Frank De Winne deed in 2002 zijn eerste ruimtevlucht: “De eerste blik vanuit de ruimte is fantastisch”
2002 was een topjaar voor Frank De Winne en voor de Europese ruimtevaart. In 2002 verbleef hij acht dagen aan boord van het internationaal ruimtestation ISS. Met die ruimtevlucht werd hij de tweede Belgische astronaut. Momenteel staat hij aan het hoofd van het European Astronaut Center.
De fascinatie voor de ruimte begon bij Frank De Winne te kriebelen op zijn 16de. “Ik zat toen in de humaniora en dit was de periode dat er heel wat ontdekkingen gedaan werden, zoals zwarte gaten. Deze zaken wekten mijn interesse. Ik koos om naar de militaire school te gaan en volgende een opleiding ingenieur en piloot. In 1981 maakte de Space Shuttle Columbia zijn eerste vlucht. Mijn interesse groeide alleen maar”, vertelt hij. Op 30 oktober 2002 werd Frank De Winne als boordwerktuigkundige gelanceerd aan boord van de Sojoez TMA-1 in het kader van de Odissea Missie. “Dat was een zeer spannend moment en ik denk dat het ook wel nodig is om spanning te voelen. Zo komt er adrenaline vrij en kun je beter reageren en denken.”
Of hij ook dacht dat het wel eens fout kan lopen? “Je weet als astronaut dat naar de ruimte vliegen een relatief gevaarlijke operatie is, maar ik had alle vertrouwen in de mensen die hielpen om deze ruimtevlucht voor te bereiden en in goede banen te leiden. Maar ik besefte wel dat dit geen wandeling in het park was”, lacht hij. Vooral de eerste blik die hij vanuit de ruimte op de aarde kon werpen, blijft hem het meeste bij. “Dit klinkt misschien cliché, maar dat is een fantastisch moment. De aarde is enorm mooi, maar ook enorm kwetsbaar. Vanuit de ruimte besef je hoe klein onze aarde is in het onmetelijk grote heelal. Toen ik daarvan bekomen was, vond ik het fijn om te zoeken waar Europa ligt en zelfs België. Uiteraard zijn grenzen op een continent vanuit de ruimte moeilijk te zien, want die lijntjes zijn er in werkelijkheid niet. Je kunt je afvragen waar we mee bezig zijn als er oorlog gevoerd wordt over die grenzen”, gaat hij verder.
De gouden jaren
In 2009 deed Frank De Winne zijn tweede ruimtevlucht. Ditmaal verbleef hij zes maanden in het ruimtestation ISS. “Dat is hard werken en het lijkt wel een marathon waarbij je lange tijd geconcentreerd moet blijven en de motivatie erin dient te houden. Je zou kunnen zeggen dat ik dan al, samen met vijf anderen, zes maanden in lockdown ben gegaan.” In 2009 was het ruimtestation ISS nog in opbouw, intussen is het volledig operationeel. “Nu beleven we er de gouden jaren met het ontwikkelen van nieuwe technologieën en het uitvoeren van wetenschap”, legt hij uit.
De maan verkennen
Frank De Winne blikt vooral vooruit als het over ruimtevaart gaat. Niet verwonderlijk in een wereld die zo snel evolueert. “We willen ons als Europa ook profileren en gaan nu samenwerken met de NASA aan een project op de maan. Tijdens de volgende vijf tot tien jaar gaan drie Europese astronauten naar de ‘Gateway’, een commandomodule die rond de maan vliegt en waar het Europese Ruimtevaartagentschap ESA aan meewerkt. Maar we willen meer. We willen met Europa zelf ook de maan verkennen. Binnen het Artemis-programma van de NASA zouden we tegen 2030 graag een Europese astronaut laten landen op de maan. Onze doelstelling is om de maan op een duurzame manier te ontdekken en er ook aan wetenschap en technologie te doen. Een derde toekomstproject is het Mars Sample Return project. ESA heeft een akkoord met de NASA dat we stalen van Mars naar de aarde zullen brengen. We zullen tien jaar nodig hebben om 300 gram van die stalen naar de aarde te brengen. Een zeer complexe operatie dus … Het volledige exploratieprogramma van ESA hebben we Terrae Novae gedoopt.”
Jongere generatie
Waar ziet Frank zichzelf staan binnen 20 jaar? “Op pensioen zeker? Maar ik hoop wel nog actief te zijn in de wereld van de ruimtevaart. Ik wil me zeker blijven inzetten voor jongeren. Samen met Dirk Frimout maak ik via de Euro Space Society jongeren warm voor STEM. Want als we oplossingen willen vinden voor problemen, zoals de klimaatverandering en mobiliteit, dan zullen we moeten inzetten op nieuwe technieken en wetenschap. Bovendien is dit ook de manier om België aan de top te houden. De ruimtevluchten laat ik nu over aan de jongere generatie. Momenteel leid ik nieuwe jonge astronauten op en begeleid ik hen. Ik ben zeer tevreden met wat ik doe. Maar als men mij morgen zou vragen om te vertrekken, dan ga ik”, besluit hij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier