Teams van favorieten blikken vooruit op ‘spannendste’ cross van de winter: “Er is niemand die zelfzeker aan de start staat”

Na de Mathieu van der Poel-maand is het vandaag tijd voor een veldrit zonder de slokop van het crosspeloton. Ook eeuwig rivaal Wout van Aert ontbreekt. Tijd dus voor een Belgisch kampioenschap dat meer open is dan ooit. Wij blikken vooruit met de teams van de (vele) topfavorieten. “Het wordt een mooi en eerlijk BK.”

Als ploegleider bij Pauwels Sauzen-Bingoal is Robby Cobbaert de enige met twee topfavorieten in huis: Eli Iserbyt en uittredend kampioen Michael Vanthourenhout. Bij Baloise Trek Lions hoopt ploegleider Eric Braes op een eerste driekleur voor Thibau Nys. Laurens Sweeck, ten slotte, kan Thomas Sneyers, zijn teammanager bij Crelan-Corendon, een onvergetelijke zondag bezorgen. En dan is er ook nog Christoph Roodhooft, bij Alpecin-Deceuninck sportief manager van het team rond de vandaag afwezige Mathieu van der Poel. Met Niels Vandeputte en gelegenheidscrossers Quinten Hermans en Gianni Vermeersch heeft ook Roodhooft enkele ijzers in het vuur.

Heren, dit BK zou wel eens de spannendste cross van het seizoen kunnen worden.

Sneyers: “Ja, misschien klopt dat wel. Het ligt zo dicht bij elkaar.”

Roodhooft: “Op papier wordt het een spannend BK waarin de favorieten aan elkaar gewaagd zijn, maar of het echt zo zal zijn, is heel moeilijk te voorspellen. Wie gaat er bijvoorbeeld achter Iserbyt rijden als Vanthourenhout in het wiel zit? Het is afwachten hoe de wedstrijd evolueert. In eerste instantie zal het belangrijk zijn om de eerste 45 minuten altijd op de juiste positie te blijven zitten.”

Cobbaert: “Of het sowieso spannend wordt, durf ook ik niet te zeggen. Maar deels door omstandigheden is het zeker een open kampioenschap.”

Braes: “Iedereen heeft de voorbije weken iets getoond waarvan je zegt: oké, dit ziet er goed uit. Maar elke renner is ook wel eens minder goed voor de dag gekomen. Het wordt een open strijd tussen meerdere renners.”

“Er is voor dit BK niemand die rechtstaat en zegt: ik win hier vandaag”

Christoph Roodhooft

Sneyers: “Je zit met vier reële kanshebbers die allemaal op gelijke hoogte aan de start staan. Ook vorig jaar in Lokeren lag het dicht bij elkaar en bracht de slotronde de beslissing. Nu starten ze alle vier wel met vraagtekens. Bij niemand is er de voorbije weken een constante geweest.”

Roodhooft: “Iserbyt is een veelwinnaar, maar voor dit BK is er niemand met voldoende zelfvertrouwen die rechtstaat en zegt: ik win hier vandaag. Wellens, Nys en Albert konden dat wel, Van Aert en Van der Poel nu ook. Dat zijn mannen die een cross met hun eigen potentieel aanvatten.”

De vier topfavorieten zijn, in alfabetische volgorde, Eli Iserbyt, Thibau Nys, Laurens Sweeck en Michael Vanthourenhout. Wie heeft er net dat tikkeltje meer kans?

Braes: “Voor mij zijn er drie uitgesproken favorieten en daarachter komt Thibau. Het is de meeste mensen niet opgevallen, maar buiten Koksijde reed hij de laatste weken enkele prima crossen. Er zijn signalen dat Thibau meer dan oké is. Op een goeie dag is er veel mogelijk.”

Cobbaert: “Ik weet het niet. Van de fulltime crossers stak Eli er deze winter lange tijd bovenuit, maar hij is op het verkeerde moment ziek geworden. Dat was zuur. Bij Michael is zijn seizoen met ups en downs verlopen. Ook Laurens Sweeck is niet de Sweeck van vorig jaar. En Thibau Nys begon heel sterk aan het seizoen, maar is daarna teruggevallen.”

Sneyers: “Sinds de cross in Zonhoven staat de naam van Laurens Sweeck weer iets hoger aangeschreven, zeker omdat we weten dat hij een kampioenschapsrenner kan zijn. Laurens kende wel een moeilijke winter. Iserbyt was dit seizoen heel sterk. Voor de kerstperiode zou ik hem sowieso voor dit BK aangestipt hebben, maar nu is hij een vraagteken. Hetzelfde geldt voor Vanthourenhout, die na zijn EK-titel een moeilijke periode kende, vorig weekend in Gullegem heel sterk was en won, maar daags nadien in Zonhoven opgaf. En ook bij Nys ging het de voorbije periode niet vanzelf, maar het is en blijft wel Thibau Nys.”

Roodhooft: “Een Belgische titel voor Nys zou op zich al een verrassing zijn. Dit is niet de Nys van Waterloo of de Koppenberg, toch niet op basis van wat wij in de uitslagen van de voorbije weken zien. Maar misschien is hij wel 100 procent klaar voor dit BK en is hij voor zichzelf wel de topfavoriet bij uitstek.”

Vier topfavorieten dus, maar ik kan me voorstellen dat de Vandeputtes en Wyseures van deze wereld diep in hun binnenste ook van meer dan een ereplaats dromen.

Sneyers: “Logisch, natuurlijk. Iedereen weet al een tijdje dat Wout van Aert er niet bij is op dit BK. Dat geldt ook voor onze ploeg: Toon Vandebosch kent een wisselvallig seizoen onder zijn en onze verwachtingen, maar vorig weekend in Zonhoven stond hij er plots. Was dat een toevalstreffer of is hij weer vertrokken? Joran Wyseure haalde al twee keer het podium in de Wereldbeker en is in goede doen. Wij hopen met twee renners de finale te halen. Misschien klinkt dat wat arrogant, maar het zal nodig zijn om weerwerk te bieden tegen Pauwels Sauzen-Bingoal.”

Braes: “Veel zal afhangen van hoe afwachtend Eli en Michael zullen rijden. Ik verwacht dat zij iets voor elkaar zullen doen. Maar het klopt wat je zegt. Er is Niels Vandeputte. Er is Toon Vandebosch. Er is Quinten Hermans. Er is Gianni Vermeersch. Die hebben allemaal al minstens één hele goeie cross gereden. Wyseure is een onderschat renner, maar om echt mee te doen, heeft hij een ander parcours nodig. Dat geldt ook voor Tim Merlier: te veel draaien en keren. Maar we zitten dus wel al vlug aan zeven, acht namen. Het kan zomaar gebeuren dat iemand voorin geraakt en boven zichzelf uitstijgt.”

Cobbaert: “Ik denk ook niet dat Merlier en Wyseure écht zullen meedoen. Bij Gianni, die nu meer wegrenner is, hangt veel af van het parcours. Maar hij was wel goed in Koksijde en in Diegem zag ik een sterke Hermans, alleen viel het niet zo op. Die twee zullen voorin meedoen, maar die vier steken er toch nog wel net bovenuit.”

Sneyers: “Gianni kan altijd iets meer als het in zijn West-Vlaanderen is. Ik denk ook dat het in diepe finale tussen de echte crossers zal gaan, maar ik geloof wel dat Gianni en Quinten lang zullen meegaan.”

Roodhooft: “Als je ziet wat Gianni in Loenhout deed en Quinten in Diegem, vind ik dat die twee ambitie mogen hebben. Misschien niet om te winnen, maar toch op zijn minst om hun ding te doen. Tussen plaats drie en vijf, daar mogen we één van die twee toch wel verwachten.”

Welke rol zal het parcours spelen?

Braes: “Het is alleszins een omloop waarin iedereen iets zal terugvinden dat hem ligt.”

Cobbaert: (knikt) “Het is geen parcours waarvan we kunnen zeggen dat het voor één renner 100 procent geschikt is.”

“Een sprint met zes, zeven renners op de piste? Iedereen weet dat hij als eerste moet opdraaien”

Robby Cobbaert

Roodhooft: “Het is een ideale cross voor de spankracht. Ik verwacht een vrij gladde omloop met veel stroken die niet erg lichtlopend zullen zijn. Of dat in het voordeel van één renner is? Moeilijk te zeggen, vind ik.”

Even wegdromen: is een sprint met zes, zeven renners mogelijk?

Cobbaert: “Dat zou vooral voor chaos aan de brug zorgen. (grijnst) Ik verwacht dus geen echte sprint. Er is een lang, recht stuk naar de zandbak, gevolgd door de brug en de finish op de piste. Iedereen weet dat hij daar als eerste moet opdraaien. We mogen het ons niet voorstellen dat ze daar nog met zeven samen zijn. Neen, geloof me: het wordt een mooi en eerlijk kampioenschap.”