Buffalo-verdediger Timothy Derijck: “Bekerwinst zou véél goed maken”

GENT Zondag stond de topper Anderlecht versus Gent op de affiche. Voor Buffalo-verdediger Timothy Derijck betekende dat een terugkeer naar de oude stal. Zónder rancune, benadrukt hij. De 31-jarige Pajot kan terugblikken op een rijke carrière, weliswaar niet vrij van downs.

Derijck groeide op in Liedekerke. Vader en moeder waren marktkramers. “Mijn vader was ook een begenadigd voetballer. Hij is kapitein geweest van Denderleeuw, toen tweede klasse. Hij was mijn inspiratiebron. Ik wou voetballen zoals hij dat kon.” Hij verbleef als kind vaak bij zijn grootouders, in Denderleeuw. “Fantastische mensen. Altijd kaarten, altijd feest. Wiezen, ken je dat? Ik ging daar elke avond naartoe. Ik sliep daar meer dan thuis. Ook toen ik op internaat zat in Anderlecht.”

Toen hij twaalf was, verliet Derijck de veilige Denderstreek voor het grote RSC Anderlecht. Hij belandde er in de klas van Vincent Kompany. “Vincent was fenomenaal. Die stak er echt bovenuit. Ik had net iets minder talent. (knipoogt) Ik heb écht moeten leven voor mijn vak. Anders was ik nooit prof geworden.”

Net toen je op de drempel stond van de eerste ploeg, verliet je Anderlecht voor Feyenoord. Waarom?

Ik was ontgoocheld. De laatste wedstrijd van dat seizoen stond er niets op het spel. Ik kreeg te horen dat ik zou spelen. Uiteindelijk bleek daar niets van. Toen is iets gebroken in mij. (denkt na) Ik weet niet of dat de goede beslissing was. Feyenoord is natuurlijk een grote club. Maar ik had ook op Anderlecht kunnen doorbreken, denk ik. Dat is jeugdig enthousiasme, zeker? Of koppigheid. Noem het maar zo. (lacht)

Wat vandaag op Anderlecht gebeurt, doet dat pijn?

Jawel. Ik ben niet rancuneus, hoor. Ik heb daar alle kansen gekregen om een betere voetballer te worden. Anderlecht is een grote club. Wat nu gebeurt, is héél spijtig. Ik had dit niet durven denken in het begin van het seizoen.

Feyenoord of PSV, welke club kies je?

(lacht) Héél moeilijke vraag. Dan toch PSV. De wedstrijdbeleving op Feyenoord is met niets te vergelijken. Dat stadion davert als daar gescoord wordt. Maar PSV is op alle andere vlakken de grootste club. PSV, dat is grandeur. Ik heb er op twee seizoenen toch zestig wedstrijden gespeeld. Dat is niet fout.

“Bekerwinst zou véél goed maken. Maar Gent is een team dat hoort te strijden op drie fronten. Dat is niet gelukt.”

En toch wringt iets, niet?

Jawel. Ik was jong toen ik naar Feyenoord trok. Te jong blijkbaar, want ik kreeg weinig kansen. Ik werd enkele keren uitgeleend, maar toen ik 21 was, leek het mij beter definitief te verhuizen. Ik kon naar ADO Den Haag. Dat was een voltreffer (zie kader). Na twee seizoenen wou PSV mij. ‘Wauw, ik ben het mannetje’, dacht ik. (zucht) Klote, die mentaliteit. Dat lukt niet in Eindhoven. (even stil) Ik ben dan teruggekeerd naar ADO. Ik moest niet weg, hoor, maar ik zou nog weinig kansen krijgen, voelde ik. Dat doet me wel iets, nu ik daarover nadenk. Het is te gek voor woorden dat ik net dáár dergelijke mentaliteit toonde. Ik had mijn carrière gestaag willen zien stijgen. Nu heb ik te veel ups en downs gekend.

Na ADO kwam Zulte-Waregem en vorige zomer AA Gent. Dit is opnieuw een topclub. Of niet?

Jawel. Gent heeft op tien jaar tijd ongelooflijke stappen gezet. Deze club bezit alles om een topclub te worden in de orde van Feyenoord. Dat weet ik zeker. Ik hoop hier ook zelf nog te groeien. Mijn grote droom is een titel te pakken. Dat is een hiaat in mijn palmares. Ik word straks 32. Ik denk dat ik nog vijf jaar kan meedraaien. Wie weet kan dat in Gent?

Dit seizoen zal de titel niet lukken. Ook jij kent een wisselvallig seizoen.

(knikt) Ik vloog na drie wedstrijden uit het team. Zonder uitleg. Ik vond dat vreemd. We haalden nochtans zes op negen. Vanderhaeghe zetten me eerst op de bank en daarna zelfs op de tribune. Gelukkig weet ik intussen hoe om te gaan met ontgoochelingen. Nóg harder werken, dat is mijn motto. Ik heb meegemaakt dat ik de zondagavond op de tribune moest zitten, om 23 uur thuiskwam en mijn loopkleren aantrok. Ik denk niet dat velen mij dat nadoen. (lacht)

Waarom zat je in de tribune?

De coach verwachtte meer van mij. Was dat terecht? Misschien. Maar ik was net toegekomen in Gent, of ik werd al in de ploeg gedropt. Ik heb geen voorbereiding meegemaakt, ik kende mijn ploegmaats niet. Je moet je toch even aanpassen. Na de trainerswissel is alles ten goede veranderd voor mij. Van Thorup krijg ik opnieuw het vertrouwen.

Zou bekerwinst alles goed maken?

Dat zou véél goed maken. Maar Gent is een team dat hoort te strijden op drie fronten. Dat is niet gelukt. Al wil ik niet spreken over een mislukt seizoen. We spelen tenslotte wel play-off één.

Waarom speel jij met nummer 76?

Ik wou aanvankelijk nummer 6, maar dat was al bezet. Ik heb dan gekozen voor de geboortedatum van mijn dochter, 7 juni (Nola, drie jaar, red). Dat was een aangename verrassing voor mijn vriendin. (lacht) Zij wist niet van dit plannetje.

Iets anders. Hou jij van het leven als voetballer?

Jawel, héél erg. Ik zou bijna zeggen dat ik gruwel van vrije dagen. (lacht) Neen, zo ver mag ik niet gaan. Ik geniet er ook van om iets te doen met mijn vriendin en mijn dochter. Maar ik moet wel zeggen dat een week vakantie niets voor mij is. Ik wil voetballen, élke dag. Dat is passie voor mij. Ik ben daarom ook een trainerscursus begonnen. Ik zou graag na mijn carrière in deze wereld actief blijven.

Wat is de grootste tegenslag in je leven geweest?

(aarzelend) Dat ik geen diploma heb? Dat is toch een achterstand. (denkt na) Neen, ik moet iets anders zeggen. Mijn grootouders zijn enkele jaren geleden gestorven. Ze hebben me niet meer weten voetballen in België. Die mensen hebben mij grootgebracht. Ze waren alles voor mij. Na mijn verhuizing naar Nederland op mijn achttiende, heb ik hen te weinig kunnen bezoeken. Dat doet pijn. Ze waren nochtans fier op mij, dat weet ik.

Je vriendin is van Nederland. Zou je ooit terug naar daar verhuizen?

We denken daaraan, ja. Na mijn carrière dan. We zouden graag terugkeren naar Den Haag. Mensen lijken daar meer plezier te hebben in het leven. We wonen nu in Zulte. Dat is ook leuk, hoor. Mijn vriendin, die kinesiste is, werkt in Kortrijk. Maar toch. (even stil) We missen Nederland.

Sportrapport

Mijn mooiste sportmoment?

Dat seizoen in Den Haag onder John van den Brom. Ik was aanvoerder, we halen Europees voetbal. Dat was mijn beste seizoen ooit. Dat was nochtans niet de meest getalenteerde groep, hoor. Maar dat bleek te klikken.

Mijn grootste ontgoocheling?

Het verhaal van PSV. Ik heb daar te weinig uit gehaald. Ik nam die uitdaging veel te makkelijk op. ‘Ik ga het daar wel even maken.’ De Timothy Derijck van vandaag zou beter gepresteerd hebben in Eindhoven. Mijn carrière had anders kunnen lopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier