Dennis Praet openhartig: “Ik kan geen smeerlap spelen”
LEUVEN Hij heeft het missen van het WK doorgespoeld met avontuurlijke vakanties in Thailand en Mexico. Ook dát typeert Dennis Praet (24): zijn passie voor het leven. De Gouden Schoen van 2014 kleurde de voorbije twee seizoenen het voetbal van Sampdoria. Vandaag schuiven de topploegen aan voor de stijlvolle middenvelder.
Café Sport is onze plek van afspraak, de pub van Björn Ruytinx, icoon van OH Leuven. Het is heet buiten. We zoeken afkoeling aan de houten tafels binnenin. Praet is kortgeknipt. De lange manen zijn verleden tijd. De guitige blik is wel gebleven. Het is de laatste dag van zijn vakantie, de laatste dag ook van zijn weekje België. Hij vertrekt de dag nadien opnieuw richting zijn paradijs in Genua aan de Ligurische Zee. Het doet hem deugd, even thuis te zijn, zegt hij. “Ik heb Leuven een jaar niet gezien. De stad is mooier geworden.” Hij sliep de voorbije dagen opnieuw in hotel mama, en ook dát deed hem deugd. “Ik heb een goede band met mijn ouders. Gelukkig komen zij elke thuiswedstrijd kijken in Italië.”
In het tussenseizoen trok Praet naar Thailand, Singapore en Mexico. Wat hij op reis zoekt? “Avontuur, zonder twijfel. Dagenlang aan een zwembad liggen, is niets voor mij. Ik voel een grote drang om de wereld te zien. Drie dagen blijven op een plek, en weer weg. Dat hebben we in Thailand gedaan, een supermooi land. Het nationaal park Khao Sok bijvoorbeeld: we sliepen daar in een hut zonder elektriciteit. Een unieke ervaring. Alleen Phuket vond ik te toeristisch. Van Singapore was ik ook onder de indruk: geen vuiltje op straat, overal groen. Maar het mooiste ooit was wellicht Zuid-Afrika. Ik was amper achttien. Een roadtrip langs de zuidkust, de Garden Route, met een goede vriend: dat was de max.”
Heb ik ook eens gedaan. Mijn vrouw is daar van de Bloukransbrug gesprongen, met 216 meter de derde hoogste bungeejump ter wereld.
Grappig dat je dat zegt. Ik ook. Maar met wat vertraging. (lacht) We durfden eerst niet. We passeerden, twijfelden en reden verder naar het hotel. Maar de dag nadien staan we op en kijken we naar elkaar: komaan, we móeten dat doen. En we hebben dat gedaan. Maar kijk naar mijn handen: ik zweet er opnieuw van. (lacht) Geen twee keer dus.
Wat zou jij zonder het voetbal geworden zijn?
Wellicht iets in de richting van architectuur of ingenieur. Ik was een goede student. Ik kon niet leven met een slecht rapport. Dat zit in mij. Ik wil overal de beste zijn. Als ik iets niet begrijp, of als ik verlies in een spel, dan word ik gek. Dat is misschien zelfs de reden waarom ik voor voetbal gekozen heb. Ik speelde ook tennis als kind. Ik heb trouwens nog les gehad van Theo Francken, hier in Leuven. Goeie coach en goeie gast. Maar ik kon geen nederlaag aanvaarden. Ik sloeg mijn racket kapot. Als ik van mijn vader verloor in pingpong, dan was het steevast ruzie. (lacht) Een ploegsport lag mij beter. In het voetbal kan ik wél omgaan met een nederlaag.
Ik speelde ook tennis als kind. Ik heb nog les gehad van Theo Francken. Goeie coach en goeie gast.
Wat is je grootste passie: voetbal of mode?
(resoluut) Voetbal. Ik hoef niet elke wedstrijd op televisie te zien, zelfs niet van het WK, maar ik hou heel erg van die bal. Ik ga elke dag trainen met plezier. Mode is iets waar ik mee bezig ben in mijn vrije tijd. Met enkele vrienden heb ik een label opgestart, DYJCODE: streetwear, ietwat stoer, veel zwart en wit, gedurfde slogans. Ik hou van mooie kledij.
Je speelt ook model voor je label.
Dát doe ik niet graag. Helaas is dat een verplichting. Als bekende voetballer is dat goed voor de uitstraling van het label. We doen twee keer per jaar een fotoshoot. Dat zijn de ergste dagen van het jaar. (lacht)
De voetbalwereld is hard. Wie minder draait, wordt afgerekend op zijn nevenactiviteiten. Hou je daar rekening mee?
Neen. Voetbal is héél belangrijk voor mij. Maar daarnaast wil ik ook leven. Het ene hoeft niet ten nadele van het andere te zijn. Een voetballer is veel thuis. Waarom zou je die tijd niet besteden aan een andere passie? Ik ben niet die voetballer die na de training urenlang met zijn benen omhoog in de zetel ligt.
Dat is goed nieuws voor je vriendin.
Dat zeg ik haar ook: je hebt nog chance met mij. (lacht)
Wat doet zij in het leven?
Zij is pedagoge. Helaas vind je in Italië niet makkelijk werk met dat diploma. Ze heeft het voorbije jaar keihard gewerkt om Italiaans te leren. (zwijgt even) Sharon heeft haar ambities opgeofferd voor mij. Ik besef dat. Zeker het eerste jaar was moeilijk. Zij wil ook een carrière uitbouwen, maar koos ervoor mij te volgen. We hebben daar veel over gepraat. Ik kan niet anders dan dankbaar zijn.
Je label straalt lef en zelfvertrouwen uit. Typeert dat Dennis Praet?
Neen, toch niet. Ik ben geen lefgozer. Mijn papa zegt nog altijd dat ik meer lef moet tonen op het veld, dat ik te vaak braaf luister naar de trainer. (lacht) Maar ik ben zo niet. Ik zal ook nooit iemand bewust pijn doen op het veld. Ik kan geen smeerlap spelen. Ik heb wel een gezonde portie zelfvertrouwen. Ik weet wat ik kan. Elke stap in mijn carrière heb ik vol vertrouwen gezet, ook de stap naar Italië. Ik had echt goesting in dat avontuur. Ik wist dat ik klaar was.
Je eerste stap was die op negenjarige leeftijd van Leuven naar Genk. Hoe was dat?
Dat was een belangrijke stap. Genk heeft een goede jeugdopleiding. Ik ben mijn ouders dankbaar voor die kans. Elke dag reden zij op en af. Ik vertrok om 7 uur ’s morgens en kwam ’s avonds om 22 uur thuis. Mijn vader is een echte voetbalman. Hij heeft mij altijd gemotiveerd, soms zelfs te hard. Maar ik kon altijd met hem praten. Hij heeft een eigen reclamebureau. Mijn mama werkt als bediende in een groot bedrijf. Zij is de mama waarvan iedereen droomt, de warme schat. Zij cijfert zich volledig weg voor mij en mijn jongere zus.
Ik blijf ambitieus. In de toekomst wil ik weer om de knikkers spelen.
De volgende stap was die naar Anderlecht op zestienjarige leeftijd.
Ik kon kiezen tussen Arsenal, Ajax, Lille en Anderlecht. We zijn de vier ploegen gaan bezoeken. Het onderwijsaspect gaf de doorslag: in Anderlecht zou ik zeker mijn ASO-diploma kunnen behalen. Dat klinkt vreemd, zeker? (lacht) Ik was een heel nuchtere jongen.
Met Anderlecht ben je drie keer kampioen geworden. Met Sampdoria speel je niet om de knikkers. Mis je dat niet?
Neen, ik zeg dat eerlijk. Ik was een recordaankoop voor Sampdoria. Dat zorgde al voor extra druk. Stel dat je dan ook nog eens móet winnen, zoals bij Anderlecht, dan was die druk misschien ongezond groot. Ik heb mij nu iets meer in de luwte kunnen aanpassen. Dat is goed in een eerste buitenlands avontuur. Ik had ook een aanpassingsperiode nodig. Mijn eerste seizoen was niet top. In mijn tweede seizoen ben ik écht een betere voetballer geworden. Ik ben tactisch beter, mijn lichaam is sterker, ik recupereer meer ballen. Ook de pieken en dalen zijn verdwenen uit mijn spel. Dat was een probleem in Anderlecht. Maar ik blijf natuurlijk ambitieus. In de toekomst wil ik wel weer om de knikkers spelen.
Waar ligt die toekomst?
Daarover kan ik weinig zeggen. Ik beslis dat niet alleen.
Je was er niet bij op het WK. Hoe hard was dat?
Dat heeft pijn gedaan. Ik kan dat niet ontkennen. Ik vond dat ik wel eens een kans verdiende, of toch zeker in de voorbereiding. Ik heb een goed seizoen gespeeld. (zwijgt even) Speelde Sampdoria in de Premier League, dan was ik er misschien wel bij. Die gedachte doet pijn. Anderzijds: ik had niet verwacht erbij te zijn. Martinez heeft mij nog nooit opgeroepen. Dat maakte de ontgoocheling iets minder zwaar.
SPORTRAPPORT
Als kind was mijn idool …
Zinédine Zidane. Dat was echt een voorbeeld. Ik vond dat de mooiste voetballer.
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Ik ga voor onze landgenoot David Goffin. Hij lijkt door zijn lengte altijd de underdog, maar hij is zó goed.
Mijn mooiste sportmoment?
De derde titel met Anderlecht, in 2014. Ik scoorde de beslissende goal tegen Lokeren (foto). Dat was een heerlijk moment.
Mijn grootste ontgoocheling?
Met 4-0 verliezen op Brugge, waarna Club kampioen werd (in 2016, red). Toen zaten we écht diep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier