Johan Museeuw en Geert De Vlieger delen passie voor de koers: “Liever De Ronde dan de finale Champions League, Johan!”
‘In ’t Hol van de Leeuw’ heeft Johan Museeuw zijn nieuwe optrekje in Kwaremont genoemd. We gingen er met Geert De Vlieger op bezoek. Niet met de ex-doelman en voetbalanalist maar met de ‘courist’, zot van de koers. Het kon tellen, als opwarmer voor de 107de Ronde van Vlaanderen! “Ik zeg: Van der Poel!” “Wat heeft die meer dan Wout, Johan?”
(foto’s Kris Van Exel)
Geert De Vlieger (52) was doelman van onder meer Anderlecht, Manchester City, Club Brugge en de Rode Duivels en is vandaag analist, co-commentator en presentator bij Play Sports. Maar dat is dan ‘beroepshalve’. De Vlieger is in zijn hart meer een coureur dan een voetbalist. Zeg zelf: vorig jaar fietste hij 17.000 km, al eens 400 km op één ‘zotte’ dag. En al zat hij wel eens een half uurtje helemaal uitgeput in een bushokje in de Vlaamse Ardennen, hij rijdt er intussen ex-voetballer Olivier Deschacht, sportfanaat en tien jaar jonger, gezwind af.
En De Vlieger zit intussen ook al liever met zijn neus op de koers dan op een voetbalveld. “Als ik moet kiezen tussen de Ronde van Vlaanderen en de finale van de Champions League, dan weet ik het wel!”
En dan is een bezoek op de vooravond van Vlaanderens Mooiste bij Johan Museeuw (57), de Leeuw van Vlaanderen (winnaar van De Ronde in 1993, 95 en 98) in zijn pas aangekocht en helemaal gerenoveerd hoevetje in Kwaremont, pal op het parcours van De Ronde nog wel, “een cadeau, geen opdracht”. Want hij had een ‘opdracht’ meegekregen: de gepassioneerde wielertoerist en koersliefhebber in de voetbalanalist zou ‘de kampioen’ interviewen. Vragen naar hoe hij zelf een nog betere wielertoerist kon worden. Museeuw haalt zelfs nog jaren van 20.000 km en is zelfs nog een beetje een kampioen: toen hij laatst vóór een groepje wielertoeristen dat hem had meegevraagd in de Vlaamse Ardennen finishte gooide hij bijna de armen weer omhoog: “Alsof ik nóg eens De Ronde won…” Of vragen aan de kenner hoe je best al die koersen moet lezen. Én vooral: wie wint dit jaar de Ronde?
Maar de opdracht, ‘De Vlieger interviewt Museeuw’, dat kwam er toch niet helemaal uit. Museeuw stak gezellig het haardvuur aan, posteerde zich tussen een groot modern geschilderd koersportret van hemzelf en een kei van Parijs-Roubaix op tafel en de ex-topvoetballer en ex-wielrenner deelden twee uren lang gewoon enthousiast hun passie voor de koers in het algemeen en De Ronde in het bijzonder. En achteraf sprongen ze nog eens beiden samen op de fiets voor een laatste verkenning van Kwaremont, Patersberg… dat spreekt.
De Vlieger: “Ik noem mezelf een ‘courist’. Een coureur maar ook een toerist. Voor mij is fietsen in eerste instantie onderweg zijn. Dan fiets ik op mijn eentje tot in Frankrijk. En ik verschiet er nog steeds van hoe schoon ons land is. De Kalmthoutse Heide, de kust, het Pajottenland… We zijn een fantastisch fietsland. Én ik ben een fanaat van de topsport. Ik ga nooit puur voor het plezier een voetbalmatch uitgesteld nog eens bekijken, maar dat heb ik wel gedaan met Milaan-San Remo.”
Ik kreeg als peter van Kom op tegen Kanker een fietstest en trainingsschema’s. Belachelijk hoe goed dat marcheert – Geert De Vlieger
Museeuw: “Dat is passie, dat zal ik niet snel doen. Maar koersen is ook na mijn carrière mijn grote liefde en mijn vak gebleven. Al koers ik nu ook om mijn gewicht op peil te houden, voor de goede vetverbranding – ik eet en drink graag een goed glas. En achteraf geen last hé, zoals bij lopen.”
De Vlieger: “Ik zou elke dag kunnen fietsen, weer of geen weer. Liever twee uren in regen en wind dan een uurtje op de rollen.”
Museeuw: “En maak je via Strava zelf die tekeningetjes van jouw fietstochten?”
De Vlieger: “Ja! Dan zie ik na een fietstochtje op Strava de weg die ik heb afgelegd en dan bedenk ik: als ik hier en daar aanscherp, heb ik zoiets… Kijk (toont een zeepaardje). En zo ben ik mijn tochten via mijn Garmin Connect Mobile vooraf gaan uitstippelen (toont een hartje voor de zorgsector, het Ros Beiaard, Trump…) Voor de letters KOTK had ik alle straten van Lebbeke nodig (lacht). Zeg, Johan, rijd jij de Kwaremont nog op op de grote plaat?”
Museeuw: “Neen. Maar er is ook technisch veel veranderd. Mijn generatie reed nog omhoog met achteraan maximaal 21 en vooraan 40.”
De Vlieger: “Er is zoveel veranderd: naast het meten van alle data zoals VO² Max ook de data van de fietsen: het gewicht, de versnellingen…”
Museeuw: “Gij hebt als ambassadeur van Specialized toch topmateriaal?”
De Vlieger: “Ze hadden op de sociale media gezien dat ik redelijk veel fietste en vonden mij een schoolvoorbeeld van een niet-ex-coureur die toch veel fietst. Ik rijd nu met hetzelfde materiaal als die mannen van Quick.Step! (lacht) Het juiste materiaal is zó belangrijk. De ene keepershandschoen geeft je ook een beter gevoel dan de andere, al hebben ze vaak dezelfde foam.”
Museeuw: “Zit dat niet in het hoofd?”
De Vlieger: “Misschien. Maar je weet toch ook Johan, dat het mentale op topniveau het verschil kan maken? En alles wordt nu uitgetest. Ik kreeg als peter van Kom op tegen Kanker een fietstest, hoe zit je best op je fiets en zo. En kreeg achteraf ook trainingsschema’s. Belachelijk hoe goed dat marcheert. Dan ga je in bepaalde zones trainen, op overslagpols en wattages en…”
Museeuw (onderbreekt): “… Dat doe ik niet meer. Alles op gevoel nu. Eens aanzetten op een hellingetje van 200 meter… ‘nu hebben ze het zitten…’”
De Vlieger: “Ik rijd al eens met Dirk De Wolf, die rijdt er mij gewoon af in twee bochten. Omdat jullie zoveel behendiger fietsen. Ik fiets nu al een jaar of tien, de eerste vijf jaren heb ik váák gedacht: Vlieger, blijf een keer recht jong! Ik ben hier vlakbij een keer bijna verongelukt. Mijn eerste tochtje door de Vlaamse Ardennen… Die bocht in de afdaling van de Patersberg… Ik landde gelukkig in de beek. Ik fiets nochtans niet heel snel, vlak gemiddeld zo’n 28 km/uur. Van Lebbeke naar Knokke en De Panne en terug.”
Museeuw: “Ik fiets wel eens naar Oostende maar het is hier, bergop en bergaf, veel schoner fietsen. En ik train hier vaak samen met mijn zoon Stefano of rij al eens een tochtje met mijn vriendin.”
De Vlieger: “Ik weeg 88 kilo en al reed ik ook al de Galibier op, ik zal nooit een klimmer zijn. Ik kan het bergop tegen mannen die 20 kilo lichter zijn en nochtans minder fietsen nooit halen.”
Museeuw: “Indurain was ook geen lichtgewicht maar die kon het op kracht. Nu zou hij in de bergen niet meer meedoen. Van Aert is ook zo’n type maar door wat gewicht te verliezen is hij ook een klimmer geworden.”
De Vlieger: “Maar tegen de Vingegaards, Roglic, Remco, Pogacar…”
***
Ik zei Remco: zie je dit? Die kan je allemaal winnen als je wil… Hij antwoordde: Vlaanderen en Roubaix wíl ik niet eens winnen… – Johan Museeuw
En zo fietst het gesprek tussen de twee begenadigde wielertoeristen naar het profpeloton vandaag. De ‘courist’ en de ex-kampioen versnellen nog. De Vlieger wordt zelfs (bij momenten) écht interviewer.
De Vlieger: “Johan, ik heb eerder al eens Wout van Aert en Mathieu van der Poel geïnterviewd. En nu Johan Museeuw, ik interview dus alleen de allergrootsten! (lacht)”
Museeuw: “Maar Pogacar is vandaag de grootste van allemaal. Mathieu en Wout gaan nooit de Tour winnen. Pogacar kan alles winnen.”
De Vlieger: “Remco toch ook? Ooit?”
Museeuw, bedachtzaam: “Misschien wel. Milaan-San Remo wordt nog het moeilijkste voor hem.”
De Vlieger: “Remco heeft toch ook de punch om te doen wat Van der Poel deed in Milaan-San Remo?”
Museeuw: “Hoe lang is het niet geleden dat een kampioen zo wegreed op de Poggio? (denkt na) Remco is nog bézig met winnen en laat zien dat hij stappen zet. Binnen vijf jaar spreken we dan verder. Ik bezocht hem een tijd geleden op hoogtestage. Ik had een T-shirt aan met de vijf Monumenten op. Ik zei hem: zie je dit..? Die kan je allemaal winnen als je wil… Hij antwoordde: Vlaanderen en Roubaix wíl ik niet eens winnen. Ik ben benieuwd…”
De Vlieger: “Een paar jaar geleden zei iedereen nog van Remco dat hij nauwelijks op een fiets kon rijden. Of toch niet in een peloton. Een voetballer, hé. Als je nu ziet hoe hij geëvolueerd is.”
Museeuw: “Echte kampioenen leren snel. Door steeds meer te fietsen ben je toch ook stuurvaardiger geworden, Geert?”
De Vlieger: “Er zit dus een Evenepoel in mij? (schatert) Maar hij rijdt zondag niet mee en we moesten het toch over De Ronde hebben?”
***
Over de jaarlijkse hoogmis van de koers. Die van ons is. Een feestdag voor heel Vlaanderen, misschien wel een miljoen toeschouwers langs de weg en nog meer voor de buis. En voor de Leeuw van Vlaanderen? En voor de zo gepassioneerde courist?
Museeuw: “Ik leef er alweer een paar weken naartoe. Veel interviews, activiteiten voor bedrijven, goed voor de portemonnee. Zondag beslis ik pas ’s ochtends waar en hoe ik ga kijken. Ik ga niet naar Brugge, ga ’s morgens ontbijten in ‘De Pupiter’ op de top van de Patersberg. Dan even een goeiedag gaan zeggen aan de burgemeester van Kwaremont en dan te voet naar de tent van Bora-hansgrohe. Ik zei hen wel: jullie hebben toch een groot scherm, anders wandel ik terug naar huis, hoor! Want ik wil zoveel mogelijk van de koers zien.”
De Vlieger: “In een vip-tent lukt dat moeilijk. Ik was ooit te gast bij de KBC: eten en drinken en naar buiten lopen, dan zie je toch niets van de koers? Liever zoals vorig jaar: vanaf half tien in mijn zetel en er letterlijk niet uitgekomen tot Lotte Kopecky over de finish reed. Ik heb dit jaar wel uitzending op Play Sports om half zes, ik zal de finale in de wagen op weg naar Vilvoorde moeten volgen. En dan hebben we het over Pogacar, Van Aert en Van der Poel, zeker, Johan?”
Museeuw: “Mathieu heeft alvast het beste profiel.”
De Vlieger: “Wat is dan het verschil met Wout?”
Museeuw: “Mathieu is super explosief en herstelt ontzettend snel van lactaat, niet normaal. Ik heb hem vaak bezig gezien op training, met Adri: om de tien seconden tjak, tjak… Wout heeft dat iets minder. Maar Wout heeft dan weer net een grotere motor. En hij heeft een net iets sterkere ploeg om hem in positie te zetten. Maar het ligt allemaal zo dicht bij elkaar. Greg Van Avermaet had ook altijd het profiel voor De Ronde maar hij heeft die nooit gewonnen. En Merckx, de grootste aller tijden: alle koersen zoveel keer gewonnen maar De Ronde maar twee keer… Iedereen verwacht terecht Wout, Thieu en Pogacar. Alapahilippe is toch zeker een sterretje minder. Ook omdat Quick.Step niet meer de sterkste ploeg is. De kaart Evenepoel, zeker? Ik heb de laatste weken toch niet veel blauwe en rode truien waar Soudal op staat, gezien.”
De Vlieger: “Alaphilippe is toch ook wereldkampioen geworden zonder ploeg? Is in De Ronde een ploeg zo belangrijk? Als ik zag hoe Van der Poel vorig jaar heeft gewonnen…”
Museeuw: “En hoe Pogacar vorig jaar de tweede keer de Kwaremont opvloog, 10 km per uur sneller dan alle andere kampioenen… Maar het was veel te vroeg. In ‘Vlaanderen’ moet je rustig kunnen blijven, al voel je je benen niet. Wachten tot de laatste Kwaremont en de Patersberg. That’s it! Zoals in onze tijd: Muur… Bosberg!”
De Vlieger: “Is het huidige parcours niet zwaarder?”
Museeuw: “Ik denk het wel. De Bosberg was ook heroïsch maar drie keer de Kwaremont en twee keer de Patersberg en dan nog al de rest… Al had ik graag eens een Ronde op het nieuwe parcours gereden. Ik ben twee keer solo binnen gekomen, dat wil zeggen dat ik nog over had. Ik vind het nieuwe parcours wel positief, ook voor de mobiliteit, de toeschouwers, de vips…”
De Vlieger: “Als ik die mannen de nieuwe Kwaremont die ik intussen ook al leerde kennen, zie opvlammen… Mannekes…! En als je op de laatste Patersberg 10, 15 seconden kunt pakken… win je De Ronde.”
Museeuw: “Wout heeft de laatste twee jaar telkens moeten lossen op de Kwaremont…”
De Vlieger: “Zien we eigenlijk nog andere namen dan de grote drie? Een outsider kan vandaag De Ronde toch niet meer winnen?”
Museeuw: “Door het nieuwe parcours is de kans op een outsider fel afgenomen. Maar een ‘mindere’ renner bestaat niet meer in de World Tour, hoor. Geen 400 tot 500 wattage? Ga jij maar continentaal rijden, jongen… (stilte) Ik zet dit jaar in op Van der Poel. En ik zet meestal veel geld in (lacht). Aanvankelijk zei ik Pogacar. Nu zeg ik, op basis van de Poggio, Van der Poel. En Wout zal ik zetten voor Roubaix.”
De Vlieger: “Ik ga voor Wout! Al zou de romanticus in mij toch heel graag eens Greg Van Avermaet, streekgenoot en ook ex-keeper van Beveren, een keer De Ronde zien winnen. Maar dat zal niet meer gebeuren. Die had toch op zijn palmares moeten staan? Zou jij De Ronde verkiezen boven een olympische titel, Johan?”
Museeuw: “Ik kom nog uit een tijdperk dat de Olympische Spelen alleen maar een beetje leuk waren. Liever wereldkampioen. Dat is veranderd, ik zou vandaag toch een olympische titel inruilen voor een zege in De Ronde, denk ik.”
De Vlieger: “Ik kijk nu alweer uit naar zondag. Voor mij is koers romantiek. Dezelfde romantiek als ik toen als klein ventje naar Club Brugge ging kijken, achter de draad. En dan zag ik Jan Ceulemans, Birger Jensen… uit de spelers-tunnel komen… magie! Maar ik heb later zolang in dat topvoetbal gezeten dat die magie is verdwenen. En die heb ik teruggevonden in de koers. Als ik zondag de helikopters hoor….”
***
Genoeg hart voor de koers, de benen beginnen al te kriebelen. Maar we moeten het toch ook nog hebben over het vrouwenwielrennen, intussen ook naar waarde geschat. Al zeker de dag van De Ronde! Lang lang leve Lotte !
Museeuw: “Ik stond aan de aankomst in Nokere waar Kopecky meteen na het overlijden van haar broer won. Voor hem. Mijn haren kwamen recht.”
De Vlieger: “Een straffe madame! Wij weten wat topsport inhoudt: naast een fysieke prestatie is het mentale even belangrijk. En dat wordt zwaar onderschat. Als je dat dan kan… Kopecky heeft bij ons het vrouwenwielrennen op de kaart gezet, wij moeten dat omarmen. Ik volg intussen toch het vrouwenwielrennen met heel veel interesse. Er is zelfs een tijd geweest dat ik liever naar de cross bij de vrouwen, naar de Alvarado’s van deze wereld, keek dan naar de cross bij de mannen. En, ik heb ook al in de Vogezen gereden, ik weet welke topprestaties ze er leveren. De eerste vijftien dan, er komen er dan nog veel achter. Maar dat is ook het probleem van het vrouwenvoetbal. Op een WK zie je ook een heel ander niveau dan België – Moldavië, 12-0. Dan denk je : dat is toch geen topsport?”
Museeuw: “Het is in het wielrennen zo snel gegaan dat er nog te weinig toppers zijn. Het wielrennen bij de vrouwen is mee geëvolueerd met de mannen. Ze worden nu veel beter getraind, het materiaal is veel beter, ze worden veel beter betaald… Maar tactisch is het toch anders dan bij de mannen. Ik zat laatst in een debat met de Nederlandse wielerjournaliste Marijn de Vries. Zij vindt dat De Ronde voor de vrouwen ook 260 km. in plaats van 150 km moet zijn. Dat is toch niet nodig? Zoals ik het ook niet nodig vind dat men het bij de mannen ook altijd zwaarder wil maken, met hellingen met percentages waarvan ik zeg: moet dat…? Een sprinter moet nu even goed bergop kunnen rijden als een klimmer.”
En dat gaan ze meteen eens uitproberen, de Leeuw van Vlaanderen en de courist. Start op de Patersberg. Merci, het was geen opdracht, neen. En we zijn er helemaal klaar voor, voor Vlaanderen Mooiste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier