Sam Deroo: “Ik wil geen meeloper zijn”
Sam Deroo, kapitein van de Red Dragons en de beste volleyballer van ons land, heeft torenhoge ambities in het volleybal. “Ik wil naar de Olympische Spelen. Ik zou zelfs een overstap naar beachvolleybal overwegen”, zegt de 26-jarige Oost-Vlaming, die momenteel speelt bij de Poolse topclub Zaksa.
We hebben afgesproken in Sint-Niklaas, zijn thuisbasis als hij niet in Polen is. Voor het eerst in vele jaren heeft Deroo een lange vakantie in het vooruitzicht, een unieke vakantie zelfs, want in augustus verwachten hij en zijn vriendin Hanne hun eerste kindje. “Aanvankelijk was het plan om eindelijk onze verre droomreis te maken. Vorige zomer zijn we getrouwd, maar we hadden amper tijd voor een weekje vakantie. Door de zwangerschap zijn die plannen opnieuw uitgesteld. Maar ik kijk echt uit naar het vaderschap.”
Deroo is België’s beste volleyballer. Hij was amper zes toen hij zijn eerste ballen toetste. De microbe heeft hij van zijn vader, die het tot in tweede klasse schopte. Zijn lengte, 2.03 meter, is een onmiskenbare troef, net als zijn intelligentie. “Ik kan mij intellectueel uitleven in volleybal. Ik hou van het tactische steekspel. Topploegen bepalen hun spelplan op basis van de statistieken van de tegenstander. Dat boeit mij, want ik ben een cijferman. Ik studeer niet toevallig accountancy-fiscaliteit (via afstandsonderwijs, red).” Op zijn vijftiende trok Deroo naar de volleybalschool. Zijn talent dreef al snel boven. Op zijn achttiende werd hij opgepikt door Knack Roeselare, waar hij in Dominique Baeyens de ideale leermeester vond. Amper twee jaar later verliet hij onze competitie al voor de Italiaanse subtopper Modena.
Die aanpassing was niet makkelijk, vernam ik.
Neen, zeker die eerste maand niet. Ik had net een zware enkelblessure opgelopen met de nationale ploeg. Het bestuur en de trainer waren niet gelukkig. Ik sprak ook de taal niet, ook dat was een punt van kritiek. Ik had nochtans al een jaar avondschool gevolgd in Roeselare. Maar goed, die trainer was wat dat betreft een zot, moet ik zeggen. (lacht)
Hoe blijft een twintigjarige dan overeind?
(resoluut) Wilskracht tonen. Ik wou mezelf niets te verwijten hebben. Als ik me honderd procent geef en ik ben niet goed genoeg, dan kan ik daarmee leven. Ik heb natuurlijk getwijfeld. Italiaanse ploegen dúrven geblesseerde spelers te dumpen. Gelukkig was Hanne toen al bij me. Zij volgt me overal, en dat is belangrijk voor mij. Maar ik heb nooit gedacht aan opgeven.
Ik had minstens eerlijkheid verwacht van Vital Heynen. Ik vond zijn vertrek egoïstisch.
Waarom heb je Italië drie jaar geleden ingeruild voor Polen?
Ik speelde in Italië in de subtop. Ik wou méér winnen, maar ik wou ook een belangrijke rol in een club. Ik wil geen meeloper zijn. Dat was onmogelijk in Italië. Toen kwam het aanbod van Zaksa, een topclub in Polen én in Europa. De keuze was snel gemaakt. Op sportief vlak is de Italiaanse competitie wellicht de beste, maar op vlak van beleving staat Polen een trapje hoger. De mensen zijn gek van volleybal. Wij spelen elke week voor minstens 2.500 man.
Heb je je financieel verbeterd?
Ja. Algemeen liggen de lonen in Polen en Italië in dezelfde lijn. Maar ik had na Modena met Verona niet de beste stap gezet op financieel vlak.
Over welke bedragen spreken we in het volleybal?
In Korea, Japan en China kan je tot 500.000 euro per jaar verdienen. Dat zou de enige reden zijn waarom ik een transfer naar bijvoorbeeld China zou overwegen. In Polen liggen de absolute maxima op 250.000 euro. Dat is beter betaald dan een gemiddelde werknemer in België, maar natuurlijk minder dan andere sporten.
Steekt dat?
Ergens voelt dat wel onrechtvaardig aan. Wij moeten minstens even hard werken als voetballers. Nu, ik ben blij met waar ik sta en wat ik heb. Als ik op mijn 35e stop, zal ik een mooi spaarpotje hebben voor mijn tweede leven. Plus: ik heb de luxe om geld te verdienen met mijn grote passie.
Hoe is het leven in Polen?
Je hoeft niet naar Polen te verhuizen om culinaire of culturele redenen. Waar wij wonen, in het zuiden, is weinig te beleven. Gelukkig is de club wel heel goed georganiseerd. We wonen in een mooi appartement. Dat is belangrijk met het oog op ons kindje. Ik zit nog één jaar onder contract in Polen, en ga zeker niet vroeger weg.
Mis je België?
Ja, toch wel. Ik ben blij opnieuw thuis te zijn voor enkele weken. Je mist vooral je familie en, heel stom, kleine dingen als préparé op je boterham. Dat vind je dus echt nergens buiten België, hè. (lacht) Neen, als ik thuis ben, doe ik niets liever dan mijn familie opzoeken.
In september is er het WK in Italië en Bulgarije. Is die vierde plaats van het EK vorig jaar een goede graadmeter?
Dat is moeilijk in te schatten. Europa is sowieso het beste continent. Wie top vier haalt op het EK moet eigenlijk kwartfinale ambiëren op het WK, maar dat wordt uiterst moeilijk. Een WK duurt lang en is zeer intensief. Wij hebben geen brede kern zoals de grote landen, dat kan in ons nadeel spelen. Maar goed, dat EK pakken ze ons niet meer af. Al ben ik toch ook ontgoocheld: ik had zó graag dat brons gepakt.
Mijn droom is zo groot dat ik zelfs een overstap naar beachvolleybal zou overwegen mochten we Tokio niet halen.
De Olympische Spelen, is dat het ultieme doel voor de Red Dragons?
Ja, natuurlijk. Dat is het allerhoogste voor elke sporter. Toen Vital Heynen aantrad als bondscoach, was dat ook zijn project: hij zou die ploeg naar Tokio loodsen, zei hij elke dag. Ik was ontgoocheld dat hij enkele maanden later alweer vertrok (naar de nationale ploeg van Polen, red). In elk ander land zou die stap onaanvaardbaar zijn. Ik vond dat egoïstisch, ik zeg dat eerlijk. Ik had minstens eerlijkheid van hem verwacht. Zeg dan gewoon dat het voor het geld is. Maar neen, toen ik hem ermee confronteerde, draaide hij rond de pot. Nu, dat hoofdstuk is afgesloten. De nieuwe man Andrea Anastasi is een schitterende coach met een groot palmares. Ons project blijft lopen.
Twee jaar geleden trok jij aan de alarmbel over de schamele dagvergoeding van 25 euro. Is dat probleem opgelost?
Neen. Als kapitein is het mijn taak om dat aan te kaarten. Ik zie wel dat de geesten rijpen. Men begrijpt onze bezorgdheden. De verzekering bij de nationale ploeg is beperkt tot 50.000 euro. Dat moet omhoog tot de contractwaarde van elke speler. Anders is de nationale ploeg een te groot risico, en haken belangrijke spelers af. Stel nu, ik zeg maar iets, dat ik morgen in China kan tekenen voor 500.000 euro. Wat als ik geblesseerd raak bij de nationale ploeg? No way dat die Chinezen ooit zullen betalen.
Waarom zak jij toch telkens af?
Ik blijf het een eer vinden om voor mijn land te spelen. Maar de voornaamste reden is mijn ultieme droom: de Spelen. Ik weet dat onze kansen klein zijn. Maar mijn droom is zo groot dat ik zelfs een overstap naar beachvolleybal zou overwegen mochten we Tokio niet halen.
Ben je ernstig?
Ja, toch wel. Ik weet dat dat niet zo eenvoudig zal zijn. Je moet eerst een goede compagnon vinden. Ook organisatorisch en financieel zal dat opofferingen vragen. Maar toch. In 2024 vinden de Spelen plaats in Parijs. Ik zal dan 32 zijn. Dat zou ideaal zijn.
(foto belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier