Kim Mestdagh is één van de exponenten van de succesvolle Belgian Cats: “De chemie zit eindelijk goed”
In juni leerde sportminnend België de familie Mestdagh kennen. Met vader Philip als coach en de zusjes Hanne en Kim op het veld pakten de Belgian Cats brons op het EK, een historische prestatie voor onze basketvrouwen. Wij hebben een uitgebreid gesprek met laatstgenoemde, de shooting guard van de ploeg, de scherpschutter.
We hebben afspraak in een hotel in Kortrijk. Kim Mestdagh is even terug in eigen land voor de nationale ploeg. Toen was nog niet bekend dat ze de overstap zou maken naar het Spaanse Perfumerías Avenida, uit Salamanca. Al liet de 27-jarige West-Vlaamse wel al uitschijnen dat Istanbul, waar ze sinds deze zomer speelde, haar niet zo lag. Ze miste haar vertrouwde omgeving, en ze kwam ook weinig aan spelen toe. “Ik vind het fijn weer even terug in België te zijn. Turkije is aanpassen voor mij: het eten, de taal, de cultuur. Alle speelsters leiden hún leven. Ik woon er alleen op een appartement in een afgesloten complex. Gelukkig wonen Ann Wauters en haar gezin vlakbij.”
Terugkeren naar de nationale ploeg is een halve familiereünie voor jou. Is het moeilijk om je vader als coach te hebben?
Dat wás moeilijk. Toen hij mijn coach was bij de jeugd en bij de eerste ploeg van Ieper, botsten wij vaak. Hij was heel streng voor mij, en ik kon dat niet verdragen. Ik draaide met mijn ogen, of gaf openlijk kritiek terug. (lacht) Dat is veranderd met de jaren. Ik ben volwassener geworden. En wellicht is ook hij meer ervaren geworden. Nu kunnen we sport en privé beter scheiden.
Wat is het geheim van de Belgian Cats?
Wat we de vorige campagnes misten, was een echte teamspirit, alle neuzen die in dezelfde richting staan. Dat was op het EK voor het eerst wél het geval. De chemie zit eindelijk goed. Iedereen weet wat te doen, iedereen voelt zich goed. Het klikt gewoon. Ik heb dat niet eerder meegemaakt. De strubbelingen lijken verdwenen. Maar ook ons niveau ligt hoger. Hoe je het ook draait of keert, het niveau van de Belgische competitie is niet goed. Dat veel meisjes nu in het buitenland spelen, trekt ons niveau omhoog. En dan heb je natuurlijk twee kleppers als Emma Meesseman en Ann Wauters.
Ook de naam Mestdagh is plots bekend bij sportminnend België.
Ja, en dat is wel grappig. Ik was intussen al twee keer het antwoord op een vraag in Blokken. (lacht) Ik vind die aandacht voor basket heel fijn. Eindelijk, denk ik dan. Voordien waren enkel Emma en Ann bekend bij het brede publiek. En terecht, want zij maken een heel grote carrière. Maar het is leuk om ook zelf eens genoemd te worden.
“De toekomst schrikt me wel eens af. Mijn leventje is eenvoudig vandaag. Maar hoe ziet het echte leven eruit?”
Jij bent de shooting guard van de ploeg. Leg eens uit voor wie dat niet zou kennen.
Je moet veel bewegen, goed het spel lezen, en driepunters maken. Ik ben niet te groot, 1m80, en redelijk mobiel. Dat speelt in mijn voordeel. Al zou ik misschien iets groter mogen zijn. Soms heb ik het gevoel dat ik tussen twee posities zweef. Ik zou ook de power forward kunnen zijn, de grotere vleugel.
Basket zit in de familiegenen. Maar was kapster worden niet je echte kinderdroom?
(lacht) Dat klopt, ja. Ik was graag met haren bezig. Ik vind dat nog altijd een tof beroep. Maar als je in een gezin als het mijne opgroeit, dan kun je niet anders dan basketten. (lacht) We werden niet gedwongen, hoor. Ik heb ook gezwommen. Maar ik vond dat saaier. Mijn oudere broer Robin speelt ook basket. Toen ik acht was, nam mijn vader me mee naar Langemark, waar Robin speelde en waar ik met de jongens kon trainen. Ik heb dat twee jaar gedaan. Dat was een goede ervaring. Je leert agressiever spelen. Dan ben ik teruggekeerd naar Ieper.
Op je 18e trok je naar Colorado, Amerika. Waarom?
Ik wist niet goed wat ik wou doen na mijn middelbaar. Wou ik verder studeren? Wat wou ik studeren? Hoe zou ik dat combineren? Pas rond Kerstmis heb ik een beslissing genomen. Als je sport en basket goed wil combineren, moet je naar Amerika. Ik koos voor de Colorado State University, en voor de opleiding Human Development and Family Studies.
Wat heb je daar geleerd?
Ik ben er in de eerste plaats een zelfstandige vrouw geworden, fysiek en mentaal. Je komt daar alleen toe, en je moet je plan trekken. Ik ben ook een betere speelster geworden. Toen ik 18 was, haalde ik niet het niveau voor professioneel basket. Dat was na vier jaar collegecompetitie wel het geval. Toch blik ik met gemengde gevoelens terug. Ik weet niet of ik dat opnieuw zou doen, of toch zeker niet in dat college. De coach lag mij niet. Zij was keihard. Na een nederlaag verwachtte ze ons om 5 uur ’s morgens voor een straftraining. Ze liet ons vaak direct sprintjes trekken zonder noemenswaardige opwarming. Sommige meisjes vielen flauw. Ik had ook een andere studierichting moeten kiezen. Wat ben ik daarmee, denk ik vaak. Ik twijfel zelfs of dat wel íets waard is in België. Mijn zus heeft dat beter aangepakt. Zij heeft een meer algemene, internationale richting gekozen.
Je legde daarna een heel parcours af: Zamarat in Spanje, Castors Braine in eigen land, Charleville in Frankrijk en Yakin Dogu Istanbul in Turkije.
Na vier jaar Amerika en één jaar Spanje wou ik absoluut terug naar België. Ik had heimwee. Ik wou opnieuw in een vertrouwde omgeving spelen. Ook Charleville was vlakbij. En dan kwam Yakin Dogu. De club was net kampioen geworden in Turkije, een absolute topcompetitie in Europa, en had de Eurocup gewonnen. Dat was een grote uitdaging voor mij.
“Deelnemen aan de Olympische Spelen is hét van hét. Dat wordt niet evident. Shit, we zijn te vroeg rijp.”
Was het in Turkije een item dat je lesbisch bent?
Ik denk niet dat veel mensen dat wisten. De ploegmaats wel, maar ik heb dat niet verteld aan bestuur of coach. Je moet daarmee niet te koop lopen in Turkije. Nu, ik doe dat sowieso niet. Ik steek dat niet weg, maar ik sta ook niet op de barricaden.
Je vriendin Giorgia Sottana speelt voor Montpellier. Is die afstand zwaar?
Soms wel, zeker na een vakantieperiode. Maar we hebben nooit anders geweten, ook al zijn we al drie jaar samen. We hebben er nog niet aan gedacht ons als pakket te verkopen. Ik denk ook niet dat dat zou pakken. We spelen trouwens op dezelfde positie. Dat kan fout aflopen. (lacht)
Wat is je grote passie naast basket?
Reizen. Ik hou ervan nieuwe landen te ontdekken. We zijn al in Cuba geweest, Amerika, Bali, verschillende Europese landen. Ook fotografie is een hobby. Ik heb mij onlangs een nieuwe camera aangeschaft. Ik vind dat heel fascinerend.
Hoe zie jij je toekomst op lange termijn?
Als ik daaraan denk, begin ik te stressen. Ik doe dat eigenlijk te veel. Ik zou beter wat meer van dag tot dag leven. Maar ik kan dat niet. Wat ga ik doen na het basket? Wat kan ik nog doen? Wat ben ik met mijn diploma? Ik zou ook graag kindjes hebben. Maar kan ik dat combineren? Of moet ik dan stoppen? Je ziet het: zo draait mijn hoofd altijd verder. De toekomst schrikt me wel eens af. Mijn leventje is relatief eenvoudig vandaag: ik basket, en ik verdien mijn centen. Maar hoe ziet het echte leven eruit?
Wat is je ultieme ambitie in de sport?
Ik hoop ooit iets te betekenen in de Euroleague. En ik zou graag nog een stap vooruit zetten met de nationale ploeg.
Wat is dat dan?
Deelnemen aan de Olympische Spelen. Dat is hét van hét. Maar dat wordt niet evident. We moeten daarvoor op het EK in 2019 opnieuw minstens de top vijf halen. Shit, we zijn eigenlijk te vroeg rijp. (lacht)
Het sportrapport van Kim Mestdagh
Als kind was mijn idool …
Ik was fan van Fredje Deburghgraeve. Ik deed ook schoolslag. En verder: de Spice Girls. Ik speelde altijd Sporty Spice.
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Serena Williams. Een voorbeeld voor jong en oud. Haar sportieve resultaten, maar ook haar strijd tegen seksisme en racisme.
Mijn mooiste sportmoment?
Brons pakken met de Cats op het EK in Tsjechië. Ik krijg kippenvel als ik eraan terugdenk. Dat was een uniek kampioenschap.
Mijn grootste ontgoocheling?
De finale van de Eurocup verliezen met Castors Braine tegen Villeneuve-d’Ascq in 2015.
(foto Kurt De Schuytener)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier