Van de recordjacht van Hamilton tot het debuut van Mick: het F1-seizoen belooft spektakel
Vandaag trekt het Formule 1-seizoen zich aan de Perzische Golf op gang met de Grote Prijs van Bahrein. Wat mogen we ervan verwachten? Wij schotelden Stefaan Lammens en Kris Wauters, respectievelijk coördinator en commentator van de F1 op Telenet Play Sports, drie opmerkelijke zaken bij het begin van het seizoen voor.
1. Twintig jaar na de vijfde van zeven wereldtitels van Michael Schumacher maakt zoon Mick (22) zijn Formule 1-debuut.
Wauters: Zijn achternaam heeft geholpen, maar als je de Formule 2 kan winnen, heb je ook talent. Hij heeft zijn plekje verdiend.
Lammens: (knikt) Als je daar wint, moet je kunnen sturen, ook al dacht ik twee, drie jaar geleden: dit zal het niet worden. Ik geef hem het voordeel van de twijfel, maar evident is het niet om in zulke voetsporen te treden.
Wauters: We moeten geen wonder verwachten. Op vlak van inzet en werklust lijkt hij op zijn vader, maar dezelfde stuurvaardigheid en snelheid heeft hij niet. Het is goed voor hem dat hij voor het bescheiden Haas F1 Team uitkomt. Er zullen geen grootse prestaties verwacht worden.
Lammens: Haas heeft al gezegd dat het op 2022 focust. Zo kan hij zich zorgeloos ontwikkelen.
Wauters: Sowieso is het geweldig dat de naam Schumacher terug is.
Lammens: (glimlacht) En zijn Engels heeft gelukkig een minder Duits accent dan Michael indertijd.
2. Twintig jaar na hun F1-debuut zijn Fernando Alonso (39) en Kimi Räikkönen (41), samen goed voor drie wereldtitels en 53 GP-zeges, er nog altijd bij.
Wauters: Het toont mooi aan wat voor gasten dat zijn: racebeesten die competitie niet kunnen missen. Kimi was er een tijdje uit om rallypiloot te worden, Alonso deed van alles en nog wat. Toch keerden ze terug. Daaruit blijkt dat de uitdaging in de Formule 1 met niets anders te vergelijken valt.
Lammens: Ik heb er een dubbel gevoel bij. Aan de ene kant heb ik onmetelijk veel respect voor hen. Het zijn old- schoolrijders met ballen aan hun lijf. Anderzijds denk ik: jullie zijn 41 en bijna 40 en blokkeren zo toptalenten die geen kansen krijgen.
Wauters: Van Kimi mogen we niet te veel verwachten. Zijn Alfa Romeo is niet in staat om voor het podium mee te doen. Van Alonso verwacht ik veel, maar alles hangt af van zijn Alpine, de vroegere Renault. Als de wagen het kan, zal hij het niet laten en moet alles wijken, desnoods zelfs zijn ploegmaat. Vraag dat maar eens aan Stoffel Vandoorne. Alonso is een beest.
3. Twintig jaar nadat vader Jos zijn laatste punt behaalde, begint Max Verstappen (Red Bull) op zijn 23ste al aan zijn zevende seizoen. Hij wordt de grote uitdager van Lewis Hamilton (Mercedes), die op zijn achtste wereldtitel aast en zo alleen recordhouder kan worden.
Wauters: Red Bull kende feilloze testdagen, Mercedes niet. We hebben Hamilton zien wringen en wroeten, omdat zijn wagen achteraan niet oké was. Zegt dat iets over het komende seizoen? Moeilijk te voorspellen.
Lammens: De kans dat Hamilton zijn achtste wint, is groot. Maar ik hoop dat het spannend wordt. Ik denk ook dat Red Bull en Verstappen Mercedes aan het inhalen zijn. Afwachten. Bahrein zal ons al meer vertellen.
Wauters: Max is een gigantisch talent. Zijn snelheid, het managen van zijn banden, de onnavolgbare manier waarop hij zijn tegenstanders inhaalt… Twee jaar geleden zei Hamilton: als ik met Max in duel ga, geef ik hem meer plaats . Wel, als zo iemand dat zegt, ben je er. Ze hebben heel veel respect voor elkaar. Ze weten van elkaar dat ze top zijn. Voor mij zijn er twee die er met kop en schouders bovenuit steken: Hamilton en Verstappen. Maar of het een echte strijd wordt, hangt af van de wagens.
Zo was het 20 jaar geleden
In 2001 veroverde Michael Schumacher zijn vijfde wereldtitel voor David Coulthard en Rubens Barrichello. “Maar het meest opmerkelijke dat jaar waren de prestaties van Schumachers broer Ralf”, herinnert Wauters zich. “In zijn Williams won hij drie GP’s. Een straffe prestatie, zeker als je weet dat hij zelfs dan volledig in de schaduw van zijn broer bleef staan en weinig aandacht kreeg.” Lammens knikt: “Ralf is voor mij een onderschatte rijder, net omdat Michael zo goed was. Maar Ralf werd zowel in 2001 als 2002 vierde. Mij blijft altijd het beeld bij waarop ik Ralf bij de start in Melbourne over Barrichello zie vliegen. Het was de eerste Grote Prijs van 2002, mijn eerste als commentator. Daar stond ik dan, zenuwachtig als ik was, met mijn mond vol tanden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier