Jasper Stuyven kon gisteren geen nieuwe zege aan zijn palmares toevoegen en finishte pas als 46ste. “Als ik nu stop met koersen, zou ik waarschijnlijk niet tevreden zijn met mijn palmares. Maar over vijf jaar wel.” (foto Belga)

Ex-winnaar Jasper Stuyven hoopt om via zijn geliefde Kuurne-Brussel-Kuurne zijn vormpeil verder op te krikken: “Ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar”

Dag twee van het Belgische wielervoorjaar: Kuurne-Brussel-Kuurne. Meteen een nieuwe kans voor Jasper Stuyven, die gisteren tijdens de Omloop Het Nieuwsblad niet echt in het stuk voorkwam. KBK is bovendien een koers die onze landgenoot en ex-winnaar altijd met rood omcirkelt. Vanwege het sportieve, maar vooral vanwege zijn Kuurnse roots. “Deze koers draagt voor mij een emotionele bagage met zich mee.”

Twee feiten op een rij: toen Jasper Stuyven in 2016 Kuurne-Brussel-Kuurne won, had hij de Ronde van de Algarve in de benen en toen hij in 2020 ook de Omloop Het Nieuwsblad op zijn palmares zette, had hij zich eveneens in Zuid-Portugal klaargestoomd. De 32-jarige Leuvenaar houdt echter van variatie. In 2021, 2022 en 2023 trok hij in februari op hoogtestage en betekende de Omloop zijn seizoensdebuut. In 2021 leverde dat zelfs een triomf in Milaan-Sanremo op. Sinds vorig jaar kiest Stuyven echter opnieuw voor de Algarve. “Ik hou ervan om af en toe variatie in mijn programma te brengen. Ik ben van beide voorstander. Als je voor een bepaalde voorbereiding kiest, moet je gewoon achter dat plan staan en ernaar trainen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.”

Jasper, je wordt dit jaar 33. Heb je het gevoel dat je op fysiek vlak nog vooruitgang boekt?

“Ik ben alleszins nog elk jaar op zoek naar progressie, wat nodig is om mee te evolueren. Mijn antwoord is dus ja. Niet alleen op trainingsgebied, maar ook in het leven leer je heel wat zaken relativeren, weten wat belangrijk is en wat voor jou werkt, de ervaring die je doorheen de jaren opdoet … Dat moet je combineren met de honger om te presteren, een cruciale factor die bij mij nog aanwezig is.”

In het voorjaar van 2024 klopte jouw plaatje volledig. Was de Stuyven van de E3 Saxo Classic Harelbeke de beste versie van jezelf ooit?

“Persoonlijk denk ik dat ik in het voorjaar van 2021 misschien wel dezelfde vorm te pakken had, maar zoiets is heel moeilijk te vergelijken, vind ik. Mensen linken prestaties altijd aan resultaten. De E3 in Harelbeke is de klassieker waarvan ik zeg dat ze me het minst goed ligt, maar plots reed ik net in die koers heel sterk en eindigde ik op het podium (naast Mathieu van der Poel en Wout van Aert, red.). (glimlacht) Dan kan ik moeilijk beweren dat ik niet top was of mentale problemen had. Dus ja, dat was de beste versie van mezelf.”

Vijf dagen later crashte je echter in Dwars door Vlaanderen en kon je je kansen niet verdedigen in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Denk je daar soms nog aan terug?

“Dat wil ik eigenlijk niet doen. Het enige wat ik kan zeggen, is dat ik zat waar ik moest zitten in de wedstrijden die ik wel gereden heb. In de E3 werd ik tweede, in Gent-Wevelgem streed ik tot die lekke band mee voor de zege en in Waregem zat ik attent voorin. Maar analyses over de Ronde en Roubaix maken, is veel te hypothetisch.”

Hoe ver sta jij op dit moment?

“Ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar. Ook dat was een positief verhaal. Ik merk dat het een verschil geeft als je in de winter niet ziek bent geweest. Hopelijk kan ik opnieuw de stijgende lijn doortrekken. Het is aan mij om ervoor te zorgen dat ik zowel fysiek als mentaal op mijn best ben. En dan moet je die voorjaarsklassiekers gewoon rijden met de ingesteldheid dat je kan winnen.”

Niet zoveel mensen weten het, maar Kuurne-Brussel-Kuurne is speciaal voor jou.

“Dat moet natuurlijk niet overroepen worden, maar mijn moeder is in Kuurne opgegroeid. Als kind heeft mijn grootvader er mee voor gezorgd dat ik de koersmicrobe te pakken kreeg. Dat ik later Kuurne-Brussel-Kuurne kon winnen, mijn eerste semiklassieker en op die manier (na een straffe solo van 17 km, red.), draagt uiteraard een emotionele bagage met zich mee. Dit is elk jaar opnieuw een wedstrijd waar ik met veel plezier naar terugkeer. Dat geldt trouwens voor het volledige openingsweekend. Terwijl sommigen de dag na de Omloop net iets minder graag naar Kuurne afreizen, is dat bij mij zeker niet het geval. Ik koers altijd graag in Kuurne, omdat ik er al eens gewonnen heb en omdat er wel wat familiegeschiedenis aan vasthangt.”

Toen je in 2010 in Kuurne de juniorenkoers in de regenboogtrui van wereldkampioen reed, wilde je graag winnen als eerbetoon aan je grootvader, die een maand eerder was overleden.

(knikt) “Dat is al lang geleden.”

“Je moet de voorjaarsklassiekers rijden met de ingesteldheid dat je kan winnen”

Het was een heroïsche editie.

“Bobbie Traksel won bij de profs. Ik weet nog goed dat Thor Hushovd een gigantische hongerklop kreeg en Snickers uit de volgwagen kreeg toegestopt. Zelf denk ik zonder overdrijven te kunnen zeggen dat ik de sterkste man in koers was. Alleen is er een Nederlander in mijn achterwiel gereden, omdat hij helemaal kapot was en niets meer zag. Ik vond dat toen enorm jammer, want ik was erop gebrand in Kuurne te winnen (de Nederlander Paul Moerland won, Stuyven werd zevende, red.).”

Zes jaar later won je dan toch in Kuurne, maar dan bij de profs, en droeg je je zege op aan je grootvader. Waar plaats je die tussen je andere overwinningen?

(denkt lang na) “Ik vind het moeilijk om hierop te antwoorden, want ik heb daar eigenlijk nog niet over nagedacht. (stilte) Ik denk dat ik het ergens onder mijn zeges in de Omloop en Milaan-Sanremo zou plaatsen. De Omloop stak er qua beleving bovenuit, terwijl Sanremo qua impact mijn grootste overwinning was. Misschien zet ik Kuurne wel op dezelfde hoogte als mijn eerste profzege, die rit in de Vuelta in 2015 (in Murcia, red.).”

Waar plaats jij jezelf tussen de Pogacars, Van der Poels, Van Aerts en Evenepoels van deze wereld?

“Ik vind dat het niet aan mij is om die vraag te beantwoorden. Analisten en andere topsporters kunnen dat wel. Ik doe zoiets gewoon niet graag, mezelf vergelijken met collega’s.”

Jouw ploeg, Lidl-Trek, is sterk in de breedte: Mads Pedersen, Jonathan Milan, Tom Skujins, jij … Hoe kunnen jullie als blok Pogacar en co verslaan?

“De E3 van vorig jaar, toen we met vier renners (Stuyven, Skujins, Kirsch en Pedersen, red.) in de top elf eindigden, is daar het perfecte voorbeeld van, ook al wonnen we niet. Als iemand outstanding is, moet je dat accepteren. Twee dagen later slaagden we er in Gent-Wevelgem wel in om Mathieu (Van der Poel, red.) dankzij een collectieve prestatie te verslaan. Dat was ook Mads’ verdienste, maar het moet dit voorjaar opnieuw onze ambitie zijn om ons overtal op de juiste momenten uit te spelen. Hopelijk leidt dat tot successen.”

Stel: je beëindigt nu meteen jouw wielercarrière. Zou je tevreden zijn met wat je bereikt hebt?

(denkt even na) “Op dit moment niet. Maar over vijf jaar zou ik dat waarschijnlijk wel zijn.”

Omdat je nu nog te veel als topsporter denkt?”

(knikt) “Ja.”

Wat kan jij ons over het parcours van de Tour van 2025 vertellen?

“Nog niet veel. Ik zal er wel met plezier aan de start verschijnen. De Tour blijft de Tour.”

Ik stel de vraag natuurlijk niet zomaar. Ik som enkele ritten uit het verleden op: Cherbourg 2016, Mende 2018, Le Creusot 2021, Wallers-Arenberg 2022 en Troyes 2024. Jij weet ongetwijfeld welk lijstje dit is.

(knikt) “Een lijstje met teleurstellingen.”

Noem je het zo?

“Ja, natuurlijk. In een Touretappe telt enkel de eerste plaats. Er zo vaak zo dichtbij zijn, is een teleurstelling.”

Bestaat er iemand die Jasper Stuyven geen Touretappe gunt?

“Blijkbaar wel, want er zijn altijd jongens geweest die bewust achter mij zijn blijven rijden, zowel in Mende (Philippe Gilbert, red.) als in Troyes (Alexey Lutsenko, red.).”

Topsport is keihard.

(wikt zijn woorden) “Het is iets wat niet rap zal spelen bij mij. Ik kijk vooruit, want anders stop ik daar te veel energie in, energie die ik voor andere zaken nodig heb. Ik kan alleen maar hopen dat ik nog nieuwe kansen krijg. Er zijn al jaren geweest dat ik in de Tour geen enkele keer voor ritwinst heb kunnen meestrijden. In die koers is het altijd moeilijk om je momenten te vinden en met ontsnappingen mee te zijn. Het is niet iets wat vanzelf komt. Maar het is wel een honger die ik graag nog wil stillen.”

Je grootste honger?

“Als je de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix kan winnen, kies ik natuurlijk voor die twee. Maar als ik een keuze tussen een semiklassieker als Waregem en een Tourrit moet maken, kies ik voor de Tour. Begrijp me echter niet verkeerd: ik wil Dwars door Vlaanderen ook heel graag winnen.” (glimlacht)

Volgens je oma heeft jouw opa altijd gezegd: “Jasper zal later nog Kuurne-Brussel-Kuurne en Parijs-Roubaix winnen.”

(denkt even na) “Dan hoop ik dat hij gelijk krijgt. Dat is het enige wat ik daarover kan zeggen.”

Tot slot: eet je nog vaak gehaktballetjes in tomatensaus?

(lacht) “Neen, want mijn oma kookt niet meer. (Rosette Duvillier is inmiddels 88 jaar en woont sinds 2022 in een serviceresidentie in Leuven, vlak bij haar dochter, red.) Het is er dus niet meer van gekomen.”

Blijkbaar maakte je oma dat vroeger altijd klaar toen je bij haar in Kuurne bleef logeren. Er bestaat een anekdote over jou en Jasper De Buyst. Jullie zouden werkelijk alles opgegeten hebben, zelfs de porties die ze wilde invriezen.

(grijnst) “Ja, maar dat zal vandaag de dag niet snel meer gebeuren. Toen aten coureurs nog tot ze dachten genoeg te hebben. Nu loopt iedereen met zijn weegschaal rond. (glimlacht) Ik denk dat mijn oma vandaag veel balletjes zou overhebben.”

Dat lijkt me een meer dan mooie samenvatting van de wielersport anno 2025. Succes dit jaar in de klassiekers en de Tour.

“Daar gaan we voor.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier