
Tristan Degreef (20), revelatie en buitenbeentje van RSC Anderlecht: “Goed nieuws dat ik nog niet aan mijn maximum zit”
Neen, Tristan Degreef is de breedste niet, zoals hij dat van zichzelf zegt. Hij is nog frêle, fysiek laat matuur, en hij speelt met half afgezakte kousen. Maar sinds David Hubert hem een kans gaf, valt vooral zijn klasse op. Hij scoorde tegen Porto en Antwerp en werd zelfs al vergeleken met Matias Suárez en Pedri. Een gesprek over zijn ontwikkeling.
Twee jaar geleden was Tristan Degreef niet eens basisspeler bij de U18. David Hubert zei het met nadruk nadat zijn nummer 83 eind november in de Europa Leaguewedstrijd tegen Porto zijn eerste doelpunt in het eerste elftal had gemaakt. Met een treffer in de heenwedstrijd van de halve finale van de beker van België tegen Antwerp droeg de Leuvenaar intussen ook al bij aan de kwalificatie voor de finale. Zijn versnelde doorbraak is voor velen een verrassing. Zo ook voor voormalig belofte-, interim- en assistent-coach van Anderlecht Robin Veldman. “Tristan heeft mij verrast, omdat ik toen agressiviteit in zijn spel miste en de drive om mee te verdedigen”, aldus de coach van Club NXT vorig jaar in Het Nieuwsblad. “Dat was te weinig aanwezig om zijn talent te kunnen laten renderen. Die stap heeft hij nu gelukkig gezet. Het verschil is groot. Het is een compliment voor hem dat hij die switch gemaakt heeft, maar ook voor zijn begeleiders in de club die hem gepusht hebben.”
Ben je het daarmee eens, Tristan?
“Ja, ik denk wel dat hij daar gelijk in heeft, dat ik alles op techniek wou doen en meer de duels ging vermijden.”
Hoe is die switch er gekomen?
“Ik denk dat die agressiviteit in mijn spel er is gekomen dankzij Brian Riemer, die wou dat je vocht voor elkaar en echt honderd procent in duel ging. Omdat ik niet de breedste ben, laat matuur ben, zoals iedereen dat noemt, was dat iets dat erbij moest komen. Hij is een coach die veel roept en in het begin dat ik met de A-kern meetrainde, heeft hij mij op die manier gepusht om agressiever te spelen. Met de Futures in 1B voetballen, is anders dan jeugdvoetbal, waar je vaak op kunstgrasvelden speelt en sneller kunt spelen. In 1B krijg je soms door de staat van het veld meer een knokwedstrijd dan het mooie voetbal dat we in de jeugd meekregen.”
Je speelt met het shirtnummer 83, omdat het de optelsom is van de geboortedata van je vader, je moeder en je broer. En vorige week liet je ‘Family over everything’ op je arm tattoeëren: welke rol speelden je ouders in je ontwikkeling?
“Ze zijn er altijd al geweest voor mij. Ze brachten mij elke keer van Leuven naar de training in Brussel en terug. En toen ik op internaat en daarna in een gastgezin zat, hoorde ik hen elke dag. In mindere momenten hielpen ze mij met alles. Zonder hen zou ik nooit staan waar ik nu sta.”
Uit welk gezin kom je?
“Mijn vader werkt in Zaventem voor DHL en mijn moeder in de thuiszorg. Mijn opa deed rally, mijn vader was motorcrosser en mijn broer is wielrenner en rijdt bij de nieuwelingen. Zelf heb ik van mijn vijfde tot mijn achtste gemotorcrosst, tot mijn ouders het te gevaarlijk vonden. Omdat ik ook veel met een bal bezig was, lieten ze mij testen bij OHL. Dat ging goed en als je daar dan na een wedstrijd met de U9 tegen Anderlecht de kans krijgt om naar zo’n grote club te gaan, is de keuze snel gemaakt. Sindsdien is mijn liefde voor voetbal alleen maar groter geworden.”
Wat is de belangrijkste evolutie die je in de jeugdreeksen hebt doorgemaakt?
“Ik heb nu veel meer zelfvertrouwen en lef in mijn spel dan vroeger. De stress voor wedstrijden, de schrik, is helemaal weg. In mijn hoofd zit alleen nog: plezier maken op het veld.”
“Ik heb nu veel meer zelfvertrouwen en lef in mijn spel dan vroeger”
Wat heb je geleerd van Ellen Schouppe, mental coach bij de jeugd van Anderlecht?
“Altijd mezelf zijn vooral. Niet bang zijn van iets of iemand. Honderd procent in mezelf geloven, uitgaan van mijn eigen kwaliteiten en dat laten zien.”
Ben je gelovig?
“Ja.”
In welke zin speelt dat een rol in je leven?
“Het is een manier van denken, een geloof en een vertrouwen dat alles wel goed komt, dat er een plan voor je is gemaakt.”
Wat was tot nu toe je moeilijkste moment?
“Dat was tijdens mijn tweede jaar bij de U18. Ik zat op de bank, de ploeg bleef maar winnen en uiteindelijk heb ik moeten wachten tot er iemand geblesseerd was om mijn kans te krijgen en die dan ook te grijpen. Sindsdien is alles goed gegaan.”
Heb je toen getwijfeld aan je toekomst bij Anderlecht?
“Neen. Ik wist dat ik mijn momenten moest pakken en mij zelfs tijdens invalbeurten van vijf minuten honderd procent moest geven. Ik heb nooit verder gekeken dan de situatie zelf en geprobeerd om elke training hard te werken. Mijn ouders hebben mij altijd meegegeven dat als je in jezelf gelooft, alles mogelijk is en ik zover kan geraken als ik zelf wil.”
Met welke intentie ben je 2025 ingegaan?
“Mijn grootste doel dit jaar is iets winnen met Anderlecht en daar zelf toe bijdragen.”
“Mijn grootste doel dit jaar is iets winnen met Anderlecht”
Je bent van opleiding een centrale, offensieve middenvelder en nu sta je meer op de flank. Waar speel je het liefst?
“De positie die ik nu speel, past het best bij mij, denk ik: vanaf de flank in een vrije rol, waarbij ik centraal mag komen.”
Klopt het dat je soms zonder scheenbeschermers speelt?
“Neen. Ze zijn klein, maar ik speel niet zonder. Ik ben met kleintjes beginnen spelen, omdat die grote tijdens de wedstrijd altijd naar links of rechts schoven en mij dat irriteerde.”
Waarom die half afgezakte kousen?
“Ik heb dat één keer gedaan en sindsdien ben ik dat blijven doen.”
Uit bijgeloof?
“Neen, omdat het goed voelt.”
Loop je als frêle dribbelaar met half afgezakte kousen en kleine scheenbeschermers niet meer gevaar op blessures door grove tackles van verdedigers?
“Zo denk ik niet. Ik ben iemand van het moment zelf.”
Wat is er voor jou veranderd sinds David Hubert hoofdcoach is?
“Niets, behalve dat hij mij echte kansen geeft en laat voelen dat hij echt in mij gelooft.”
Na de thuiswedstrijd tegen Porto zei hij: “Tristan heeft een enorm potentieel, dat voor een groot stuk nog onontgonnen is. Hij moet nog veel stappen zetten, zowel fysiek als in de keuzes die hij maakt en in zijn globale ontwikkeling.”
“Dat klopt. Het is goed nieuws dat ik nog niet aan mijn maximum zit. Ik ben ook nog maar pas twintig geworden en laat matuur. Alles op zijn tijd.”
Wat heb je geleerd van de wedstrijd in Gent vorige zondag, waar je gefrustreerd geraakte door de aanpak van de tegenstander en bij de rust gewisseld werd?
“Ze waren het bij Gent een beetje aan het zoeken en misschien moet ik mij dan sommige dingen niet aantrekken in plaats van mij te laten gaan en zo een domme gele kaart te pakken. Misschien moet ik daar gewoon buiten blijven en aanvaarden dat dit een deel van het voetbal is geworden.”
(Christian Vandenabeele)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier