Pocagar loopt uit op Vingegaard en Evenepoel: “Dit was nochtans niet het plan”
Dit hadden we niet zien aankomen, toch zeker niet na de heel verrassende ontknoping in de woensdagrit door het Centraal Massief. Maar de feiten zijn wat ze zijn: Tadej Pogacar telt na de eerste van twee zware Pyreneeënritten bijna twee minuten voorsprong op Jonas Vingegaard. Zien we vandaag een nieuw boksduel?
Vandaag krijgen de Tourrenners tussen Loudenvielle en Plateau de Beille 200 km, zes Pyreneeëncols en bijna 5.000 hoogtemeters voorgeschoteld. De plaatselijke renner van dienst in Zuid-Frankrijk is zowaar een Rus, die opgroeide aan de voet van de Col de Portet-d’Aspet: Pavel Sivakov. Zeven jaar geleden droeg Sivakov op Plateau de Beille de gele trui tijdens de tweede etappe van de Ronde van de Isard voor beloften. Vandaag rijdt Sivakov, intussen één van de vele toprenners bij UAE Team Emirates, door zijn thuisstreek als één van de zes overgebleven knechten van geletruidrager Tadej Pogacar. Drie dagen geleden was Sivakov zowaar de eerste die, voor de camera van de Franse wielerwebsite Cyclism’Actu, luidop durfde te zeggen wat zowat elke wielerliefhebber al twee weken denkt: “Bij Visma-Lease a Bike kruipen ze al sinds de start van deze Tour in een slachtofferrol.”
Pogacar versus Vingegaard
Deze Tour ontvouwt zich al vijftien dagen tot een nieuwe titanenstrijd tussen Tadej Pogacar (25) en Jonas Vingegaard (27). Kortom, de altijd goedlachse Sloveen, die algemeen als de beste renner ter wereld wordt beschouwd, versus de immer mistroostig ogende Deen, die in de Tour van 2022 en 2023 als enige Pogacar duidelijk en verdiend de baas bleef. Pogacar versus Vingegaard, dat is een zelfmoordterrorist versus een sluipmoordenaar. Woensdag leverde het Pogacar, tijdens een helse tocht door de Cantal, een mentale pandoering van jewelste op. Voor de Sloveen viel het vooral te hopen dat de sterke terugkeer van een monotoon bergop rijdende Vingegaard het gevolg van een hongerklopje was.
Gisteren pakte UAE Team Emirates het anders aan. Na een gezapige opener over de Tourmalet stuurde Pogacar op de slotklim naar Pla d’Adet één van zijn meesterknechten vooruit: Adam Yates. Op 4,7 km van de top demarreerde hij vervolgens zelf. Kleine en/of grote verrassing: Vingegaard moest meteen passen en slaagde er daarna evenmin in om op zijn eigen tempo terug te komen, wat hem de voorbije twee weken vaak wel lukte. 500 meter kopwerk van Yates, vorig jaar nog derde in de Tour, volstond om zijn kopman helemaal te lanceren. In de laatste twee km deed Pogacar er zelf nog een heel stevig schepje bovenop: 39 seconden winst en vier bonificaties meer dan Vingegaard was het pijnlijke verdict voor de Deen, die in de stand nu al bijna twee minuten achterstand telt.
“Dit was nochtans niet gepland. Ik deed dit op instinct”, reageerde een duidelijk uitgelaten Pogacar meteen na afloop. “Eigenlijk wilde ik gewoon de rit winnen en in de sprint misschien enkele seconden nemen. Maar dit is heel goed nieuws. Dit momentum wil ik vasthouden.” Vingegaard kon naar eigen zeggen leven met het tijdverlies. “De laatste drie kilometer van de klim waren wat vlakker en pasten beter bij hem, omdat hij meer absoluut vermogen heeft. Ik heb goed gepresteerd, dus daar kan ik niet teleurgesteld over zijn. Morgen (vandaag, red.) finishen we op een ander soort beklimming. Het is zeker nog mogelijk om deze Tour te winnen.”
“Plateau de Beille is een ander soort beklimming. Het kan nog om deze Tour te winnen”
Jonas Vingegaard
Pogacar versus Vingegaard, dat is ook UAE Team Emirates versus Visma-Lease a Bike. Een botsing tussen twee stijlen. Een botsing die al even aan het borrelen is. Denk maar aan de Tour van vorig jaar, toen Vingegaard na de instorting van Pogacar ruim zeven minuten marge in het klassement telde, maar in de laatste bergrit over de Col du Platzerwasel ondanks zijn meer dan riante en geruststellende voorsprong de rol van wieltjeszuiger opnam. Het heeft zijn sympathie (en die van zijn ploeg) bij het brede en minder brede wielerpubliek niet bepaald goed gedaan.
Het is er de voorbije twee weken niet beter op geworden. Ja, er was die zware crash in de Ronde van het Baskenland, begin april. Ja, er was die lange ziekenhuisopname, waardoor de Deen, volgens de berichten die zijn ploeg de wereld instuurde, “wel heel lang niet heeft kunnen trainen.” En ja, er was die voorbereiding zonder ook maar één wedstrijdkilometer. De realiteit is echter dat Vingegaard in meer dan prima conditie aan deze Tour is begonnen, maar dat zijn grote rivaal een veel betere voorbereiding dan in 2023 heeft gekend. Toen kon Pogacar, na een eveneens zware crash eind april in Luik-Bastenaken-Luik, pas een maand later op een normale manier beginnen te trainen en kwam hij in de slotweek van de Tour logischerwijze basisconditie tekort.
Maar basisconditie of net wat minder basisconditie, Pogacar is en blijft Pogacar: hij koerst altijd. Vingegaard en zijn ploeg kiezen daarentegen voor een ultradefensieve aanpak. Om het wat smakelijker te omschrijven: als Pogacar woensdag op de eerste licht hellende meters van de Pas de Peyrol de bosjes had opgezocht om een grote behoefte te doen, was Vingegaard ongetwijfeld gehurkt naast hem komen zitten om hetzelfde te doen.
Catenaccio in het kwadraat – het is uiteraard het volste recht van Visma-Lease a Bike, dat al het hele jaar aan het roeien is met gehavende riemen. Enig nadeel: de aanpak vloekt volledig met de manier waarop de andere huidige wereldtoppers, Pogacar, Evenepoel en Van der Poel, de wielersport anno 2024 uitoefenen en animeren. Renners naar ons hart. Vingegaard is in topconditie de beste ronderenner ter wereld, maar hij is tegelijkertijd één van de minst populaire. Dat betreuren we ten zeerste.
Voortreffelijke Evenepoel
Remco Evenepoel deed het prima in de eerste Pyreneeënrit. Onze landgenoot kon na de demarrage van Pogacar terug naar het wiel van Vingegaard rijden, al moest hij de Deen even later opnieuw laten rijden. “Ik heb zolang mogelijk gevolgd en een beetje tijd verloren, maar ik kon ook wat tijd pakken op de rest”, reageerde Evenepoel na afloop. “Dit zijn de waardeverhoudingen. Ik toon dat ik behoorlijk dicht bij het niveau van Vingegaard kom. Hij rijdt mij er wel af, maar misschien is het morgen aan mij om hem te lossen. Het is elke dag vechten, blijven werken en hopen dat ik die podiumplaats kan behouden.”
België hoopt stilletjes met hem mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier