Benito Raman is niet meer dezelfde Benito Raman: “Anderlecht geen top 8 is nog pijnlijker dan Club geen top 4”
Benito Raman gaat nog maar zelden zwaar op stap want “dan ben ik ’s anderdaags geen mens meer.” Hij is nu familieman: “Mijn rol als papa? Voetballen met mijn zoontje Mason, bijna twee jaar!” Benito Raman (28) is geen basisspeler bij Anderlecht maar voelt zich nog steeds uitstekend bij paars-wit. En hij is “misschien” niet meer zo snel als tien jaar geleden maar loopt niet meer als een kieken zonder kop. Raman is afgelopen tien jaar een ander mens en een ander voetballer geworden.
Wat is je beste tijd op de 50 meter sprint?
“Ken ik niet precies. Ik weet wel nog dat het indertijd 5,25 seconden was. Waarom?”
Omdat je mij in een interview tien jaar geleden, je was net door AA Gent verhuurd aan KV Kortrijk, over die 5,25 seconden sprak en een lezeres, een atletiekspecialiste, mij heel lang probeerde uit te leggen dat dat onmogelijk was. Dat moest minstens met een vliegende start zijn.
“Echt niet. Vanuit stilstand. Of er zat een fout in de meting of de afstand klopte niet precies. Ik weet nog wel dat iedereen verstomd stond, ik was toen pas 15 jaar. Wat er van zij: naar mijn gevoel ben ik vandaag toch iets minder snel. Al zou ik dat toch eerst eens willen testen. Men heeft me ook altijd bij de jeugd gevraagd waarom ik geen atletiek wilde doen. Maar ik wist al van mijn twaalfde dat ik profvoetballer zou worden.”
Behalve misschien iets minder snel: vergelijk eens dat toptalent van toen met de voetballer van Anderlecht vandaag.
“Ik ben nog altijd even speels als toen, maar ik let naar buiten uit meer op, filter meer wat ik zeg in interviews of op mijn sociale media. Want iedereen maakt daar dan meteen het zijne van. Of je kwetst blijkbaar wel altijd iemand, al is dat nooit de bedoeling. Het is bullshit natuurlijk, en jammer, waarom moet de mening van een voetballer altijd worden uitvergroot? We zijn toch ook normale mensen? Maar als we AZ uitschakelen ga ik wel zoals Mathieu van der Poel dansen op een tafel in een discotheek, hoor.”
Zoals je als je geschorst bent in Oostende tussen de fans gaat staan, pintje in de hand?
“Een paar weken later deden twee spelers van een bepaalde club (Alderweireld en De Laet van Antwerp, red.) hetzelfde en iedereen vond het schitterend. Van mij werd gezegd: daar is Raman weer. Neen, van commentaar over een pintje drinken met de supporters, trek ik mij niets aan. Ik ga trouwens minder uit dat vroeger. (grijnst) Ik ben intussen 28 jaar, als ik er eens over ga ben ik ’s anderendaags geen mens meer. Doe ik dus al jaren niet meer. En ik moet nu opstaan voor mijn gezin, hé. Ik ga wel nog graag eens een pint drinken alleen word ik nu anders bekeken dan tien jaar geleden.”
En ben je in die tien jaar ook een andere voetballer geworden?
(denkt na) “Ik dénk dus dat ik misschien wat trager ben geworden maar zeker weet ik dat niet. Ik loop wel ànders. Vroeger liep ik achter alles, soms zonder kop, maar door de manier van voetballen van eerst Düsseldorf en Schalke en dan Anderlecht is dat niet meer mogelijk. Dat heb ik geleerd: minder meteen druk zetten en meer in team denken. Ook in efficiëntie ben ik geëvolueerd. Ik had vroeger heel veel kansen nodig om een doelpunt te maken, nu volstaan twee of drie kansen. Ik zit dit seizoen in competitie aan vijf goals, dat is gezien mijn speelminuten (Raman miste een tiental matchen door blessures, red.) niet slecht. Al zal ik nooit de voetballer worden die er zomaar twintig binnen legt.”
Had ik als jeugdspeler de stap gezet naar Inter of Aston Villa: welke speler zou ik dan nu zijn?”
Kampioen met AA Gent en daarna Standard, Düsseldorf, Schalke 04 en Anderlecht: geef jezelf eens punten op tien voor afgelopen tien jaar?
“Ik zou zeggen… zeven? Maar had ik als jeugdspeler de stap gezet naar Inter Milaan of Aston Villa, en dat had gekund, of was ik bij Schalke gebleven: welke speler zou ik dan nu zijn? Maar ik heb nergens spijt van. Mijn keuze voor Anderlecht was ook ingegeven door een gebeurtenis in de familie van mijn vrouw maar ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Maar die zeven kan nog een acht of negen worden, ik wil nog tien jaar voetballen, ik ben nog lang niet klaar, hoor. (lacht)”
Maar jouw contract bij Anderlecht loopt volgend jaar af en …
(onderbreekt) “Het is voor de eerste keer in mijn carrière dat ik in zo’n situatie kom, maar Anderlecht heeft wel nog een optie van een jaar. Maar ik heb geen schrik voor mijn toekomst. Ook omwille van mijn band met de supporters ben ik hier ontzettend graag, ik zou meteen voor vijf jaar bijtekenen, maar er zullen altijd wel clubs zijn die mij kunnen gebruiken. Eén club was in elk geval al een paar maanden geleden zéér geïnteresseerd. Een club van over de oceaan maar in een mooie competitie. Maar niet in de woestijn, ik zou nooit alleen voor het geld kiezen. Het enige wat mij interesseert is mogen voetballen. Maar nogmaals, het liefst blijf ik bij Anderlecht, ik voel me hier heel goed.”
… en er is de ‘case-Raman’, een duobaan: supersub en belangrijk als sfeermaker in de kleedkamer.
“Dat is geen rol die ik bewust opneem. Dat komt gewoon spontaan, ik blijf iemand die graag dolt en zevert en grappen uitsteekt. Misschien ga ik er wel eens over en kan het voor sommigen irritant worden maar zolang iedereen er blijft mee lachen, kan het maar goed zijn voor de sfeer. Wat die basisplaats betreft: ik stond vorig seizoen aan de top van de beste invallers, daar kan ik dus wel mee leven.”
Je ligt momenteel constant in balans met Slimani maar je kan je neerleggen bij je rol van supersub?
“Tuurlijk. Vroeger had ik het daar moeilijk mee maar intussen leerde ik dat elke match anders wordt geanalyseerd en dat ik niet elke keer kan starten. Dat de coach het mij dan telkens uitlegt, helpt ook wel. Ik denk dat het ook zou werken met twee spitsen, maar in het huidige systeem hebben we de mix: ofwel een targetspits als Islam of een snelle kleine spits als ik. Als ik niet in de basis sta is er altijd wel even een ontgoocheling maar dan kan ik snel de focus verleggen. Want intussen is gebleken dat ik de kwaliteiten heb om als invaller het verschil kan maken. En dat is een wapen.”
En nu Genk. Jullie moeten winnen of het seizoen kan gedaan zijn.
“Dat beseffen we. Ik denk dat we minstens vier op zes moeten halen, met zes op zes zijn we er sowieso bij. Als we de top 8 niet halen, hebben we het vroeger verspeeld. We hebben nu wel een mooie 13 op 15 maar alles wat de eerste vijftien matchen is gebeurd, was onze eigen schuld. We waren niet klaar, waren niet het Anderlecht dat mocht verwacht worden.”
Mechelen-Gent en Genk-Anderlecht kunnen beslissend zijn voor de vierde en de achtste plaats. Even niet als Gentenaar en als neutrale liefhebber: wat zou het pijnlijkst zijn, geen Champions Play-offs voor Club Brugge of helemaal geen play-offs voor Anderlecht?
“Dat laatste. Club heeft voorgaande vijf jaar ontzettend goed werk geleverd maar intussen is het met clubs als Genk, Union, Antwerp en Gent niet zó onlogisch dat Club er een keer niet bij zou zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier