Een vreemde Parijs-Nice: degelijke Evenepoel, maar eindwinst wordt allesbehalve evident
Remco Evenepoel is zonder meer aan een goede Parijs-Nice bezig. Gisteren toonde hij zich alweer een van de sterkste renners, maar vandaag ook de eindzege binnenhalen, wordt een ander paar mouwen.
Een statistiekje over Parijs-Nice: de laatste 20 edities werd het podium 27 keer bevolkt door een renner die ook ooit op het podium van een grote ronde stond. Van Julich over Valverde, Landis, Contador, Wiggins, Thomas, Bernal, Roglic, Vingegaard tot Pogacar: de Koers naar de Zon is al decennia een doel voor renners met Tourambities.
Dat is dit jaar ook het geval bij Remco Evenepoel. De 24-jarige kopman van Soudal-Quick-Step staat voor zijn grote Tourdebuut. Jonas Vingegaard is nu al de uitgesproken topfavoriet. Tadej Pogacar moet dé concurrent worden, Primoz Roglic de underdog. En dan is er nog die Belg uit Schepdaal. Wereldkampioen op de weg en in het tijdrijden. Winnaar van de Vuelta, Luik-Bastenaken-Luik (2x) en Clasica San Sebastian (3x). Kortom, een fenomeen op twee wielen. Toch zijn er vraagtekens. Vraagtekens bij de mogelijkheden van Evenepoel in een koers over drie weken tegen de allerbeste ronderenners. Die vraagtekens zijn er niet zomaar gekomen.
De naakte cijfers
Jonas Vingegaard brak in 2021 door met een tweede plaats in de Tour en is sindsdien een vaste waarde in het WorldTour-rondewerk met winst in de Tour (2022, 2023), Baskenland (2023), Dauphiné (2023) en Tirreno-Adriatico (2024). Alleen in het Baskenland in 2022 (zesde) haalde Vingegaard het podium niet.
Tadej Pogacar brak in 2019 door met een derde plaats in de Vuelta en is sindsdien ook een vaste waarde in het WorldTour-rondewerk met winst in de Tour (2020, 2021), UAE Tour (2021, 2022), Tirreno-Adriatico (2021, 2022) en Parijs-Nice (2023). Alleen in de Dauphiné 2020 (vierde ) haalde Pogacar het podium niet.
Primoz Roglic brak in 2017 door met een ritzege in de Tour en is sindsdien een vaste waarde in het WorldTour-rondewerk met winst in de UAE Tour (2019), Tirreno-Adriatico (2019), Parijs-Nice (2022), Catalonië (2023), Baskenland (2018, 2021), Romandië (2018, 2019), Giro (2023), Dauphiné (2022) en Vuelta (2019, 2020, 2021). Roglic haalde het podium ook geregeld niet, maar dat was uitsluitend te wijten aan zijn vele valpartijen.
Remco Evenepoel is dan weer nooit doorgebroken. Bij hem leek het vanaf dag één een doodnormale zaak dat hij een vaste waarde in het WorldTour-rondewerk zou worden. Een grillige curve is het gevolg. Evenepoel won de Vuelta (2022) en UAE Tour (2023), werd tweede in Catalonië (2023), derde in Zwitserland (2023) en vierde in het Baskenland (2022), maar nog vaker gooide een mindere prestatie in een cruciale (berg)etappe roet in het eten. Denk maar aan Tirreno 2022, toen hij op de Monte Carpegna vier minuten op Pogacar verloor. Denk maar aan Zwitserland 2022, toen hij in Novazzano en op Moosalp bergop te kort kwam. Denk maar aan de Vuelta 2023, toen hij op de Tourmalet 27 minuten verloor. En dan was er nog de nodige pech: een opgave in de Giro 2021, weliswaar na zijn zware crash in Lombardije, een opgave in de Benelux Tour 2021 door ziekte en een opgave als rozetruidrager in de Giro 2023 na een positieve coronatest.
Belangrijke afspraak
Net daarom is deze Parijs-Nice een cruciale afspraak en dat zal straks in de Dauphiné niet anders zijn. Vertrouwen tanken is de boodschap. Signalen krijgen dat het Tourpodium op 21 juli mogelijk is. “Parijs-Nice is mijn eerste grote doel van 2024. Ik probeer te winnen”, sprak Evenepoel vooraf.
Na zeven dagen prijkt hij echter niet op de eerste, maar op de vierde plaats in het klassement. Brandon McNulty begint in de gele trui aan de slotrit en telt vier seconden voorsprong op Matteo Jorgenson. Mattias Skjelmose en Evenepoel volgen op 35 en 36 seconden. Uitstekende renners, maar bergop halen ze het niveau van Vingegaard en Pogacar in de verste verte niet. We kunnen onmogelijk schrijven dat Evenepoel deze week ondermaats presteert en onder de verwachtingen blijft, maar we kunnen evenmin schrijven dat hij na zeven dagen Parijs-Nice een certitude voor het Tourpodium van 2024 is. Woensdag, op de Mont Brouilly, reed Santiago Buitrago in de slotfase verder weg en had Skjelmose een beter eindschot. Vrijdag, op de steile Côte de la Colle-sur-Loup, had Evenepoel het lastig toen Roglic demarreerde en was hij niet mee toen McNulty, Jorgensen en Skjelmose wegreden. Gisteren, op een te makkelijke slotklim, kreeg hij Roglic, Skjelmose en Jorgenson niet uit het wiel.
Jorgenson is voor mij de favoriet om Parijs-Nice te winnen
Remco Evenepoel
Op Madone d’Utelle was er dus een tweede plek voor Evenepoel weggelegd. “Ik heb getoond dat ik in orde ben, net als de ploeg. Maar ik had graag gewonnen”, zei hij na afloop zonder al te veel enthousiasme tegen Sporza. “De slotrit wordt heel lastig, maar het zal niet gemakkelijk zijn. Voor mij is Jorgenson de favoriet om deze Parijs-Nice te winnen.”
Misschien of misschien niet
Misschien zijn we te streng.
Misschien leggen we de lat simpelweg net dat tikkeltje te hoog.
Misschien rendeert hij straks stukken beter in warme omstandigheden.
Misschien zullen zijn eerste hoogtestages van 2024 in tegenstelling tot de meeste concurrenten werkte Evenepoel er dit jaar nog geen af hem naar een nog hoger klimniveau tillen.
Misschien zijn er nog andere redenen om te geloven dat Evenepoel straks weerwerk zal kunnen bieden tegen de buitenaardse wezens die Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar momenteel in rittenkoersen lijken te zijn.
Misschien verbaast hij ons plots zoals hij dat in het verleden al een paar keer plots heeft gedaan.
Misschien gebeurt er vandaag tussen Nice en Nice – 109,3 km, zes stevige beklimmingen en 2.296 hoogtemeters wel iets waar velen al een hele poos op zitten te wachten: Remco Evenepoel die in de koninginnenrit van een zware rittenkoers een nummer opvoert zoals hij dat in eendagswedstrijden al zo vaak heeft gedaan.
In dat geval mag u dit artikel met de glimlach verwijderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier