Judogrootheden Gella Vandecaveye en Eddy Vinckier werken 30 jaar samen: “Wij zijn een Siamese tweeling”
Fikke en Snellen Eddy. Dat zijn Gella Vandecaveye (44) en Eddy Vinckier (70). Het duo viert dit jaar dertig jaar samenwerking: zestien jaar als pupil en coach op de mat, veertien jaar als onderneemster en belangenbehartiger ernaast. De judogrootheden blikken in een openhartig interview terug op de voorbije drie decennia. “Er is niets dat we niet van elkaar weten. Dat maakt ons zo sterk.”
“Fikke, dat is Roeselaars (voor een ondeugend meisje, red.). Eddy noemde mij van in het begin zo. Even snel werd hij Snellen Eddy, het typetje van Chris Van den Durpel. Nonkel Eddy zeg ik ook vaak”, glimlacht Gella. We verwelkomen de voormalige topjudoka en ex-coach Eddy uit in de gebouwen van Roularta. Geen onbekend terrein, zo blijkt. “Als beginnend judoka kwam de Krant van West-Vlaanderen als eerste langs. Mijn boeken zijn ook uitgegeven bij Roularta. Ik ben nogal gehecht aan mijn West-Vlaamse heimat.”
Die West-Vlaamse naarstigheid uit zich nog steeds in de huidige job van Gella. Ze is op zelfstandige basis ambassadrice, commercieel uithangbord en pr-gezicht voor tal van bedrijven en producten. Gella is ook eventplanner, organiseert teambuildings en incentives, geeft voordrachten en doet aan coaching. Eddy staat haar nog steeds bij als belangenbehartiger, die onder meer de praktische zaken en afspraken regelt. Zo is het duo al dertig jaar lang samen druk in de weer. Dat smeekt om een terugblik.
Gella belandde als kleine meid in de judosport. Eddy, bij jou liep dat wel helemaal anders?
Eddy: Op mijn zestiende moest ik stoppen met school, om te gaan werken. Mijn moeder was ziek, en we hadden de centen nodig. Zelf had ik ook een zwakke gezondheid. Ik stopte met roken en de dokter stuurde me naar het groentekot in het dorp. Dat bleek een judozaal te zijn. Ik ben als een bezetene beginnen trainen en al na drie jaar vocht ik met de zwarte gordel.
Gella: Eddy werd een goede subtopper in België. Op mijn vijftiende was hij selectieheer voor West-Vlaanderen. Hij zag me bezig en we zijn gaan samenwerken. Eddy had toen al zijn rug kapot gesleurd door te vechten tegen veel te zware tegenstanders. Hij werd invalide. Ik heb hem maar weinig in judopak gezien. Zijn ongeluk werd mijn geluk: hij kon zich fulltime over mij ontfermen. Eddy’s grootste talent was zijn analytisch oog. Hij lette op de kleinste details en gaf me het juiste, technisch advies.
Elke dag samenwerken met een oudere man, hoe reageerden je ouders daarop?
Gella: Mijn ouders waren bezorgd. ‘Wie is die Eddy Vinckier? Want met al die verhalen van tegenwoordig.’ Maar Eddy won hun vertrouwen en hij nam zelfs een stukje van mijn opvoeding over. Ik heb zowel van mijn ouders als van Eddy mooie waarden meegekregen.
Eddy: Gella werd een soort dochter. Het draait bij mij om vertrouwen en respect. Om dankbaarheid en hard werken. Eerlijkheid ook. Er is niets dat wij niet van elkaar weten. Dat maakte ons zo sterk, tot op vandaag. Gella’s vader werd een hele goede vriend. Zestien jaar lang hebben we samen de wereld rondgereisd. Moeder Vandecaveye bleef altijd thuis en was Gella’s emotionele back-up.
Gella: Pa begreep er ook niet veel van. Hij sprong soms recht als ik verloor. Hij dacht eens dat ik mijn tegenstander had gesmeten, maar ik lag zelf op mijn rug. (lacht) Bijna vijf jaar geleden is papa gestorven.
Jullie deelden wel meer lief en leed. In het begin van Gella’s carrière overleed Eddy’s eerste vrouw Jeannine aan kanker.
Eddy: Ik heb Gella’s eerste Spelen in Barcelona gemist omdat mijn vrouw op sterven lag. Het heeft geen drie maanden geduurd. Gella’s ouders waren er het hart van in. We besloten om niets tegen haar te zeggen.
Gella: Pas na mijn uitschakeling op de Spelen (Gella werd er negende, red.) ben ik dat te weten gekomen. Ervoor had Jean-Marie Dedecker een smoes verzonnen waarom Eddy er nog niet was. Ik barstte in tranen uit. Ik kwam goed overeen met Jeannine. Ik zette haar en Eddy graag eens tegen elkaar op. Tienerstreken, weet je wel. En ik maar in mijn vuistje lachen. Ze heeft helaas nooit mijn successen meegemaakt.
“Ik heb een muur rond haar gebouwd. Dat leerde ik
van Lei Clijsters.”
Eddy Vinckier
Heb je na dat verlies even getwijfeld om te stoppen, Eddy?
Eddy: Ik ben altijd tegen de gedachte ‘kruip in je hoekje met een boekje’. Je moet meteen de draad oppikken. Bovendien stond Gella aan het begin van een beloftevolle carrière en nam ze me op sleeptouw. Maar ik had het er uiteraard wel heel moeilijk mee.
Gella: Je oren laten hangen en zeuren heeft geen zin, hoe zwaar ook. Ik ben toen wel zijn houvast geweest. We sleurden elkaar doorheen onze moeilijke periodes. Ook toen al.
Eddy: Jij hebt me toen vaak opgepept en meegetrokken naar trainingskampen, dat weet ik nog. Ik had geen tijd om veel te rouwen. We waren dag en nacht bezig.
Jullie regen samen de titels en medailles aan elkaar. Zo is Gella de enige Belgische vrouw met twee olympische plakken op twee verschillende Spelen. Maar hét beeld dat veel mensen zich herinneren, is dat van de nekwervelbreuk. Het scheelde niets of Gella zat voor het leven in een rolstoel. Denken jullie daar nog vaak aan terug?
Gella: 17 oktober 1998, 10.15 uur. Dat staat in mijn geheugen gegrift. Ik sta er regelmatig bij stil en ben elke dag dankbaar dat ik niet verlamd ben tot aan mijn nek. Met nu drie nekhernia’s kom ik er goedkoop vanaf. Na de verschijning van de film Million Dollar Baby (waarbij een boksster verlamd geraakt tijdens een kamp en haar trainer haar aan euthanasie helpt, red.), heb ik dat Eddy eens gevraagd. Zou jij dat gekund hebben, mij aan euthanasie helpen, mocht ik helemaal verlamd zijn geraakt? Mocht dat mijn grootste wens geweest zijn?
Eddy: (pikt in) Ik weet dat nog niet, hoor. Zou jij het kunnen, mocht het zich omgekeerd voordoen? Mocht ik een plant zijn, na een beroerte of zo?
Gella: Dat is hier een zwaar interview aan het worden hoor. (lacht) Als dat jouw wens zou zijn, dan zou ik dat doen. Maar wettelijk gezien mag dat wellicht niet eens. Ik praat daar met mijn moeder ook vaak over. Ze is er 78 en trok onlangs bij me in. Stel dat ze geen levensvreugde meer zou hebben, en ze ziet af, dan zie ik niet in waarom ze nog langer zou moeten voortdoen.
Hebben jullie daar soms schrik voor, het einde van jullie samenwerking?
Gella: We staan daar wel bij stil. Eddy is zeventig. Je kunt de jaren niet ontkennen. Soms zeg ik: ‘Dju Eddy, kon je nu geen twintig jaar jonger zijn? Dan konden we nog jaren samen op pad gaan’.
Eddy: Ik ben vaak bezig met wat er zal gebeuren wanneer ik er niet meer ben. Ik zie leeftijdsgenoten van mij wegvallen en dat zet je aan het denken. Maar ik neem voldoende rust, en zo lukt het nog goed om Gella bij te houden.
Gella: Eddy is van nature onrustig. Hij gaat nog steeds netwerken, is graag onder de mensen en babbelt tegen een hond met een hoedje op, zoals ze dat zeggen. Hij is ook nog mee met alle moderne ontwikkelingen. Eddy vervangen is onmogelijk. Ondertussen zorgen we goed voor elkaar.
“We staan weleens stil bij het einde. Je kunt de jaren niet ontkennen.”
Gella Vandecaveye
Zou Gella Vandecaveye het ooit tot de wereldtop geschopt hebben zonder Eddy Vinckier?
Gella: Dat denk ik niet. Op dat niveau heb je een trainer met een totaalpakket nodig. Die er dag en nacht voor je is. Nu werken toppers met een managementteam, maar in onze tijd was daar nog geen sprake van. Ik moest trainen, rusten en studeren. Eddy deed de rest. Interviews, sponsorbelangen, het opvolgen van blessures, mijn agenda organiseren, chauffeur zijn, noem maar op.
Eddy: Ze moest zich goed in haar vel voelen, hé. Pas dan kon ze presteren. Ik heb een muur rond haar gebouwd en haar afgeschermd, een les die ik kreeg van wijlen Lei Clijsters, de vader van Kim. Hij schermde ook goed zijn dochter af tot ergernis van de pers. Er zijn later nog andere atleten komen vragen om met mij samen te werken, maar ik heb ze allemaal geweigerd. Wij hebben niet gekozen om met elkaar samen te werken, hé, dat is gewoon zo gegroeid.
Gella: De meeste relaties tussen sporters en trainers stoppen na de sportcarrière. Waarom wij verder hebben gedaan? Waarom niet? Er zijn geen grote financiële belangen mee gemoeid. Want hoe meer geld, hoe meer ruzie. We komen uit een kleine sport met weinig verdiensten. We kennen elkaar door en door. Onze ideeën bevruchten elkaar en we zijn erg complementair. Wat Eddy doet, daar heb ik geen tijd voor, en wat ik doe, dat kan hij niet. He keeps me safe and I keep him young, zeg ik vaak om te lachen. Eddy kan me nog elke dag verbazen. De mensen weten dat, als ze Gella willen, ze Eddy erbij krijgen. We zijn een Siamese tweeling.
Tot slot: jullie moeten elk één moment plukken uit dertig jaar samenwerking.
Eddy: (overtuigd) Dat ik er niet bij was toen ze haar nek brak. Ik was al doorgereisd naar de volgende wedstrijd. Daar heb ik veel last van gehad, zelfs nu nog. Als coach moet je er zijn wanneer je atleet in de miserie zit. Op het podium stappen kunnen ze wel alleen.
Gella: Ik vind dat een heel moeilijke vraag. Er zijn zoveel momenten waarbij ik zoveel steun heb gehad aan Eddy. Maar er is één moment, zo’n vijf jaar geleden, toen ik door een moeilijke persoonlijke periode ging. Ik zat heel diep en was een hoopje ellende. Eddy kwam me thuis troosten. Ik ging in zijn armen liggen in de zetel, mijn hoofd op zijn dikke, zachte buik. Ik zag ons spiegelbeeld in het venster. Dat vertederende beeld zie ik nog zo voor me. (schiet vol) Hij was er voor mij en dat voelde toen zo goed. Eddy’s steun staat als een paal boven water. Schrijf dat dus maar op!
www.gella.be
(foto Stefaan Beel)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier