Juniorenploeg van Remco Evenepoel debuteert vandaag in Kuurne-Brussel-Kuurne: “Ze beseffen welke unieke kansen ze hier krijgen”

Hoogmis vandaag in Kuurne, en zeker voor de juniorenploeg van Remco Evenepoel die debuteert op het hoogste niveau. De kans dat iemand van hen meerijdt voor de zege is gering, maar qua motivatie zullen ze zeker kunnen meestrijden met de World Tour-teams. Een start met meteen al het WK wielrennen van 2030 als groter doel. “Toch willen we eigenlijk gewoon kinderen in Brussel alle kansen bieden op dit niveau.”

Remco wil tegen 2030 de Brusselse jeugd wielergek maken, het jaar dat het WK wielrennen – naar aanleiding van 200 jaar België – in onze hoofdstad gereden wordt. Dat een echte Brusselse ket aan de start komt en wie weet op het podium staat, daar droomt hij van. Daarom richtte hij in 2023 de R.EV Brussels Cycling Academy op.

Straks debuteert de ambitieuze juniorenploeg op het hoogste niveau in Kuurne-Brussel-Kuurne. “Hij heeft dat idee voor het eerst laten vallen bij ons thuis in de zetel”, herinnert vader Patrick Evenepoel zich. “Remco is in Brussel opgegroeid tussen alle culturen en alle lagen van de bevolking. De jongens waarmee hij speelde in Anderlecht kwamen vaak uit arme gezinnen. Wellicht kwam zo het idee om voor het fietsen te doen wat Vincent Kompany met BX Brussels voor het voetbal heeft gedaan.”

kansarmoede

De stad Brussel, het Brussels Gewest, het Atomium, Bob Verbeeck en zijn Golazo-team, fietsenfabrikant Specialized en voormalig Anderlechtwoordvoerder David Steegen zijn enkele van de kleppers die snel aan boord kwamen. “Aanvankelijk was het vooral de bedoeling om de jeugd van de straat te halen en ze spelenderwijs kennis te laten maken met de fiets. Wielrennen is een dure sport en wie met kansarmoede krijgt af te rekenen, kan zo’n fiets niet betalen”, aldus Steegen. “De meeste jongeren kwamen via buurthuizen bij ons terecht. Sommigen kenden de sport zelf niet, laat staan Remco”, aldus teammanager Kenny Terweduwe. “Ze zullen niet allemaal wielrenners worden, maar eigenlijk willen we de Brusselse kinderen gewoon kansen bieden”, vult Patrick Evenepoel aan.

Wie met kans-armoede af te rekenen krijgt, kan zo’n fiets niet betalen”

De sociale vleugel telt intussen al een 200-tal leden. Los van de bijna 50 die nog eens een opleiding in het trainingscentrum in Schepdaal volgen. Enkelen onder hen namen het voorbije jaar deel aan wedstrijden voor nieuwelingen en aspiranten. “Lokale wedstrijden, vooral kermiskoersen”, aldus Terweduwe. “Maar toen Remco tijdens het BK tijdrijden in de volgwagen zat in het spoor van twee van zijn renners, vatte hij het plan op om een juniorenploeg te laten meedraaien in het internationale World Tour-circuit.”

Mooiste tijd

De ploeg met tien renners zal grote juniorenwedstrijden rijden in binnen- en buitenland. Ploegleider en voormalig wielerprof Dimitri Peyskens, teammanager Kenny Terweduwe en algemeen coördinator Patrick Evenepoel trokken jonge talenten aan. Naast de kampioenen van Noorwegen en Luxemburg, allemaal beloftevolle Belgische renners, met twee Brusselaars. Eén van hen is Mathieu Levaque (16) uit Ukkel. “Via een onlinebericht ben ik bij de club terechtgekomen. Ook al wist ik niet veel van wielrennen en Remco af. Hij fietst wel eens mee met ons. Sinds ik hem volgde tijdens de Ronde en de Spelen is hij mijn idool geworden. Nu droom ik om prof te worden en samen met Rayane aan de start te staan van het WK in 2030.” Wellicht hopen velen op de doorbraak van Rayane Arafi. De Molenbeekse jongeling zou de eerste Belg van Marokkaanse origine zijn die de weg naar een professionele carrière in het wielrennen vindt en zou daarmee een heel nieuw publiek aanboren. “Ik wist eigenlijk weinig van fietsen af tot ik in corona regelmatig wat kilometers ging afmalen met mijn vader die met een handbike rijdt. Van het een kwam het ander. Met enkele familieleden die in Marokko bij een club waren aangesloten, richtten we zelf een club op en toen de Brussels Cycling Academy ons vroeg om hun club te vervoegen, hebben we niet getwijfeld.” Rayane is het eerste lid van de sociale vleugel die de overstap weet te maken naar de sportieve ploeg.

Patrick Evenepoel glimlacht wanneer we hem vragen of die junioren hem doen terugdenken aan Remco’s jeugdjaren. “Dat was de mooiste tijd. Die jongens hebben nog dat speelse, maar zijn tegelijk heel gedreven. En dankbaar. Ze beseffen welke unieke kansen ze hier krijgen. Tegelijk zoeken we naar moeilijke karaktertjes. Wie op deze leeftijd tegendraads durft te zijn, is iemand die denkt, leert en doorbijt.”