Voormalig Gouden Schoen Sven Kums keert door de grote poort terug bij Anderlecht: “Ik wou een dominante ploeg”
De cirkel is rond voor Sven Kums. De Gouden Schoen van 2015 keert op 29-jarige leeftijd terug naar de club waar het allemaal begon, RSC Anderlecht. Door de grote poort. Na omzwervingen in lagere regionen, Nederland, Gent en Italië. We hebben afspraak bij de kleine strateeg thuis in Dilbeek. Voor een goed gesprek over verleden, heden en toekomst.
Wanneer je dit interview leest, zit Sven Kums alweer in Italië. Niet om te voetballen, maar op een ontspannen roadtrip met vrouwlief Caroline. “We trekken vanuit Udine westwaarts naar het Gardameer en Genoa en daarna zuidwaarts dwars door Toscane naar Napoli. Afsluiten doen we op het eiland Sardinië. Allemaal plekken die we nog niet gezien hebben: we gaan ervan genieten.” Kums vertelt het vol enthousiasme. Laat dat duidelijk zijn: hij en zijn eega hebben hun hart verloren aan het land van La Vita è Bella. “Voor mij had het Italiaanse avontuur zeker een jaar of vijf mogen duren”, lacht Caroline. “Voor wie houdt van reizen, is Italië een prachtige bestemming”, pikt Sven weer in. “Wij reden soms anderhalf uur om een plekje te zien. Dat doen we in België nooit. Vreemd eigenlijk. We hebben er zelfs wijn leren drinken.” Ten bewijze: Kums hield er begin dit jaar zelfs een fototentoonstelling. “Als ik ergens iets moois zie, neem ik een foto met mijn smartphone voor Instagram. Blijkbaar vielen die foto’s in de smaak. Die tentoonstelling was een idee van de club. Ik vond het wel tof om doen.”
Als ik je zo hoor, zie je het voorbije seizoen niet als een mislukking?
O neen. Italië was een verrijking, op en naast het veld. Ik weet nu wat de Serie A is. Oké, sportief had ik er meer van verwacht. In de heenronde speelde ik wel veel, maar het voetbal van Udinese lag mij niet, te verdedigend. Ik moest op een positie spelen die niet de mijne is, vlak voor de verdediging. Ik kon in die zin zelfs begrijpen dat de trainer in de terugronde iemand anders verkoos. Ik ben daar nuchter in.
Is Anderlecht een stap vooruit of achteruit?
Een stap vooruit. Een seizoen als dit wou ik niet opnieuw meemaken. Watford (dat Kums kocht van Gent en voor één seizoen verhuurde aan Udinese, red.) was daarom geen optie. Ik ben er gaan kijken, en had er geen goed gevoel. Te verdedigend ook. Ik wou een ploeg die dominant voetbal brengt. Dan kan ik mijn kwaliteiten optimaal benutten. Plus: Anderlecht speelt Champions League, en dat in het jaar van het WK. Als ik kans wil maken op de Rode Duivels, dan moet ik mij tonen op het allerhoogste niveau. Al blijf ik realistisch: de concurrentie op mijn positie is loodzwaar. Maar ik zeg wel eerlijk: mocht ik zonder cap blijven, dan zou dat een gemis zijn op mijn palmares.
“Als ik kans wil maken op de Rode Duivels, dan moet ik mij tonen op het allerhoogste niveau. Mocht ik zonder cap blijven, dan zou dat een gemis zijn.”
Je zal in tien jaar tijd voor zeven ploegen gespeeld hebben. Is dat de zwerver in jou?
(lacht) Deels wel. Watford en Udinese wou ik óók voor het avontuur doen. Daarom vind ik het wel spijtig dat ik die Premier League niet zal meegemaakt hebben. Anderzijds heb ik geleerd uit die twee seizoenen Heerenveen. Na één seizoen vertrokken daar de betere spelers, ik liet me overtuigen te blijven. Dat is niet goed uitgedraaid. Die fout wou ik niet meer maken. Daarom ben ik na één seizoen vertrokken bij Zulte-Waregem, en na twee seizoenen bij Gent.
Sta jij gulzig in het leven?
Ik ben niet de man die lang uitgaat of veel drinkt. Dus in die zin niet. Ik wil wel proeven van het leven. Als je alleen met voetbal bezig bent, kan dat verstikkend werken. Let op: alles wat ik doe, moet te combineren zijn met voetbal. Dat blijft centraal staan. Zo heb ik in Nederland pianolessen gevolgd. Helaas bleek dat niets voor mij. Dat ging te traag vooruit. (lacht) Ik studeer ook graag, talen, psychologie, kinesitherapie. Dat laatste zal ik mogelijk hervatten na mijn carrière. Trainer worden is niets voor mij. Ik heb bijvoorbeeld ook een PlayStation, maar meer en meer zie ik dat als tijdsverlies. Wat heb je daaraan?
Heb je die les geleerd van je achterneef Gregory Mertens, die gestorven is aan hartfalen op het veld?
Je neemt dat mee, ja. Dat doet je nog meer beseffen dat voetbal niet het enige is. Wat mij zeker sterkt, is dat Gregory genoten heeft van het leven. Dat weet ik. Helaas had hij brute pech. Als je tijd gekomen is, kan je dat niet tegenhouden.
Wie is de belangrijkste figuur in je carrière?
Mijn vader, hij heeft mij altijd begeleid. Hij was jeugdtrainer en later ook scout bij Anderlecht. Maar ook mijn opa, die vorig jaar overleden is, ben ik heel dankbaar. Die man deed álles voor zijn kleinkinderen. Hij was ook een echte Ket. Hij zou het zó graag gezien hebben dat ik voor Anderlecht speelde. Heel jammer. (zwijgt even) Mijn oma zei het onlangs nog: opa zou zo fier zijn. Zijzelf is nooit komen kijken, maar heeft nu beloofd toch eens te komen.
“Hein is de beste trainer waar ik mee gewerkt heb. Let op: hij kan hard zijn, hoor. Ook tussen ons heeft het gebotst.”
Dit is een jongensdroom, zei je toen je je handtekening zette voor Anderlecht. Dat was niet zomaar een cliché.
Neen, absoluut niet. Anderlecht is nostalgie. Heel onze familie ademt paars-wit uit. Mijn vader was er trainer, mijn oudere zus speelde er. Het stadion lag op vijf minuten wandelen van ons thuis. Ik heb er zelf gespeeld van mijn zesde tot mijn achttiende. In de glorietijd met Aimé Anthuenis was ik zelfs ballenraper. Wij waren grote fans, echt. Onze weekends stonden steevast in het teken van voetbal. Gelukkig vond mijn moeder dat geen te groot probleem. (lacht)
Op je 18e kon je er niet doorbreken. Waarom zou het nu wel lukken?
Ik was toen niet dezelfde speler als nu. Veel frêler, ik was fysiek gewoon niet klaar. Ik begreep dat ik moest vertrekken. Vandaar dat ik geen revanchegevoelens koester. Ik ben toen naar Lierse vertrokken waar ik met Chris Janssens op het middenveld speelde. Zijn schoonvader, een sportdokter, heeft me onder handen genomen om kracht en fysiek bij te winnen. Ook later, toen ik bij Kortrijk speelde, ben ik naar hem blijven gaan.
Je was twee keer echt top onder Hein Vanhaezebrouck, eerst in Kortrijk, daarna in Gent. Wat maakt hij in jou los?
Zijn visie op voetbal ligt mij: dominant en attractief spel, balbezit. Hij schonk mij ook altijd veel vertrouwen. Hein is de beste trainer waar ik mee gewerkt heb. Wat hij bij Kortrijk presteerde, was ongelooflijk. Wij hadden geen ploeg voor eerste klasse. Toch speelden we middenmoot. Hij haalde uit iedereen het maximale, tactisch en mentaal. Let op: hij kan hard zijn, hoor. Ook tussen ons heeft het gebotst in die eerste periode. Ik speelde niet graag op de flank. Ik zei hem dat, maar hij zei rechtuit: je bent niet sterk genoeg voor een centrale positie. Dat komt aan, hoor. Maar je weet tenminste waaraan je moet werken.
Hij wou je heel graag terug bij Gent. Deed het pijn hem te moeten ontgoochelen?
Absoluut. Dat was niet gemakkelijk. Het was sowieso al niet makkelijk om neen te moeten zeggen aan Gent. Ik heb er twee prachtige seizoenen beleefd. Anderzijds: een trainer mag niet overwegen in een keuze.
Begrijpt hij je keuze?
We hebben nog geen contact gehad. Misschien is hij met vakantie.
Het sportrapport van Sven Kums
Als kind was mijn idool …
Pär Zetterberg bij Anderlecht en Zinedine Zidane wereldwijd.
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Greg Van Avermaet. Ik ben geen grote wielerfan. Maar ik heb veel respect voor wat die man presteert in zo’n zware sport.
Mijn mooiste sportmoment?
Kampioen worden met Gent in 2015. Dat is nog iets mooier dan de Gouden Schoen winnen.
Mijn grootste ontgoocheling?
Waarschijnlijk het tweede seizoen Heerenveen. En de uitschakeling met Gent tegen Wolfsburg in de tweede ronde van de Champions League. Ik had op meer gehoopt.
(foto belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier