Imke, Elodie en Karl over de Tour en de Olympische Spelen: “Ho, we komen al aan 20 medailles in Parijs!”
Intussen is het EK 2024 op gang geschoten, morgen beginnen onze Duivels eraan tegen Slovakije. Daar hebben vorige week Imke Courtois, Elodie Ouédraogo en Karl Vannieuwkerke in ons tweedelig Groot Sportzomerdebat al alles over gezegd. Samengevat, wat de Belgen betreft: ze zijn beter gewapend dan de Gouden Generatie (Karl), Doku kan dé sensatie worden (Imke en Karl) en Elodie, olympisch goud in 2008, kent als geen ander de druk op topsporters en gaat opnieuw zo hard supporteren voor de Duivels dat haar Jeroom er weer van gaat weglopen. Deze week deel twee van hun ‘ongeziene’ sportzomer: de Tour en de Olympische Spelen in Parijs.
Eerst de Tour dus, die omwille van de Spelen voor het eerst in de geschiedenis niet finisht in Parijs, maar in Nice. Karl, weer elke dag present met Vive le Vélo, geldt als de wielerkenner van ons trio. En stelt meteen de zaken duidelijk.
“Het gaat in de Tour maar over twee namen. Tadej Pogacar gebruikte de Giro als oefenstage en heeft die met 10 minuten voorsprong gewonnen. De enige die hem nog zou kunnen bedreigen, is Jonas Vingegaard, maar die lag na zijn val in de Ronde van het Baskenland twee weken in het ziekenhuis.”
En mogen we dromen dat Remco Evenepoel tweede kan worden na Pogacar?
Imke: “Amai, dat zou straf zijn.”
Karl: “Het wordt Remco’s eerste Tour, meteen tweede worden, zou een gigantisch succes zijn. Maar we moeten realistisch blijven, hij moet gaan voor ritwinst in misschien één of twee etappes. En dan wel zien waar hij in het klassement strandt. Anderzijds, al mogen we het verwachtingspatroon niet te hoog leggen, weet je nooit: Pogacar misschien over zijn top, Vingegaard niet 100 procent, de laatste rit in Nice is een tijdrit, als hij dan nog maar op 30 of 40 seconden zit …”
In zijn eerste Tour zal het wel niet lukken, maar kan Evenepoel ooit de Tour winnen? Pogacar is tenslotte maar een jaartje ouder.
Karl: “Alles kan. Momenteel is Pogacar hors catégorie, maar een wielercarrière loopt altijd in golven. En Pogacar heeft tenslotte vorig jaar ook de Tour niet gewonnen. Integendeel, hij heeft hem tegen Vingegaard (benadrukt) ver-lo-ren. En er zijn tenslotte in ons land zelden betere coureurs opgestaan dan Evenepoel. Dat is een absolute wereldtopper, hoor.”
“Pogacar heeft tenslotte vorig jaar ook de Tour niet gewonnen”
Karl Vannieuwkerke
Imke: “Ik ken natuurlijk niet zoveel van koers, maar is in de Tour een goede ploeg rond je niet heel belangrijk?”
Karl: “Remco heeft wel een paar goede renners rond zich, Mikel Landa voorop.”
Imke: “Moet je om een Tour te winnen ook geen specifieke lichaamsbouw hebben? Pogacar is zó licht en scherp, een veel zwaarder type als Wout van Aert zal toch nooit de Ronde van Frankrijk kunnen winnen, Karl?”
Karl: “Van Aert is een renner voor de klassiekers. Wout kan heus wel klimmen, maar dat is vooral meegaan, diep kunnen gaan, terwijl de rasklimmers dan nog niet eens ademen. Slechts weinig renners gaan voor eindwinst of een klassement, maar je kan ook andere doelstellingen hebben: de sprinters gaan voor de sprintetappes, de tijdrijders voor de tijdritten.”
En Wout van Aert zou de Tour vooral beschouwen als de ultieme voorbereiding op de Olympische Spelen?
Karl: “Hij moét. Hij mag dan wel niet elke dag in dienst van Vingegaard worden uitgespeeld. Maar als die inderdaad niet top zal zijn, kan de Tour voor Van Aert de ideale voorbereiding op de Spelen zijn, ja.”
Een Tour is daarvoor niet te slopend?
Karl: “Neen. Je rijdt je in de Tour leeg als je drie weken elke dag vól moet gaan. Mathieu van der Poel heeft vorig jaar de Tour gebruikt om optimaal klaar te zijn voor het WK. Hij heeft af en toe eens een sprint aangetrokken voor Philipsen, maar verder reed hij ook vaak gewoon mee met Glasgow in het achterhoofd. Het bleek het perfecte trainingskamp voor het WK waar hij top was. En het WK in Glasgow vond vorig jaar ook exact twee weken na de Tour plaats, zoals dit jaar de olympische wegrit in Parijs.”
Het is voor ons Belgen dus hopen op één of meerdere ritzeges van Evenepoel, Van Aert, Philipsen en De Lie, misschien?
Karl: “Van Evenepoel, Van Aert en sowieso van Philipsen, die heeft vorig jaar voldoende bewezen dat hij spurtetappes en de groene trui kan winnen. En ja, Arnaud De Lie die zijn voorjaar wat heeft gemist, maar intussen met een aantal overwinningen én podiumplaatsen helemaal terug is, mag zeker voor een etappezege gaan, die zal zich wel tonen.”
En nu ons derde luik: de 30ste Olympische Zomerspelen die starten op 26 juli in Parijs. Meteen ook de start al van het seizoen 24-25 in het eersteklassevoetbal, wat een sportzomer wordt het toch!
Vanaf dan zitten onze drie gasten dagelijks op uw schoot. Imke covert elke dag Parijs 2024 vanuit Brussel. “Héérlijk! Eens uit het voetbal, waar ik al mijn hele leven in zit, en andere sporten leren appreciëren. De eerste keer dat ik op televisie de Spelen deed, baanwielrennen was dat, ging er gewoon een wereld voor mij open.”
“Het voetbal is in de olympiades ook zeer ondergeschikt”, vult Karl aan. “Wie weet dat het voetbaltornooi straks al enkele dagen voor de officiële start in Parijs begint? Zeker als de Belgen niet meedoen, is onze belangstelling voor het voetbal zeer karig.”
Imke: “Maar de Spelen an sich krijgen intussen wel evenveel aandacht als een WK of een EK voetbal. De impact is toch gigantisch gegroeid, Karl?”
Karl: “Op bepaalde momenten, zoals Nina die goud kan pakken, liggen de kijkcijfers in ons land in de buurt van een match van de Duivels op een groot tornooi, dat klopt. En dit jaar zal dat zonder het uurverschil nog meer het geval zijn.”
Karl en Elodie trekken dus als ‘tandem’ naar Parijs en presenteren er een olympische talkshow bovenop het Lotto Belgium House.
“In het hart van de Spelen, de medaillewinnaars staan meteen bij ons”, juicht Karl nu al. “En Elodie is geen sidekick, we vormen een volwaardig duo. Het is een vervolg op wat we deden tijdens de Spelen in Tokio, alleen zaten we toen in de hippodroom van Oostende en niet zoals gepland op het dak van een sushibar met zicht op het olympisch dorp in Tokio. Door covid konden de atleten toch niet tot bij ons komen. In Oostende konden we tenminste nog met een helikopter Nina Derwael vanuit Sint-Truiden invliegen. En er was ook het tijdverschil met Tokio natuurlijk. Ik miste ’s nachts geen minuut, Elodie kreeg van mij de hele nacht door whatsappjes met alle resultaten. (lacht) En ik ben nog steeds even fanatiek.”
Intussen is Elodie meer modeontwerpster dan ex-atlete, maar ze volgt nog steeds alles van dichtbij.
Elodie: “Ik leef vooral heel hard mee. Omdat ik weet hoe dramatisch de Spelen kunnen zijn. Eén foutje maken en het is afgelopen. Binnen vier jaar mag je dan nog eens proberen…”
Ze maakte al twee Spelen mee. Het is niet meer te vergelijken, vindt ze. Zo verblijven heel veel atleten niet eens meer in het olympisch dorp, maar zitten ze verspreid over verschillende hotels en basecamps.
Elodie: “Het is in elk geval allemaal veel professioneler geworden. Nu zijn de meeste atleten ook profs. Merken zelfs, in mijn tijd moest de sponsoring bijna meer van family and friends komen. Alleen al de opkomst van de social media zorgt voor een heel andere dimensie, waardoor ook de impact van een medaille nu heel anders is, denk ik.”
Zou je er eind juli in Parijs niet liever opnieuw bij zijn als atleet dan als televisiepresentator?
Elodie: “Ik zal er in elk geval meer als analist zitten dan als atleet, ik zal ook moeten zeggen dat het niet goed is. Maar ik ken de achtergronden, weet wat de impact is bij atleten die niet op niveau hebben gepresteerd, kan praten over het menselijke achter de prestaties. Hoe de hele entourage dan mee afziet als een plan waar vier jaar is aan gewerkt mislukt… Het meest pakkende voorbeeld zijn de Borlées op de Spelen van Londen in 2012 waar ze in de finale pas zesde eindigden, wat ik van dichtbij meemaakte. Het moment gemist, de tranen die toen volgden… Hoe hard dat dan binnenkomt, dat ga je niet snel kunnen vertellen als je niet weet wat in de catacomben speelt. (denkt diep na) Ik zou het niet meer kunnen opbrengen. Op een kampioenschap lukt het misschien nog aan 90 procent, op de Spelen moet je er alles kunnen uithalen, alleen aan 100 procent kan je ervan genieten. Al word je dan laatste.”
“Het meest pakkende voorbeeld is de Borlées op de Spelen van 2012, wat ik van dichtbij meemaakte. De tranen die toen volgden…”
Elodie Ouédraogo
Maar veel geschiedenis schrijf je daarmee niet. Terwijl een olympische medaille voor het leven is, hoorde ik al van Fred Deburghgraeve en Ulla Werbrouck, allebei goud in 1996.
Elodie: “Dat besef kwam later. Op het moment was het ook ‘maar’ zilver (pas enkele jaren later werd hun zilver omwille van dopinggebruik van een loopster van de winnende Russische estafetteploeg omgezet in goud, red.), toen dachten we eigenlijk: allee vooruit, een olympische medaille! (lacht) Maar hoe ouder je wordt, hoe meer je wel beseft dat je olympisch goud won.”
Ik denk dat het de Nederlandse topzwemmer Pieter van den Hoogenband was die ooit verklaarde: indien nodig zou ik mij voor olympisch goud vier jaar alle seks ontzeggen.
Karl (droog): “Hij won drie gouden medailles, hij zou veel seks hebben gemist! Misschien moet ik dit overlaten aan Elodie, maar ik denk dat je op de Spelen twee categorieën atleten hebt. De atleten met effectief de mindset Dit.Is.Het.Moment! − voor een marathonloper bijvoorbeeld is het dáár of niet, hè. Maar voor veel anderen zijn er nog veel andere momenten. De wielrenners hebben het hele seizoen nog de klassiekers, de rondes…”
Greg Van Avermaet, goud op de Spelen 2016 in Rio, zou zijn olympische titel toch nooit willen ruilen voor een overwinning in de Ronde van Vlaanderen?
Karl: “Natuurlijk niet. Maar wel voor een Ronde van Frankrijk, denk ik. Olympisch goud of de Tour, ik denk dat de meeste coureurs toch voor de Tour gaan. Vraag dat maar eens aan Lucien Van Impe, de laatste Belgische Tourwinnaar. Of aan Eddy Merckx, vijf keer gewonnen. Al zou hij misschien wel één willen inruilen voor een gouden olympische medaille.”
Imke: “Ik had als voetballer ook wel graag eens op de Spelen gestaan.”
Karl: “Maar elke voetballer wil toch liever wereldkampioen worden dan olympisch kampioen? En elke tennisser wint liever Wimbledon dan olympisch goud, denk ik. Het hangt gewoon af van de discipline. Terwijl atletiek dan weer de moeder is van alle olympische disciplines.”
Elodie: “Da’s waar. Ik zou mijn gouden olympische medaille voor geen vijf wereldtitels willen inruilen. Terwijl onze derde plaats op het WK in 2007, met alle sterke landen van de wereld, eigenlijk straffer was dan het goud in Peking in 2008. We hadden daar evengoed vijfde kunnen worden. Puur op papier hadden we, onze persoonlijke records opgeteld, nooit een medaille kunnen halen. Maar we maakten ondanks de druk geen enkele fout. Toen we het over het EK voetbal hadden, gaf ik ook al aan dat het in topsport heel vaak over momentopnames gaat.”
Maar het mag hier over medailles gaan. Ik noem voor de vuist weg onze kanshebbers: de vrouwenbasketploeg Belgian Cats, de Belgian Tornados op de 4×400 meter, de hockeyteams Red Lions en Red Panthers, bokser Oshin Derieuw, 400m-loper Alexander Doom, turnster Nina Derwael, zevenkampster Nafi Thiam, zeilster Emma Plasschaert, judoka Matthias Casse, de renners Evenepoel, Van Aert en Kopecky en de taekwondoka Sarah Chaâri.
Karl: “Je vergeet de jumpingploeg, al brons in Tokio!”
Elodie: “En marathonloper Bashir Abdi!”
Karl: “Wordt gezien zijn parcours van het voorbije jaar moeilijk, vrees ik.”
Elodie: “Bashir gaf zelf al aan omwille van die stressfractuur uiterst voorzichtig te blijven, maar hij heeft intussen met zijn recente tien kilometer toch al een fantastische comeback gemaakt.”
Weet je wat? We spelen De Tafel van Gert! Ik noem namen en jullie steken een bordje in de hoogte met JA of NEEN. Of ze dus een medaille halen. We beginnen met de Belgian Cats.
Karl: “Neen! Ik hoop het uit de grond van mijn hart, maar ik denk het niet.”
Imke: “Ja!”
Elodie: “Ja! Na hun gouden medaille op het EK mogen ze wel bij de medaillefavorieten.”
De Red Lions?
Imke (twijfelt): “Eeuhhh… Wel een medaille. Maar geen goud.”
Karl: “Idem voor de Red Panthers, denk ik”
(Elodie knikt.)
Imke: “Misschien wel, ja…”
Oshin Derieuw?
Karl: “Neen.”
Imke: “Neen. Het is al knap dat ze zich heeft kunnen aanpassen aan dat olympisch boksen.”
Elodie: “Het is zo’n toffe madam, ik gun het haar zo, op haar 37ste. Ja dus!”
Alexander Doom? Maandag in Rome met 44.15 wereldwijd de vierde tijd in 2024!
Karl: “Hij ging na zijn wereldtitel indoor van 44.92 naar 44.51, meer dan een halve seconde sneller, heel straf. Daarna 44.44. En dan maandag nog eens goud op het EK outdoor met het Belgische record van 44.15!”
Elodie: “Terwijl voor de finale in Parijs een tijd van 44.2 zal volstaan, denk ik.”
Karl: “44.15 was in de laatste vijf Spelen bijna altijd goed voor een medaille. Tot een paar weken geleden had ik het nooit gedacht, maar nu komt een medaille in Parijs wel heel dicht.”
Elodie: “In de finale zullen diegenen die nog het meest overhebben de medailles pakken. Want het niveau op de 400 meter is zó omhoog gegaan…”
Karl: “Maar de Tornados pakken zeker een medaille.”
Imke: “Ja!”
Elodie: “Ja! Nog even afwachten wie ze gaan inzetten. Kevin en Jonathan Borlée hebben nog niet gelopen, hè. En de Cheetahs (4x400m vrouwen, red.) hebben ook kans op de top 3. Zeker als Cynthia (Bolingo, red.) 100 procent fit is.”
Imke: “Ja!”
Karl: “Wie ben ik om een specialiste als Elodie tegen te spreken?”
Imke (enthousiast): “Nafi Thiam! Zeker weten!”
“Nina Derwael! Ook goud!
Op de balk dan! Maar niet op de ongelijke leggers”
Imke Courtois
Karl: “Al twee keer olympisch goud, het zal wel!”
Elodie: “Als Nafi 100 procent is, is ze voor mij altijd de beste. Dan laat ze geen enkele steek vallen.”
Imke (gaat door): “Nina Derwael! Ook goud! Op de balk dan! Maar niet op de ongelijke leggers.”
Karl: “Ik twijfel. Het niveau is zó hoog en de concurrenten werden sinds ze weten dat ze geblesseerd was dubbel gemotiveerd.”
Elodie: “Nina is wel een competitiebeest, iemand die zichzelf kan overtreffen. Maar ik vrees er ook voor. Geen goud, maar wel een medaille. Idem voor Emma Plasschaert. Die was in 2021 al vierde, nu zou het moeten lukken. En misschien zit er in het zeilen in de categorie 49er skiffklasse ook een medaille in voor het duo Isaura Maenhaut en Anouk Geurts?”
Als ik jullie mag geloven, verpulveren we alle records? Het BOIC hoopt ‘slechts’ op 11 medailles, hoor!
Karl: “En we hebben de koers nog niet gehad: minstens drie medailles! Van Aert, Evenepoel en Kopecky: zeker één in de tijdrit en twee op de weg. Bij de mannen op de weg Evenepoel goud en Van Aert zilver. En Kopecky een medaille op de weg en een medaille op de piste. Ik ben aan het overdrijven, maar het kan. Alles samen elf medailles, het kan best. Maar hoeveel gouden? Al is een olympiade ook de enige competitie waarin ook de tweede en de derde plaats belangrijk zijn. Op een WK atletiek is tweede of derde alleen maar ‘tof’. Maar wacht, ik heb er nog eentje: misschien zorgt judoka Jorre Verstraeten in de categorie -61 kilogram ook nog voor een verrassing?”
Imke (lacht): “Zitten we al aan twintig?”
En er zijn nog een paar twijfelgevallen. Matthias Casse?
Imke: “Neen!”
Karl: “Er op het recente WK al in de derde ronde uitgegaan. Een twijfelgeval dus. Maar allee vooruit… Ja!”
Elodie: “Ja!”
21! We stoppen! Wél al een record: voor het eerst telt de Belgische olympische selectie meer vrouwen dan mannen. Wat wil dat zeggen over onze vrouwensporten?
Elodie: “Dat ze de laatste tien jaar vooruit zijn gegaan. De successen van onder meer Nafi en Nina inspireren veel jonge meisjes. En er wordt steeds professioneler gewerkt.”
Imke (lachend): “En Karl zit hier ook wel met twee vrouwen. Ook steeds meer vrouwelijke presentatoren en journalisten in de sport, dat helpt misschien ook?”
Maar is Elodie niet meer modeontwerpster?
Elodie: “Zeker. Maar sport is en blijft wel mijn eerste grote liefde. En ik besef ook wel dat ik heel veel te danken heb aan mijn sportcarrière. Zonder dat er ooit een ambitieus plan was en zonder de bedoeling er rijk van te worden. Na mijn carrière hing ik er ook nog wel enige tijd aan vast, bleef ik atlete, maar vandaag staat sporten voor mij gelijk aan pure ontspanning, zonder tijden in mijn hoofd. Maar als ik zeg: ik loop nu eens zoveel kilometer dan wil ik ook zoveel kilometer lopen.”
Imke: “Ik sport nog alleen om mij goed te voelen, dat heb ik echt nodig. Al loop ik maar eens 3 kilometer, dan heb ik toch 3 kilometer gelopen. Ik heb na mijn zwangerschap zelfs het boek van Elodie proberen te volgen: Reboot: Fit na je zwangerschap!”
Elodie: “Allee?!”
Jullie waren allebei topsporters. Karl, je keepte en koerste op amateurniveau, maar werd een bijzonder succesvol sporttelevisiemaker- en presentator: zou je dat laatste inruilen voor een olympische medaille?
Imke: “Ik zou er mijn voetbalcarrière niet voor inruilen! Mijn televisiewerk wel! Direct!”
Karl: “Je stelt wel veel als-vragen. Indien ik een olympische medaille had gewonnen, zou de volgende stap ook wel analist zijn geweest. Luister, toen ik 16 was, testte ik bij Cercle Brugge. Er is toen nipt gekozen voor Wim Henneman. Ik was daarna al een jaar of vijftien bezig bij de VRT en ik dacht nóg: ik zou al die momenten graag inruilen voor een paar jaren eersteklassevoetbal. Maar intussen … begot neen. Wat ik allemaal heb mogen meemaken in mijn job!”
Elodie: “Weet je wat mijn vader zei toen ik begon te werken in de media? Als jij ooit op televisie naast Vannieuwkerke zou mogen zitten, dat zou toch heel knap zijn!”
Karl: “Allee merci! Je moet soms ook wat geluk hebben. In ’99 zat Frank Raes thuis met een lumbago en vroeg toenmalig chef van de VRT-sportredactie Marc Stassijns mij plots: Karl, gij hebt toch nog getennist, zou je Roland Garros kunnen doen? Het zal wel! Het werd een formidabele editie: de romance Graf-Agassi die uitlekte, de vrouwenfinale Graf-Hingis… Toen ik thuiskwam, zei Stassijns: Goed gedaan, vanaf nu ben jij onze tenniscommentator! Waarop Kim en Justine er in de volgende jaren doorkwamen. Wimbledon, Roland Garros… Ik maakte het allemaal vanop de eerste rij mee. In ’99 nog als enige Belgische journalist op de US Open. Kim, pas 16, verloor toen in de vierde ronde maar heel nipt van Serena Williams. Daarna zijn we zelfs ’s avonds nog gaan wandelen op Times Square, ik heb daar nog foto’s van. Dat mocht ik dus allemaal meemaken! Zonder die lumbago van Frank was dat nooit gebeurd. En zes jaar na elkaar de Australian Open: elk jaar een maand lang in de zon terwijl het hier volop winter was.”
Het is hier intussen bijna zomer. En het wordt volgens Sporza een ‘ongeziene’ sportzomer. Volgens jullie kunnen we dus Europees voetbalkampioen worden, pakken Evenepoel en Van Aert in de Tour een boel ritzeges en halen de Belgen in Parijs misschien wel een record aantal medailles.
Karl: “In potentie kan het inderdaad de mooiste Belgische sportzomer ooit worden.”
(Imke en Elodie knikken enthousiast.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier