Olivier Deschacht speelt vandaag mogelijk voor het laatst tegen ‘hate club’ Club Brugge: “20 jaar vaak wakker gelegen van Club”
Deschacht, intussen ook 40, weet het nog steeds niet. Het gesprek met de club, voorzien voor februari, is alweer uitgesteld. “De trainer vraagt het mij omzeggens elke dag… (zucht) Ik begrijp ook wel dat de club niet zo lang kan wachten, maar ik kán nog steeds niet beslissen.”
We gaan er niet op wachten, misschien moet hij komende week maar met een knal beslissen. Eerst winnen op Club Brugge, zijn hate club , en dan na de bekerbreak bij de club van diép in zijn hart… Hij vult zelf aan: “De winninggoal op Anderlecht en dan mijn afscheid aankondigen! Ik heb er al aan gedacht, ja. Maar dan zou men weer zeggen: revanchegevoelens… ” In afwachting, zijn keuzes uit 40 jaar Oli, 35 jaar voetbal, 20 jaar topvoetbal.
Zijn heftigste herinneringen aan Club Brugge.
“Gert Verheyen was de zwaarste tegenstander. We hebben elkaar gehaat. Op het veld intense duels, achteraf interviews waarin we elkaar ronduit beledigden. Nu is dat als speler van Zulte Waregem anders, maar Club was voor mij altijd de match van het jaar. Meer nog dan de matchen tegen Standard. The hate. Ik woon in Gent, halverwege Brussel en Brugge, ik was omringd door Club- en Anderlechtsupporters die mij perfect konden opladen. (lachje) Gaan winkelen in Brugge op zaterdagnamiddag konden we nooit doen, je zoekt het beter niet op. Ik was het gezicht van Anderlecht, hé, een zeldzame Vlaming nog wel. De eerste die ze uitfloten. Ik heb trouwens thuis nooit verloren van Club Brugge. Het eerste jaar dat ik er weg was, konden ze er voor het eerst wél winnen. Toeval bestaat niet, zeker (lachje)?”
“Mijn mooiste herinnering blijft de match waarin we kampioen speelden op Club Brugge, drie of vier speeldagen voor het einde al. Goals van Jelle Van Damme en Suárez, 1-2. Op de terugrit raakten we in een file, vier uren gefeest op de bus. Maar ik heb ook vaak wakker gelegen van Club Brugge. Ik heb twintig jaar lang elke match gezien van Club Brugge en élke keer gehoopt dat ze verloren. (lachje) Nu kijk ik meer naar Cercle en Waasland-Beveren. Tot een paar weken geleden toch. En nu kijk ik meer naar wat Oostende en Leuven doen.”
Zijn meest intense gevoelens voor Anderlecht.
“Mijn acht titels, ik onthoud toch meer de prijzen. Om de simpele reden dat niet veel spelers lang bleven op Anderlecht. Eén jaar goed spelen en ze waren weg. Ik ben blij dat ik altijd ben gebleven, alleen al maar omdat ik nu de voldoening heb van het recordaantal matchen. Wat ik evenwel zeker nooit vergeet, is mijn doelpunt met Lokeren op Anderlecht. En dan puur omwille van het applaus van het hele stadion dat erop volgde… Want het afscheid was pijnlijk geweest, dat is al genoeg verteld. Een gouden herinnering, die appreciatie van de supporters. Het was misschien wel het mooiste afscheid ooit, meer in de herinnering van iedereen dan de nochtans fantastische afscheidsmatch van Zetterberg, denk ik. Het verlies van mijn aanvoerdersband, na langdurige blessure, is ook een pijnlijke herinnering. Ik hoorde het van de afgevaardigde: “Ge zijt geen kapitein meer”. De manier waarop… Maar er zijn natuurlijk zoveel herinneringen. Mijn testdag bij Anderlecht, 24 jaar geleden. Ik amuseerde mij tussen mijn vrienden bij Lokeren, wilde daar eigenlijk blijven, ik had echt geen zin in Anderlecht. Maar Marcel De Corte drong aan. En ik trainde ongelooflijk, letterlijk alles lukte. Niet normaal. De volgende dag zaten ze al bij mij thuis. Achteraf gezien had ik er ook niet altijd evenveel plezier als bij Lokeren. Die druk, hé. Altijd moeten winnen. Elk foutje op de voorpagina’s… Eén keer verliezen en Vanden Stock en Van Holsbeeck stonden in de kleedkamer. Bij Zulte Waregem wordt na elke zege gedanst op een bus, bij Anderlecht was dat maar normaal. Na een 1 op 9 vloog Vercauteren, ervoor twee keer kampioen, buiten. En nu…”
Zijn favoriete shirts die hij van meer dan honderd Europese matchen met Anderlecht heeft bijgehouden.
“Souvenirs voor mijn kinderen, later. Fantastisch toch, tegen wie papa allemaal heeft gespeeld? Later zal Louis (5) dan allemaal die spelers opzoeken. Ik heb er zo’n 80 à 90. (somt snel op) Maldini, Roberto Carlos voorop, omdat die op mijn positie speelden. En verder: Neymar, Mbappé, Ibrahimovic. Ibra had nochtans niet zoveel goesting, ze hadden verloren. (mijmeren) Er is ooit kritiek geweest omdat ik bij de toss spontaan, uit respect, de keuze liet aan Ibrahimovic. (blaast) Deed ik bijna altijd, als het mij niet interesseerde naar waar we speelden. Maar op Club of Gent speelde je beter niet eerst naar de kop, wist ik ook wel.”
Zijn grootste helden.
“Roberto Carlos, David Beckham, Cantona, Ronaldo. Ik ging dan ook meteen supporteren voor hun ploeg. Vooral Beckham, met wie ik een keer heb mogen samenspelen voor een goed doel, vond ik fenomenaal. Balaanname, vista, traptechniek. Cantona was mijn held in mijn jeugdjaren. Ik moest absoluut een shirt hebben van Manchester United. Allemaal voetballers met charisma. Daarom heb ik het ook meer voor Ronaldo dan voor Messi. Sportmannen die zelf zeggen dat ze de beste zijn, dat heb ik graag. Alleen daarom al was ik nooit een fan van Messi. En buiten het voetbal was ik altijd een grote fan van Justine Henin. Ik zette ’s nachts een wekker voor haar wedstrijden. En nu van Djokovic. Een vat vol charisma.”
De vijf mensen die hij straks een bedankbrief zou willen sturen.
“Frank Vercauteren. Hij heeft mij opgeleid, schoolde een beperkte linksvoor om tot linksback, ik dank er mijn carrière aan. Bij de jeugd was ik nooit bij de besten. Tot Vercauteren jeugdcoördinator werd en zei: gij zou beter eens linksback spelen.
Aimé Anthuenis. Mijn eerste twee matchen, tegen Beveren en Antwerp, waren echt niet goed. Stress. Ik dacht al dat mijn kans verkeken was. Maar tegen Lommel viel De Boeck uit en zei Anthuenis: ik ga jou opstellen. Lommel was toen nog een makkie, in die tijd won Anderlecht zo’n matchen met 3, 4 of 5-0… (grijnst). En ik speelde de match van mijn leven.
Francky Dury. Zeker.
Yves Vanderhaeghe. Beste vriend.
En mijn ouders. En Annelien die moet er ook bij. Hopelijk leest ze dit.”
Wat bovenaan op zijn bucketlijstje staat, meteen na die brieven.
“De Mont Ventoux, of gelijk welke zware bergbeklimming met de fiets, een marathon, een halve triatlon… En reizen, meer dan een skireis met de kinderen of naar ons huisje in Spanje. Ik wil nog de wereld zien. Voorop een roadtrip door Amerika. Ik moet daar dan wel de juiste partner voor hebben. Ik ben 40 jaar en ik ben nog nooit in Amerika geweest.”
Club Brugge – Zulte Waregem om 16 uur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier