RSCA-icoon Olivier Deschacht over het voetbal en het leven: “Bekendheid is echt niet leuk”
Een fascinerend man, die Olivier Deschacht (36). Een icoon van RSC Anderlecht. Bekend tegen wil en dank. Voor tegenstanders iemand you love to hate. Maar bovenal een beminnelijk familieman. Zijn ogen tintelen als hij over zijn grote liefde Annelien Coorevits en zijn kinderen Elena en Luís praat. Voor een keer laat de Oost-Vlaming in zijn ziel kijken. Geen vraag gaat hij uit de weg. Alleen over het gokschandaal, dat nog loopt, kan hij niets zeggen.
Je maakt een wisselvallig seizoen door. Weegt dat op je gemoed?
Ja en neen. Dat voelt ambetant natuurlijk. De trainer heeft de beste Deschacht nog niet gezien. Ik heb de voorbereiding gemist door een operatie. Net toen ik weer in de ploeg kwam, was er die voedselvergiftiging. En dan nog een spierscheur. En intussen is de ploeg beginnen draaien. Aan de andere kant: als je ouder wordt, kan je beter relativeren. Ik maak er mij niet al te druk in.
Desondanks wou Herman Brusselmans je toch de Gouden Schoen geven.
(geprikkeld) Ik zie geen lijn in wat die man zegt. De ene keer hemelt hij mij op, de andere keer breekt hij mij af.
Was jij geen fan?
Dat is al veel minder dan vroeger. Hij schrijft de laatste tijd heel negatief over mij. Ik vergeet dat niet. (zwijgt even) Maar goed, ik zal er geen staatszaak van maken. Ik kwam Herman wel af en toe tegen in Gent, maar hij was nooit mijn beste vriend.
Lees jij veel boeken?
Neen. Af en toe eens een biografie van boeiende sportfiguren, maar daar blijft het bij. Ik volg wel het nieuws. Ik wil weten wat er gebeurt in de wereld. Je zal mij zelden betrappen op iets wat ik niet weet. Als jij over iets praat, wil ik kunnen meepraten.
Brusselmans schrijft de laatste tijd heel negatief over mij. Ik vergeet dat niet.
Deze week werden de aanslagen in Brussle herdacht. Sta jij daar zelf stil bij?
O ja. Mijn broer was op Zaventem vorig jaar. Hij zou naar New York vliegen, naar zijn vriendin. Was hij één minuut eerder aan de check-in, dan was hij er nu niet meer, want net daar is de aanslag gebeurd. Dan sta je wel even stil bij de eindigheid van het leven. Al moet je dat wel een plek geven en weer verder gaan. Als je je overgeeft aan de angst, kan je niet meer buitenkomen.
Zestien seizoenen Anderlecht, zeven titels, recordhouders aantal wedstrijden: maak jij je kinderdroom waar?
Neen, ik had nooit durven dromen dat ik prof zou worden. Ik was nooit de beste bij de jeugd. Ik ben gelukkig de juiste mensen op de juiste momenten tegengekomen. Franky Vercauteren bijvoorbeeld. Of Marcel De Corte die onlangs overleden is. Ik zie hem nog zitten bij ons thuis. Hij moest mij echt overhalen om van Lokeren naar Anderlecht te gaan. Ik zag geen supertalent in mezelf. Ik had gedacht dat ik in de doe-het-zelfzaak van mijn vader zou stappen. Studeren interesseerde mij niet.
Je vader is een succesvol ondernemer. Raakt het je dat je soms fils à papa genoemd wordt?
(blaast) Wie zegt dat? Marginalen en jaloerse mensen. Zij kunnen mij niet raken. Ik heb nog nooit een slimme mens dat horen zeggen. En ja, het klopt dat ik nooit iets tekort kwam thuis. Wij konden ons iets meer permitteren dan een ander. Maar mijn vader heeft zijn zaken wel van nul opgebouwd. Is dat niet fantastisch? Ja, toch. Maar vanaf mijn twintigste heb ik het ook zelf moeten doen. Het is niet mijn vader die op de ballen trapt, hé.
Wat is het zwaarste dat je moet opofferen om prof te worden?
Wat ik vooral mis, zijn kleine dingen. Vrienden die uitgaan, die gaan skiën: ik kan nooit mee. Of je beste vriend die trouwt, en jij moet in je zetel rusten omdat je een wedstrijd hebt de dag nadien. Dat klinkt misschien belachelijk, maar dat doet wel pijn. (even stil) Je kan dan zeggen: ga tot 22 uur, en kom dan naar huis, maar ik kan dat niet. Ik ben honderd procent gefocust op het voetbal. Dat betekent volledige rust de avond voor een wedstrijd. Maar goed, dat zal ik goedmaken na mijn carrière.
Je hebt Annelien leren kennen in 2007 toen ze Miss België was. Was het dat lintje dat je aantrok?
Ik ga dat niet ontkennen. Dat was op het natourcriterium in Aalst. Je zet de eerste stap voor dat lintje, voor haar uiterlijk, maar echt verliefd word je pas op het innerlijke. Annelien is een slimme vrouw. Ik heb veel bewondering voor wat zij doet.
Volg je Temptation Island?
Ik kijk altijd. Deze week was niet normaal, hé. Maar goed, Annelien moet haar rol spelen. En soms haar verstand op nul zetten. Of ik zou meedoen? Neen, dat zou een stap te ver zijn. (lacht)
Je bent intussen papa van twee. Lukt dat als prof?
Ja, absoluut. Dat valt goed te combineren. Als ik thuis ben, ben ik honderd procent papa. Ik haal ze van school, speel met hen, stop ze in bed. Dat vind ik heel belangrijk. Dat is wat zij later zullen herinneren. Ik heb ook veel goede herinneringen aan mijn jeugd.
Was jouw vader aanwezig? Vaak betreuren succesvolle zakenmannen dat ze er niet genoeg waren voor hun kinderen.
Dat vind ik bullshit. (feller) Als je zelf baas bent, kan je tijd maken. Doe je dat niet, dan is dat omdat je niet wil. Mijn vader was er wél voor ons.
“Waarom homoseksualiteit taboe is, weet ik niet. Ik heb nog geen enkele homo ontmoet in het voetbal.”
Heeft zestien jaar topvoetbal je veranderd als mens?
Ik was vroeger toffer en opener. Als ik ergens binnenkwam, ging ik iedereen goeiedag zeggen. Nu ga ik ergens in een hoekje staan, meestal met mijn pet op. Ik heb niet graag aandacht. Ik kom nog weinig buiten zelfs. Bekendheid is echt niet leuk. Moest je dat kunnen wegnemen, zou deze job veel plezanter zijn.
Je contract loopt af in juni. Wat dan?
Dat kan ik nog niet zeggen. Ik heb dat niet zelf in handen. Het is mogelijk dat ik stop, het kan dat ik verder doe. Laat ons eerst maar kampioen spelen. Dan neem ik wel een beslissing.
Zie je jezelf voor een andere club voetballen?
Dat weet je nooit. Als ik vier wedstrijden op rij kan spelen, geloof ik echt dat ik weer een hoog niveau kan halen. Ik train ook nog steeds vol passie. Maar ik besef anderzijds wel dat de beste Deschacht verleden tijd is, dat het vet een beetje van de soep is.
Heb je geen spijt dat je nooit in het buitenland speelde?
Voor een topploeg was ik niet goed genoeg. Dat weet ik. Ik kon wel eens naar ploegen onderaan in Spanje of Engeland. Maar zou dat beter zijn? Misschien was ik daar dan op de bank beland. Nu heb ik tenminste iets opgebouwd waar ik trots op kan zijn. Dit kan ik later vertellen aan mijn kinderen en kleinkinderen.
Wat volgt er na je carrière? De zaak van je vader?
Dat kan. Maar het kan ook dat hij de zaak verkoopt. Dat valt dus af te wachten. Eerst wil ik de wereld zien. Amerika bijvoorbeeld. Of Azië. Ik heb eigenlijk nog niets gezien. Dat is mijn eigen schuld. Ik ga elk jaar op reis naar Spanje, naar dezelfde plek, waar ik goed kan relaxen. In de toekomst wil ik méér van het leven. Een hele dag aan het zwembad liggen is niets voor mij. Ik wil dingen zien en te weten komen. Ik ben heel nieuwsgierig.
Wat ik je nog wou voorleggen: waarom is homoseksualiteit zo’n taboe in het voetbal?
Dat weet ik niet, echt niet. Ik heb nog geen enkele homo ontmoet in het voetbal. En ik heb in die zestien jaar toch al met honderden voetballers samengespeeld. Misschien daarom?
Zou je zo iemand anders bekijken?
Absoluut niet. Ik heb vrienden die homo zijn. So what?
Foto’s: Belga
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier