Adrie Van der Poel na eerste cross van Wout van Aert: “Hij wint straks in Tabor gewoon de cross”
Eli Iserbyt (23) won gisteren de Urban Cross in Kortrijk, zijn vierde grote zege van het seizoen. De man van de wedstrijd was echter Wout van Aert (26), die zes weken na zijn tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen in stijl zijn crosswinter opende. Derde na een attractieve race en vooral veel vertrouwen getankt. Zegt Adrie van der Poel, vader van Van Aerts eeuwige rivaal: “Ik zie niet in wie Wout straks in Tabor kan kloppen.”
De voorbije maanden hadden we geregeld een interview met iemand uit de veldritwereld. Eén vraag kwam altijd terug: wat verwachten jullie van de terugkeer van Van Aert en Van der Poel in het veld? De antwoorden waren uiteenlopend, maar vanaf de tweede of derde zin hoorden we telkens hetzelfde fenomeen: er werd enkel nog over Mathieu gesproken. Over de absolute alleenheerser van de voorbije twee winters: 59 crossen gereden, 56 gewonnen. 94,9 procent dus, een niet onaardig gemiddelde.
Van Aert kende dan wel de nodige pech, de realiteit is wat ze is: sinds 4 februari 2018 en dat fameuze WK modderploeteren in Valkenburg – intussen 664 dagen geleden – heeft hij Van der Poel in het veld nooit meer kunnen verslaan. Tijdens de interviews in kwestie kon niemand dat gevoel verbergen. Het gevoel dat Wout van Aert als crosser helemaal niet onklopbaar is. Niet voor Toon Aerts. Niet voor Eli Iserbyt. Niet voor Laurens Sweeck. En niet voor Michael Vanthourenhout. De vier heersers van het veldritseizoen. Tot nu toe.
‘s Werelds beste renner
Toch was het ontzag groot, gisteren om 15 uur. ’s Werelds beste renner van het voorbije wegseizoen was immers naar de Groeningebrug in Kortrijk afgezakt voor zijn eerste cross van deze winter. Na de Strade Bianche, Milaan-Sanremo, twee Tourritten, twee zilveren WK-medailles en net geen Ronde van Vlaanderen was het tijd voor de X²O Trofee Caps Urban Cross in Kortrijk. “Ik weet echt niet wat te verwachten”, liet Van Aert zich voor de start aan de boorden van de Leie ietwat monotoon ontvallen.
Daarin werd hij bijgestaan door zijn coach Marc Lamberts. “Ik ben altijd verrast als ik Michel Wuyts en Paul Herygers bezig hoor over hoe Wout de andere crossers meteen naar huis zal rijden”, vertelde Lamberts ons dinsdag. “Het is niet omdat Wout top is op de weg dat hij dat ook meteen in het veld zal zijn. Het zijn twee totaal andere disciplines. Kijk naar Stybar. Ik verwacht dus niet veel van Kortrijk. Wout is niet in vorm. Maar hij heeft talent en misschien rijdt hij puur op dat talent naar een uitslag tussen plek vijf en tien. Of ik zelf de cross zal volgen? Ik weet het nog niet. Misschien een halfuurtje. Bel me zaterdag na de cross gerust eens op. Maar nogmaals: ik verwacht er niet veel van.”
De mannen van Mettepenningen verwachtten er duidelijk wel veel van. Zeker na vorige zondag. Het was Pauwels Sauzen-Bingoal boven, daar in Merksplas.“Dit is een foto die op mijn bureau komt”, glunderde de teammanager, die met Michael Vanthourenhout, Eli Iserbyt en Laurens Sweeck zowaar het volledige podium bezette. Jurgen Mettepenningen sprak duidelijke taal. “In Kortrijk gaan we ons niet aan Van Aert aanpassen. Hij is een grote meneer, maar wij gaan uit van onze eigen kracht. Wij zijn een offensieve ploeg.”
Een offensieve ploeg
Zo gezegd, zo gedaan. Van Aert moest vanop de derde rij starten en Toon Aerts reed al vlug lek. Het sein voor Vanthourenhout, die in Merksplas na 21 podiumplaatsen voor de eerste keer in zijn profcarrière een klassementscross won, om na tien minuten aan een lange solo te beginnen. Ploegmaat Iserbyt stopte voorbeeldig af en halfweg bedroeg het verschil een halve minuut. Alle credits gingen weer naar Pauwels Sauzen-Bingoal. De rood-zwarte brigade kleurt de cross in barre tijden. Wedstrijd gereden dus. Mettepenningen en co door het dolle heen. Zo leek het toch.
Dat was echter buiten een lekke band en een 26-jarige fors uit de kluiten gewassen Kempenaar gerekend. Zijn naam: Wout van Aert. In amper een halve ronde tijd was pechvogel Vanthourenhout een vogel voor de kat en moesten Iserbyt en Lars van der Haar plots de meubelen redden. Van Aert kreeg vleugels en dwong de twee lichtgewichten tot het uiterste, maar het was Iserbyt die in de voorlaatste ronde de puntjes op de i zette. Van Aert hapte naar adem en moest na pech ook Van der Haar laten rijden.
Drie keer stond de 29-jarige Nederlander al op een WK-podium, maar gisteren in Kortrijk was hij toch even van zijn melk. “Ik ben geschrokken van het niveau van Van Aert”, wond Van der Haar er geen doekjes om. Hallo, Marc Lamberts? “Mij verbaast dit. Omwille van twee redenen. Eén: conditioneel is Wout ver van zijn niveau van deze zomer verwijderd. Twee: hij heeft maar één specifieke crosstraining afgewerkt, drie weken geleden voor hij naar Spanje vertrok. Of de allerbeste versie van de crosser Wout van Aert weer op komst is? Ik weet het echt niet. Nu zie ik dat alleszins niet. Hij heeft nu een andere morfologie. Toen Wout op het podium naast Iserbyt en Van der Haar stond, leek hij wel twee keer zo groot. En hij weegt zes kilo meer dan enkele jaren geleden. Bovendien zijn de crossen veranderd: minder modder, meer bochten en meer optrekken. Dat is in zijn nadeel. Maar Wout heeft me al een paar keer verbaasd en hij mag me blijven verbazen.”
Zes dagen niet op de fiets
Ook vanuit het kamp Van der Poel werd de cross gisteren met net iets meer aandacht dan gewoonlijk gevolgd. “Of Mathieu gekeken heeft? Ik denk het wel”, vertelt vader Adrie vanuit Tabor, waar zijn andere zoon David vandaag start. “Zelf heb ik de wedstrijd via social media gevolgd. Voor mij is dit geen verrassing. Ik heb deze week wat artikels gelezen en vernam dat Wout vijf weken gerust had. Wat ik op Strava gezien heb, is dat hij zes dagen niet op de fiets heeft gezeten, al veel liep en ook een trainingskamp in Spanje heeft afgewerkt. Als je na een topprestatie in de Ronde van Vlaanderen zes dagen niets hebt gedaan en vervolgens weer begint te trainen, ben je zo weer op niveau. Het enige wat een beetje weg zal zijn, is zijn acceleratievermogen.”
Adrie Van der Poel kijkt met veel belangstelling uit naar de cross van vandaag in Tabor. “Wout heeft het voorbije jaar zijn grenzen zo verlegd dat hij het de eerste twintig versnellingen van een cross dan wel wat moeilijk heeft, maar er daarna sowieso door komt. Dan komt de conditie bovendrijven.” Meer zelfs, Adrie ziet Van Aert in Tsjechië, waar vicewereldkampioen Tom Pidcock ook hervat, zelfs meteen de eerste Wereldbekercross van het seizoen winnen. “Wout zal in het begin wat moeten knokken en een beetje hopen dat hij vooraan raakt, maar eens dat gelukt is, vraag ik me af wie hem op dit parcours zal kunnen volgen.”
Geen rechtstreeks duel
Eli Iserbyt misschien? Na zijn Europese titel, de Superprestigecross in Ruddervoorde en zijn machtsvertoon op de Koppenberg was Kortrijk zijn vierde grote zege van het seizoen. En de allereerste keer dat hij in een rechtstreeks duel met Van Aert de bovenhand haalt. Adrie van der Poel is het daar niet mee eens. “Ik vind niet dat je Kortrijk een rechtstreeks duel mag noemen. Daarover mag je pas beginnen eenmaal Van Aert een cross of vier gereden heeft en iedereen in hetzelfde ritme zit.”
Over een week of twee dus. Toevallig het weekend waarin die andere grote naam, Mathieu van der Poel, zijn terugkeer in het veld viert. Ook MVDP opent met een dubbel weekend: zaterdag in Antwerpen, zondag in Asper-Gavere. En laat nu net die laatste cross de favoriete wedstrijd van Iserbyt zijn. Kan de kleine West-Vlaming daar voor de eerste keer in zijn carrière Van der Poel verslaan? Lamberts: “Natuurlijk moet ook hij rekening houden met Iserbyt, maar alles zal afhangen van het niveau dat Mathieu weer haalt. Hij heeft de power, de techniek en in de eerste twintig meter de snedigste versnelling.”
Vader Adrie haalt de schouders op. “Als Mathieu goed is, doet hij meteen mee om te winnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier