Greg Van Avermaet: “Ik zal een klassieker winnen”
Flandrien van het Jaar, Kristallen Fiets, genomineerd voor Sportman van het Jaar. Greg Van Avermaet behoort nu al tot de groten van de Belgische sport. Wat wordt dat als de 30-jarige Oost-Vlaming straks, eindelijk, die eerste echt grote klassieker op zijn naam schrijft? Waar hij op zondag 3 april in Vlaanderens’ mooiste van de rest zal wegrijden, verklapt hij nu al.
Greg Van Avermaet is eind juli voor het eerst papa geworden. Van een bloem van een dochter: Fleur. Of hij in het tussenseizoen wat heeft kunnen genieten van haar? “We hebben dat geprobeerd, maar het was niet altijd even gemakkelijk”, verrast hij. “Fleur is heel braaf, maar heeft ook veel aandacht nodig. In het begin sliep ze niet veel. We zijn een weekje naar Sicilië geweest, maar dat was niet bepaald een rustige vakantie zoals andere jaren. Je leven verandert drastisch als je een kind hebt. Dat is aanpassen.”
Siska Schoeters heeft gelijk als ze zegt dat het mooiste moment van de dag vaak dat is waarop je kleine fuckers in bed liggen?
(lacht) Zij heeft wel wat gelijk, ja. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Iemand inpassen in je levensritme is niet eenvoudig. Het moeilijkste, vind ik, is tijd vrijmaken voor haar. Toen ik vroeger thuis kwam na de training, kroop ik in de zetel om wat te rusten. Nu krijg je een baby in je armen gestopt. Let op: we maken ook mooie momenten mee. Maar ik wil eerlijk zijn.
Vreet het vaderschap aan je rust?
Mja, ik heb mijn vriendin toch gezegd dat ik mij vanaf nu weer moet soigneren, dat koers weer op de eerste plaats komt. Rust is een belangrijk deel van mijn job. De baby komt nu op de tweede plaats. Dat is niet gemakkelijk, maar dat weet je op voorhand. Anders moet je wachten met kinderen tot je gestopt bent met koersen. Ik zal er de eerste jaren niet altijd kunnen zijn. In december en januari heb ik twee lange stages, en eens het seizoen begint, ben ik ook maar telkens korte perioden thuis.
Wat zegt je vriendin daarvan?
Ellen weet dat: zij beseft dat al het werk nu op haar schouders terecht komt. Maar zij kan dat aan. Zij is zelf ook regentaat lichamelijke opvoeding, zij weet dus wat een sporter nodig heeft.
Je rijgt de trofeeën aaneen zonder echt grote klassiekers te winnen. Hoe verklaar jij je populariteit?
Mijn manier van koersen spreekt de mensen aan. Ik ben een aanvallende renner die vaak in beeld komt, maar weliswaar niet altijd wint. En ook dát trekt de Vlaming aan (lacht). Veel mensen gunnen mij meer overwinningen, maar vinden het ook charmant dat ik vaak tweede of derde finish.
Dan krijg je wel de bijnaam Greg Van Regelmaet of de Vlaamse Poulidor. Steekt dat niet?
Neen. Ik laat me daar niet door afleiden. Daar zit ook waarheid in. Ik bén een regelmatig renner die moeilijk wint, maar dat wel soms doet. Ik ben heel tevreden over mijn palmares tot nu toe, maar ik zeg ook rechtuit dat dat palmares niet af zou zijn zonder grote klassieker zoals de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix.
“Komend voorjaar ben ik de enige kopman. Die positie heb ik afgedwongen door mijn resultaten.”
Wat mis jij nog om die te winnen? Durf je niet genoeg op tafel kloppen binnen je ploeg BMC?
Dat is niet het probleem. Komend voorjaar ben ik de enige kopman. Die positie heb ik afgedwongen door mijn resultaten. De ploeg weet ook dat de kans groot is dat ik die klassieker win als ze honderd procent achter mij staat. Wat ik dan mis? Een beetje geluk. Al klinkt dat misschien eigenaardig. Ik denk dat ik sterk genoeg ben om een klassieker te winnen. Zeker het voorbije jaar had ik vaak het gevoel dat ik sterker was dan de anderen. Ik heb de koers vaak in een beslissende plooi kunnen leggen. Dat was een grote stap vooruit. Maar het moet allemaal wat meezitten. Mijn manier van koersen zal ik niet meer aanpassen. In 2010 en 2011 heb ik geprobeerd mezelf meer te sparen, maar mijn resultaten werden er niet beter op. Ik moet van mijn eigen sterkte uitgaan en dan zal het wel lukken. Ik ben ervan overtuigd dat ik een klassieker zal winnen.
Frank Vandenbroucke won één klassieker: Luik-Bastenaken-Luik in 1999. Hij kondigde die twee dagen op voorhand aan. Misschien een tip?
(lacht) Hij zei zelfs aan welk huisnummer hij zou aanvallen. Nu, ik heb geen geluk: op de Kwaremont staan geen huizen. Maar dat zou mooi zijn, op twintig kilometer van de finish (lacht).
Daar houden we je aan. Je grootste ontgoocheling is de dopingzaak rond ozondokter Chris Mertens. “Dat is een litteken dat altijd zal blijven”, zei je vlak na je vrijspraak.
(knikt) Dat was een heel moeilijke periode. Plots word je overal aan doping gelinkt, terwijl je niets misdaan hebt. Ik ben altijd keihard tegen doping geweest. Ik begrijp nog altijd niet hoe die zaak er gekomen is. Ook het moment waarop dat uitgebracht wordt, één dag voor de Omloop Het Nieuwsblad, vind ik eigenaardig. Er was geen enkel bewijs.
Hoe kan dat?
Dat weet ik niet. Verschillende mensen hebben fouten gemaakt. Ik wil niet één iemand noemen (zwijgt).
Zou een veroordeling jou gekraakt hebben?
Ja, natuurlijk. Ik had het nooit kunnen verwerken mocht ik onschuldig veroordeeld zijn.
Klopt het dat jouw vader halfweg de jaren tachtig stopte met koersen omdat hij zo gedegouteerd was door het dopinggebruik in het peloton?
Dat klopt. Hij had genoeg talent om het te maken, maar als jonge gast was het niet gemakkelijk om zonder doping je stempel te drukken. Mijn ouders hebben mij altijd stevig gewaarschuwd daarvoor. Mijn vader heeft me om die reden uit het wielrennen willen houden. Hij zag mij liever voetballen. Maar toen ik in 2007 prof werd, was de situatie anders. Je had geen doping meer nodig om te winnen. Ik ben het beste bewijs: in 2008 won ik al een rit in de Vuelta.
Jij was voordien reservedoelman bij SK Beveren. Waarom heb je toch voor het wielrennen gekozen?
Theo Custers, onze trainer, stelde me voor de keuze. Hij had in de krant gelezen dat één van zijn spelers koerste bij de juniores. Ik was achttien toen en had een tijdelijke koersvergunning aangevraagd. Ik deed alles voor het voetbal, maar ik voelde dat ik nooit een kans zou krijgen in de eerste ploeg. Daarom wou ik het even proberen in het wielrennen.
Wat als Custers jou niet voor die keuze stelde?
Dan stond ik nu waarschijnlijk onder de lat bij een eersteprovincialer. Ik was aanvankelijk niet van plan het voetbal op te geven. Misschien moet ik Theo wel bedanken (lacht).
Je bent dit jaar 30 geworden. Doet je dat nadenken over de eindigheid van een sportcarrière?
Ja, toch wel. Al weet ik nog niet wat ik nadien wil doen. Iets in het wielrennen waarschijnlijk. Begeleider van jongeren misschien. Of ploegleider. Maar dat is niet voor meteen. Ik voel me nog heel sterk. Ik kan dit tot mijn 35e doen, maar misschien ook tot mijn 39e. Andere passies heb ik niet. Ik heb één jaar regentaat LO gedaan, maar de roep naar de fiets was zo groot dat ik gestopt ben. Als ik iets doe, dan doe ik dat voor de volle honderd procent.
Geloof jij net als je moeder in de kaarten om je toekomst te voorspellen?
Nee. Als mijn moeder dat deed, wou ik ook nooit weten wat de uitkomst was. Ik stap liever in het onbekende. Anders ga je onbewust rekening houden met de voorspelling. Het enige wat ik doe, is een kruisteken maken voor de start van de koers. Ik ben gelovig. Ik vraag dan om mij veilig over de meet te helpen.
Het sportrapport van Greg Van Avermaet
Als kind was mijn idool …
George Hincapie. Ik heb de eer gehad twee jaar met hem te fietsen.
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Tom Boonen. Ik heb veel waardering voor wat hij bereikt heeft en hoe hij omgaat met zijn populariteit.
Mijn mooiste sportmoment?
Mijn ritzege in de Tour dit jaar. Als kind volgden wij de Tour met de caravan.
Mijn grootste ontgoocheling?
De dopingzaak begin dit jaar waarin ik onterecht beschuldigd werd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier