouwen. En dan werd al gezegd en geschreven: een nadeel voor de anderen.
Carl Hoefkens: “De toekomst zal moeten uitwijzen voor welke ploegen het een voordeel of een nadeel kan zijn. Ik kan enkel naar mezelf kijken en vind het alvast voor mezelf totaal geen nadeel. Omdat ik de spelers ken en met bepaalde spelers sowieso al een band heb, niet alleen voetbaltechnisch maar ook buiten het veld.”
Antwerp lijkt jullie grootste titelconcurrent te worden. Wat denk je als je er namen ziet komen als Janssen, Scott, Alderweireld…? En je mag niet zeggen dat je alleen bezig bent met Club want dat geloof ik niet.
“Ga je nu zeggen wat ik niet mag zeggen? (lacht) Natuurlijk zie ik wat er daar gebeurt en natuurlijk heb ik daar een mening over. Maar mijn mening doet er op dit moment niet toe. Het zou er enkel toe doen als een schone uitspraak voor de krant. (lacht) Ik hoop ook dat mijn mening niet relevant is voor de voorzitter van Antwerp en voor Alderweireld. Én mijn mening is ook niet belangrijk voor mijn verhaal. Want daar heb je wel gelijk in: de essentie is waar wij mee bezig zijn .”
En mag ik vragen wie je vandaag ziet als grootste titelconcurrenten? Michel Preud’homme zei ooit: pas in januari, na de wintertransfermarkt kan daar iets zinnigs worden over gezegd.
“Je noemde al Antwerp dat zichzelf al uitriep tot titelkandidaat. En ik ben benieuwd naar Anderlecht onder Mazzu, dat wordt toch iets nieuws. Ze hébben ook al uitgesproken dat ze voor de titel gaan. Dat neem ik toch mee. En Hein Vanhaezebrouck zei ook al dat de ambitie van Gent heel hoog ligt. Neem ik ook mee. En daarmee heb je onze drie grootste concurrenten. Terwijl je weet dat ook Genk altijd wil meespelen.”
Vooral bij Anderlecht voltrekt zich een stijlbreuk. Is de eeuwige concurrent nu meer te duchten dan vorige ‘Process’-seizoenen?
“Dat weet ik niet. Onder Vincent Kompany hadden ze misschien ook weer stappen gezet. Nogmaals, het enige wat ik meeneem is de uitgesproken ambitie van Mazzu met Anderlecht: kampioen worden. (denkt na) Elke ploeg versterkte zich met de ambitie om beter te doen dan vorig seizoen maar of dat effectief het geval wordt, is gigantisch moeilijk in te schatten. Feit is dat de tweede titel moeilijker was dan de eerste en de derde moeilijker dan de tweede, een vierde opeenvolgende titel wordt nog moeilijker. Maar dat is net de uitdaging: weer een volgende stap zetten. Dan hebben we onze job heel goed gedaan.”
Ook als het overleven van de groepsfase in de Champions League, uiteindelijk de tweede grote ambitie van Club, niet zou lukken?
“Europees zijn we natuurlijk heel afhankelijk van de loting. Als we Manchester City, Bayern München én Barcelona zouden treffen, bij manier van spreken dan, moeten we wellicht passen. Maar in een groep met subtoppers moeten we onze ambitie durven uitspreken.”
Eerst in competitie Genk, Eupen, Zulte Waregem, OHL en Kortrijk en dan wacht al de Champions League: hoe belangrijk worden die eerste zes, zeven weken voor jou? Ik herinner me dat er al twijfels waren toen Leko, toen ook een verrassende keuze als nieuwe hoofdcoach, met Club Europees al in augustus meteen door Basaksehir werd uitgeschakeld.
(droog) “Maar het is wel goed gekomen. Maar het is natuurlijk wel belangrijk er van de eerste matchen zoveel mogelijk te staan. En dat wordt een hele uitdaging, aangezien verschillende internationals maar drie weken voorbereiding kenden.”
Volgens Franky Van der Elst was Casper Nielsen precies wat Club nog nodig had.
“Ik sla de mening van Franky die ik enorm apprecieer heel hoog aan. Nielsen is er nu, ik kan garanderen dat er nog wel zullen vertrekken. En komen.”
Hoe moeilijk is het dan nu al te moeten bouwen? Train je dan tactisch met plan-A, plan-B, plan-C, wel of niet met De Ketelaere, met Lang…?
“Ik weet welke speler welke posities kunnen invullen, dat is het belangrijkste. Als iemand vertrekt, staat een vervanger klaar. Ook dat is coach zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier