Siebe Schrijvers, kapitein van de Belgische beloften: “Ik heb al gekke aanbiedingen gekregen”

TUBEKE – “Winnen, dát is de ambitie.” Kapitein Siebe Schrijvers spreekt duidelijke taal, één week voor de start van het EK voor beloften in Italië. Wij hebben vlak voor afreis een uitgebreid gesprek met de 22-jarige Limburger, in het dagelijkse leven spits van Club Brugge.

Veel schoon volk in het Belgian Football Center in Tubeke, zeg maar het trainingscomplex van de voetbalbond. De jonge Rode Duivels zijn al even bezig aan hun voorbereiding op het EK, en ook de grote Rode Duivels sijpelen binnen voor twee kwalificatiewedstrijden. We zien Siebe Schrijvers in de lobby van het Martin’s Red, het viersterrenhotel van de bond. Of hij al vakantie heeft gehad? “Weinig. Eén week na de competitie. Ik ben vijf dagen naar Barcelona geweest, met Nordin (Jackers, doelman van Racing Genk, red). Hij is een jeugdvriend. Wat we daar gedaan hebben? Aan het strand gelegen, en genoten van lekker eten. Ik heb één groot voordeel: dat ik niet snel kilo’s pak. Ik kan bij wijze van spreken elke dag een biefstuk eten. (lacht) Maar goed, ik heb niet te gek gedaan. Ik wist dat dit EK voor de deur stond. Ik heb er zin in. Véél zin. We hebben hier twee jaar keihard naartoe gewerkt. Dit EK moet de kers op de taart worden voor deze groep.”

Wat is de ambitie van de kapitein?

Het hoogste mogelijke, winnen dus. Dat moet de ambitie zijn. We zitten in een poule met Spanje, Italië en Polen. De winnaars van de drie poules en de beste tweede gaan naar de halve finale. Dat wordt dus loodzwaar. Spanje en Italië zijn de favorieten in onze poule. Wij zijn een outsider. Maar die rol ligt ons wel. Dat hebben we bewezen in de kwalificaties.

De poule overleven, betekent …

(enthousiast) Deelname aan de Spelen. Dat leeft écht in deze groep, al de hele campagne. Als dat zou lukken, is het EK geslaagd. Tokio zou een unieke ervaring zijn.

Is het missen van de titel al verteerd?

Ook daarom is dit EK goed. Neen dus. Ik was heel teleurgesteld. Genk is een verdiende kampioen. Ik kan dat makkelijk toegeven. Maar het had anders kunnen lopen. Dat maakt het zo zuur. (even stil) Ik wou héél graag een eerste titel in België.

Je had ook in Genk kunnen blijven.

Neen, dat was geen optie voor mij. Ik wou een nieuwe omgeving. Ik heb daar nog geen seconde spijt van gehad. Ik kan ook terugblikken op een goed seizoen, vind ik.

Philippe Clement wordt straks opnieuw je trainer. Je was echter geen basisspeler bij hem in Genk. Boezemt dat geen angst in?

Neen, zeker niet. Ik heb hem al een bericht gestuurd dat ik blij ben opnieuw samen te werken. Dat is wederzijds, stuurde hij terug. Ik méén dat. Ik kon goed opschieten met hem. Ik vond ook zijn werkwijze heel goed. Alleen paste ik toen minder in zijn systeem. Mijn beste plek is centraal op het veld, niet op de flank. Maar ik denk ook dat ik een betere voetballer ben geworden het voorbije seizoen. De coach zal dat ook wel gezien hebben.

Wat is de ambitie volgend seizoen? Vincent Kompany een poepje laten ruiken?

Hij, en álle anderen. (knipoogt) De titel wordt het belangrijkste doel, denk ik. Maar ik hoop ook op kwalificatie voor de Champions League. Dat wordt moeilijk, maar niet onmogelijk.

Iets anders. Maak jij je kinderdroom waar?

Ja. Ik wou voetballer worden. Ik was verliefd op de bal. Ik denk dat ik die passie van mijn vader heb. Hij nam me elke thuiswedstrijd mee naar Genk. Hij heeft ook zelf gevoetbald, op provinciaal niveau.

“Genk is een verdiende kampioen. Maar het had anders kunnen lopen. Dat maakt het zo zuur.”

In welk gezin ben jij opgegroeid?

In een heel rustig gezin. Ik heb één broer. Die is leerkracht, net zoals mijn mama. Mijn vader werkt voor de technische dienst van Peer, de stad waar ik ben opgegroeid. Een heel nuchter gezin ook, voeten op de grond. En gelukkig maar. Ik heb al gekke aanbiedingen gekregen. Toen ik vijftien was, kon ik in Engeland een contract tekenen voor tien keer zoveel geld als in Genk.

Was dat Man City?

Onder andere, ja. Maar vraag me niet welke andere ploegen. Ik weet dat niet. Ik liet dat over aan mijn vader en aan Nico Vaessen, mijn manager.

Had je toen al een manager?

Ik kon niet anders. Mijn vader werd gek van al die telefoontjes. Hij was ook niet thuis in die wereld.

Wie heeft toen beslist dat je in Genk zou blijven?

Mijn ouders, mijn manager, ikzelf. Dat was het beste voor mij. Dat is ook zo gebleken. Ik speelde al van mijn achtste voor Genk. Ik wou daar niet vertrekken. (even stil) Maar wellicht zal niet elke familie zoveel geld laten schieten. Vandaar dat ik heel gelukkig ben dat ik in een nuchter gezin ben opgegroeid. Ik heb nog nooit voor het geld gekozen, en zal dat nooit doen, tot misschien mijn laatste jaren.

China hoeft nog niet te bellen?

Zéker niet. (lacht)

Wat was jouw plan-B?

Géén idee, echt niet. (denkt na) Ik zou het zelfs vandaag niet weten. Misschien kinesitherapie? Mijn vriendin doet dat. Heel boeiend. Ik heb eigenlijk nooit moeten nadenken over een plan-B. Ik was net geen 16 jaar toen ik mijn eerste profcontract tekende. Mijn hele leven stond in teken van voetbal. Ik heb álles gelaten, kampen van de KSA, uitgaan met vrienden, verder studeren. Maar ik heb daar geen spijt van. Dit is wat ik wou.

Als je zo lang voor Genk speelt, twijfel je dan niet als concurrent Club op de deur klopt?

Neen, of toch niet emotioneel. Ik wou die stap zetten. Ik heb wel getwijfeld tussen Club en Anderlecht. Ik heb met beide ploegen gesproken. Het is Ivan Leko die me heeft kunnen overtuigen. Ik was helemaal mee in zijn visie op voetbal.

Wat is de grootste tegenslag in je leven geweest?

Het overlijden van mijn grootvader, vier jaar geleden. Hij kwam élke wedstrijd kijken. Hij was echt mijn beste vriend. (even stil) Kanker. Amper 69 jaar. Toen hij overleden was, kwamen mijn ma en mijn broer mijn kamer binnen. Ik wist meteen wat ze te vertellen hadden. Ik had die dag een wedstrijd. Alex McLeish, toen trainer van Genk, liet me de keuze. Ik heb gespeeld én gescoord. Dat was een uniek moment. Ik ben een echte familieman. Dus ja, dat is veruit de grootste tegenslag.

Ben jij een geluksvogel?

Sowieso. Ik ben geboren met een talent, en heb de kansen gekregen om dat talent te benutten. Bovendien ben ik gezond. Dan ben je een geluksvogel.