Geen nieuwe tragikomedie voor Roglic op La Covatilla
Dag op dag zeven weken na het debacle op La Planche des Belles leek Primoz Roglic (31) gisteren andermaal een nieuwe eindzege in een grote ronde in rook te zien opgaan. Een onbekende 25-jarige Nederlander en de gramschap van een Spaanse teammanager loodsten de Sloveen in een onherbergzaam stukje Spanje echter voorbij zijn rivaal Richard Carapaz. Primoz Roglic wint de Vuelta voor de tweede keer.
Roberto Heras versus Isidro Nozal op de Alto de Abantos (2003). Heras versus Santiago Perez op de Puerto de Navacerrada (2004). Vincenzo Nibali versus Ezequiel Mosquera op Bola del Mundo (2010). Chris Horner versus Nibali op de Alto de l’Angliru (2013). Fabio Aru versus Tom Dumoulin op de Puerto de la Morcuera (2015). Chris Froome versus Nibali op diezelfde Angliru (2017). Duels op de laatste zaterdag van de Vuelta zijn de voorbije decennia schering en inslag. Gisteren luisterde het strijdtoneel naar de naam van een skistation in een van de meest onherbergzame streken in Spanje: La Estación de Esqui de Sierra de Béjar-La Covatilla. Een hele mond vol, maar in werkelijkheid een bescheiden wintersportgebied in de provincie Salamanca dat pas in 2011 het levenslicht zag en amper veertien kilometer aan skipistes telt – drie groene, acht blauwe en tien rode. Het ideale decor voor een kennismakingsweekendje als skiër.
Geen kennismakingsweekendje
De 17de rit van de 75ste Vuelta a Espana was gisteren daarentegen niet het ideale decor voor een kennismakingsweekendje. Op het menu: zes cols, 4.100 hoogtemeters en als slotklim de gewezen trainingsberg van Roberto Heras, 1.960 meter hoog. De viervoudige Vuelta-laureaat was er in 2002 zelf bij toen La Covatilla voor de eerste keer in het parcours van de Vuelta werd opgenomen. Meteen verwierf het een plaats in de geschiedenisboeken. Heras werd op de slotklim, waar de wind altijd in het nadeel blaast en hulp van knechten een groot voordeel biedt, kilometerslang bijgestaan door ene Miguel Angel Perdiguero, de beste vriend van Heras’ grootste rivaal, de geloste Aitor Gonzalez. “Iedereen doet wat hij moet doen. Ik geef alvast niemand te eten”, zei die laatste na afloop laconiek. La tragicomedia de La Covatilla , kopte de Spaanse krant El País de ochtend erna prompt. Waarop Gonzalez drie dagen later, met de nodige ‘medische’ steun, in de tijdrit in Madrid de puntjes op de i zette en toch de Vuelta won.
Achttien jaar na datum was La Covatilla weer het decor van een gelijkaardig tafereel. Voor één man dan toch: Primoz Roglic. Jawel, dezelfde renner die op 19 september op La Planche des Belles Filles op tragische wijze de Tour verloor. Roglic kon, spartelend tegen de felle tegenwind, op drie kilometer van zijn tweede Vuelta-zege een demarrage van Richard Carapaz, tweede op 45 seconden, niet beantwoorden en leek op weg om voor de tweede keer in zeven weken tijd (!) een grote ronde op de voorlaatste dag uit zijn handen te zien glippen. De Ecuadoriaan kreeg vleugels en had een kilometer verder al 22 seconden goedgemaakt. Een tragische (komische?) stunt was in de maak.
Welgekomen hulp
Dat was echter buiten een 25-jarige Nederlander gerekend. Zijn naam: Lennard Hofstede. Hij maakte de hele dag deel uit van de vroege vlucht en liet zich op het geschikte moment afzakken om zijn kopman bij Jumbo-Visma uit de nood te helpen. Opmerkelijk: ook vorig jaar had Hofstede een belangrijk aandeel in de Vuelta-zege van Roglic door in de voorlaatste rit (alweer!) naar Plataforma de Gredos zeventig kilometer op kop van de groep der favorieten te sleuren.
Hofstede was niet de enige die op de verlaten hoogte van La Covatilla een schouderklopje van Roglic kreeg. Toen de Nederlander zich aan de kant zette, nam Marc Soler, gelost uit de kopgroep, zijn rol spontaan over, in dienst van Movistar-kopman Enric Mas, vijfde in de stand. Officieel dan toch. We zijn namelijk niet vergeten wat er een jaar geleden gebeurd is. Carapaz reed toen ook nog voor de Spaanse ploeg, maar maakte vorige winter de overstap naar Ineos. “Bij Movistar was het altijd alsof er een mes boven je hing”, liet Carapaz zich dit jaar in een interview ontvallen.” De onvrede was wederzijds. “Richard was voorbestemd om onze volgende kopman te zijn, maar als je erachter komt dat iemand al anderhalf jaar eerder bij een ander team heeft getekend, wordt zoiets moeilijk”, sneerde Movistar-teambaas Eusebio Unzué.
Afrekening van Unzué?
Zou dat incident, meer dan een jaar na datum, in het hoofd van Unzué en ploegleiders Arrieta, Garcia Acosta en Lastras blijven hangen zijn? Officieel zullen we het nooit weten, maar de wegen van de wielersport – afrekeningen zijn nooit ver weg – blijken vaak ondoorgrondelijk. De enige zekerheid is dat Primoz Roglic zijn tweede Vuelta wint. Dat de Sloveen amper zeven weken na de grootste teleurstelling uit zijn carrière zowel Luik-Bastenaken-Luik als een nieuwe grote ronde op zijn palmares heeft staan, zegt veel over zijn wilskracht.
Alleen: ook in deze Vuelta moest Roglic andermaal lijdzaam toezien hoe hij met zijn tekortkomingen als ronderenner werd geconfronteerd. Eén: bergop slaagt hij er niet in om echt weg te rijden van de rest. Twee: in tijdritten kan hij onvoldoende marge op de betere klimmers uitbouwen. Het zal nochtans nodig zijn om ooit zijn grote droom waar te maken: de Tour winnen. Dat blijft realistisch, maar dan zullen alle details wel eens in de juiste plooi moeten vallen. Volgend jaar dan maar? Het zou zomaar kunnen. Gelukkig voor Roglic staat er op zaterdag 17 juli 2021 geen nieuwe tragikomedie op La Planche des Belles Filles op het menu.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier