Grootste Belgische delegatie sinds Helsinki 1952: onze 32 (!) medaillekansen
122 Belgische atleten komen in actie op de Olympische Spelen, die vrijdag in Tokio beginnen. De grootste delegatie sinds Helsinki 1952. En dus denkt het BOIC dat ons land in Tokio tien tot zelfs twaalf medailles kan behalen. Statistiekenbureau Gracenote houdt het bij elf stuks. Realistisch? Een analyse.
4x ‘certitude’
Zevenkampster Nafi Thiam (95%) trekt als uittredend olympisch kampioene naar Tokio en moet afrekenen met Katarina Johnson-Thompson. Er moet in deze twee dagen durende discipline, waarin één mindere prestatie niet dramatisch is, al heel veel fout lopen voor Thiam om naast een medaille te grijpen. Turnster Nina Derwael (90%) is tweevoudig wereldkampioene op de brug met ongelijke leggers. Ze kende wat moeilijkheden met haar nieuwe oefening met een hogere startwaarde, maar keerde inmiddels terug naar haar vroegere oefening. Als ze die goed uitvoert, ligt er in principe minstens brons voor haar klaar. De Red Lions (90%) zijn regerend wereldkampioen, al werden onze hockeyheren in juni weer met de voetjes op de grond gezet op het EK (brons). Arthur Van Doren en co hebben naar Tokio gepiekt. Dit moet het hoogtepunt van deze generatie worden. Matthias Casse (80%) werd in juni wereldkampioen in de koninginnenklasse (-81 kg) van het judo en is ook in Tokio topfavoriet, alleen is de tegenstand sterk en komt er bij een loting altijd wat geluk kijken.
9x ‘medaillerijp’
Wout van Aert (60%) zag zijn vormcurve in de Tour met de dag stijgen en is podiumrijp in zowel weg- als tijdrit. Dat geldt net iets minder voor Remco Evenepoel (55%) , maar met het 21-jarige wonderkind uit Schepdaal weet je nooit. Twee of drie Belgische medailles in het wegwielrennen zijn mogelijk, al is vooral een wegrit erg onvoorspelbaar. Zeilster Emma Plasschaert (65%) , wereldkampioene in 2018, bleef het voorbije coronajaar op EK en WK steken op een negende en tiende plek, maar heeft aan haar zwaktes gewerkt. Het Belgische roeiduo Tim Brys en Niels Van Zandweghe (50%) kwam op het EK vorig jaar minder dan een seconde te kort voor goud. In de finale met zes landen is veel mogelijk. Nina Derwael (50%) is ook op de balk medaillerijp. Het Belgische jumpingteam (40%) , met Niels Bruynseels, Jérôme Guéry en Gregory Wathelet, werd in 2019 Europees kampioen. Nooit eerder waren de medaillekansen voor onze paardrijders zo groot. Jaouab Achab (40%) verloor in Rio zijn kamp om brons, maar vijf jaar later is de taekwondoka van Marokkaanse afkomst rijp voor een medaille. Dat geldt ook voor wielrenster Lotte Kopecky (40%) , die met de wegrit, ploegkoers (met Jolien D’hoore ) en het omnium drie kansen op succes krijgt. Het zou toch één keer prijs moeten zijn.
19x ‘outsider’
De Belgian Hammers (30%) beschikken met Jelle Geens, Marten Van Riel, Valérie Barthelemy en Claire Michel over een sterk triatlonviertal in de breedte dat, als één van de drie toplanden (Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland) het laat afweten, kan stunten. De Belgian Cats (30%) , onze basketdames onder leiding van boegbeeld Emma Meesseman, kunnen verrassen als de loting voor de kwartfinale meezit. Marathonloper Bashir Abdi (30%) kan de Belgische sensatie worden. Stunt de Gentenaar van Somalische afkomst in een door Ethiopiërs en Kenianen overheerste sport? Nina Derwael (30%) kan in de allroundfinale haar derde medaille veroveren. Judoka Toma Nikiforov (25%) is niet de regelmaat zelve, maar als de tweevoudige Europese kampioen een superdag heeft, is hij haast onklopbaar. Baanwielrenners Kenny De Ketele en Robbe Ghys (25%) zijn niet kansloos in de sterk bezette ploegkoers. Robbe Ghys (20%) kan ook een rol spelen in het omnium. Golfer Thomas Pieters (20%) werd in Rio al vierde. Triatleten Jelle Geens (20%) en Marten Van Riel (25%) kunnen, als de wedstrijdomstandigheden meezitten, in de beslissende slotrun over 10 km voor de medailles strijden. De 4×400 meter estafetteploeg (15%) kan, vijf jaar nadat het in Rio op amper drie honderdsten van brons strandde, alleen maar stunten als Dylan Borlée, Jonathan Borlée, Kevin Borlée, Alexander Doom én Jonathan Sacoor hun beste niveau halen. Iets meer kans lijkt de gemengde 4×400 meter estafetteploeg (15%) te hebben, nu Cynthia Bolingo in prima doen is. Elise Mertens en Alison Van Uytvanck (10%) mogen in het tennistornooi verrassen in het dubbelspel, terwijl we judoka Charline Van Snick (10%) na haar bronzen plak in 2012 nooit mogen afschrijven. Kajakker Artuur Peters (10%) is een outsider, net als het kajakduo Hermien Peters-Lize Broekx (5%) , BMX’ster Elke Vanhoof (5%) , judoka Jorre Verstraeten (5%) en boogschietster Jessie Kaps (5%) .
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier