En het Belgisch feestje in de Tour, dat ging gewoon door
Aan Tadej Pogacar valt in deze Ronde van Frankrijk niet te tornen, maar na acht dagen koers zijn de Belgen het beste koersland op twee wielen. Gisteren was het de beurt aan Dylan Teuns, die in de Alpenrit over de Colombière al zijn tweede Tourrit in twee jaar tijd won.
Hebt u ook zo genoten van de eerste Tourweek van de Belgen? Van Tim Merlier die bij zijn debuut meteen zijn eerste massasprint ooit in de Ronde van Frankrijk won. Van Wout van Aert die zelfs na de Alpenrit van gisteren knap tweede in de stand blijft, de enige op minder dan vier minuten van de ongenaakbare Tadej Pogacar. Van Jasper Stuyven, die vrijdag in Le Creusot voor de derde keer in zijn Tourcarrière – na Cherbourg 2016 en Mende 2018- nipt naast ritwinst greep, maar in de lastige Morvan een fantastische prestatie neerzette voor een renner van zijn postuur.
Van Brent Van Moer, die door Thomas De Gendt de nieuwe Thomas De Gendt wordt genoemd en twee keer op straffe wijze een etappe kleurde. Van Jasper Philipsen, die al twee keer tweede werd in een rit en misschien nog een gooi naar groen kan doen. Van Dries Devenyns die zijn kopman Julian Alaphilippe naar ritwinst en geel op de Côte de la Fosse aux Loups in Landerneau loodste. Van Xandro Meurisse, voorbeeldige meesterknecht van Mathieu van der Poel als de weg bergop loopt. Van de moedige vluchtpogingen van vroege aanvallers Edward Theuns, Jelle Wallays en Greg Van Avermaet.
Onze voetballers zullen straks op Wembley dan wel geen Europees kampioen worden, onze coureurs mochten de voorbije Tourweek gerust de fictieve titel van beste koersland voor zich opeisen, samen met het tweemansteam van Slovenië.
Een moeilijk jaar
Gisteren, in de eerste bergrit naar Le Grand-Bornand, gingen de Belgen gewoon op hun elan door. Eén man was daar verantwoordelijk voor: Dylan Teuns. De 29-jarige Limburger, twee jaar geleden al winnaar van de Vogezenrit naar La Planche des Belles Filles, voegde in de uitgeregende Alpen een nieuw pareltje aan zijn erelijst toe. “Eindelijk!”, sprak Teuns, die de zege opdroeg aan zijn vlak voor de Tour overleden grootvader. “Het was een moeilijk jaar tot nu toe. Ik slaagde er maar niet in om mijn doelen waar te maken, maar nu kan ik eindelijk nog eens vieren.”
Bondscoach Sven Vanthourenhout keek ernaar en zag dat het goed was, al moet ook de West-Vlaming hier een dubbel gevoel aan overhouden. Vanthourenhout moest begin deze week immers zijn definitieve vijfkoppige selectie voor de olympische wegrit in Tokio doorgeven. Daarin was logischerwijze geen plaats voor Teuns, die tijdens het klassieke voorjaar wel vaak in beeld kwam, maar geen spraakmakende resultaten kon voorleggen. Tot gisteren.
Bondscoach, er zijn in deze Tour 22 Belgen van start gegaan. Weet u hoeveel van hen er zich tijdens die eerste acht dagen al uitdrukkelijk in de kijker gereden hebben?
Vanthourenhout : “Ik kan er geen aantal op plakken, maar het is een feit dat we in elke rit een rol van betekenis hebben gespeeld of, zoals gisteren, een knalprestatie hebben geleverd. Ik kan daar, als bondscoach én als wielerliefhebber, alleen maar bijzonder tevreden mee zijn.”
Het zijn er zeventien. Twee van de acht ritten werden door een landgenoot gewonnen en vijf keer was een Belgisch team aan het feest.
Vanthourenhout : “Het verbaast me niet. De ritzege van Teuns vind ik tot nu toe de Belgische prestatie van deze ronde. Door de manier waarop en vooral, daags na die zware etappe van 250 km waarin er heel snel gereden werd. In het begin van de rit merkte je meteen dat iedereen er vooraan bij wilde zijn. Als je het dan zoals Dylan kan afmaken… Ik doe mijn hoed af.”
Als Teuns dit kunststukje vroeger had getoond of had kunnen tonen, zou hij straks in Tokio één van de vijf Belgen in de wegrit geweest zijn, nietwaar?
Vanthourenhout : “Helemaal mee akkoord. Alleen was het al van 2019 geleden dat we zoiets nog van hem gezien hadden. Die ritzege op La Planche des Belles Filles, die twaalfde plaats in de Vuelta… Hij is een man van de flitsen. Gisteren was weer zo’n dag. Dylan is altijd één van de eerste namen die je op een longlist zet, maar die ene flits bleef uit om hem bij het vijftal voor Tokio te kunnen zetten. Dat is jammer.”
Wie mij vrijdag ook gecharmeerd heeft: Jasper Stuyven. Er werd in België niet veel over gesproken, maar voor een renner van 78 kg die zo’n zware rit bijna wint, kan je alleen maar bewondering hebben.
Vanthourenhout : “Absoluut. Ik zet de prestatie van Jasper naast die van Brent Van Moer. Beiden reden ze prachtige etappes, maar ze werden net niet met een ritzege beloond.”
Jouw selectie voor het WK op de weg van eind september in Leuven wordt geen pretje.
Vanthourenhout : (grijnst) “Dat besef ik zeker, maar dat wist ik voor deze Tour ook al, hoor. Ik vind het vooral heel fijn om te zien dat die jongens het allemaal zo goed doen.”
Wout van Aert is een apart geval. In de Tour van vorig jaar was het allemaal geweldig wat hij deed. Nu is hij duidelijk in mindere doen, maar na acht dagen staat hij wel tweede in de stand.
Vanthourenhout : “Dat typeert wat voor renner Wout is. Het is de realiteit dat hij niet de flitsen van vorige zomer toont, maar dat komt wel terug. Die procentjes moeten er de komende weken nog bij. Dat was al zo gepland en die ingreep (Van Aert moest begin mei in allerijl een blindedarmoperatie ondergaan, red.) heeft dat nog versterkt. Van Aert behoort tot de categorie waartoe Pogacar, Van der Poel, Alaphilippe en straks waarschijnlijk ook Pidcock behoren: van hen kan je elke dag genieten.”
Van Aert staat nog altijd tweede in de stand, bijna drie minuten voor de derde. Moet hij nu niet op het klassement mikken?
Vanthourenhout : “Ik denk niet dat dit de bedoeling is. Dat is vooraf ook zo besproken. Maar het is een feit: als Wout op deze manier zou voortdoen, eindigt hij gegarandeerd in de top tien. Zeker nu Roglic als kopman is weggevallen en hij twee ploegmaats in steun kan krijgen. Maar het is een afweging die je moet maken: top tien in de Tour rijden of een medaille in Tokio. Dan is het snel beslist.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier